Nieuw onderzoek toont aan dat het vertrouwen van Nederlanders in AI (33%) fors lager ligt dan het wereldwijde gemiddelde (46%). Het wereldwijde onderzoek biedt nieuwe inzichten en benadrukt de noodzaak van wet- en regelgeving in Nederland.
Vergeleken met andere landen scoort Nederland laag op het gebied van AI-geletterdheid, vertrouwen en training. In opkomende economieën ligt het gebruik én vertrouwen hoger. Waar wereldwijd 66% AI regelmatig gebruikt, ligt dat in Nederland op 53%. Het verschil in vertrouwen – 46% wereldwijd tegenover 33% in Nederland – benadrukt de noodzaak voor betere communicatie, educatie en regulering.
Dat blijkt uit wereldwijd onderzoek, Vertrouwen, houding en gebruik van AI (Wereldwijde Vertrouwensmonitor), van de Universiteit van Melbourne in samenwerking met KPMG. Het onderzoek omvatte 48.000 mensen uit 47 landen, waaronder Nederland, en is daarmee de meest uitgebreide Vertrouwensmonitor tot nu toe.
Meer zorgen dan vertrouwen
Hoewel 58% van de Nederlandse respondenten persoonlijk of professioneel gebruikmaakt van AI en voordelen ervaart zoals efficiëntieverbetering en tijdswinst, maken meer mensen zich zorgen dan dat ze optimistisch zijn. Maar liefst 85% noemt negatieve gevolgen als belangrijke zorg, waarbij 49% vindt dat de risico’s van AI opwegen tegen de voordelen.
Beleid voor vertrouwen
Het vertrouwen kan bevorderd worden door sterkere AI-regelgeving: een grote meerderheid van de Nederlanders (82%) zegt bereid te zijn AI meer te vertrouwen als zij zeker weten dat het gebruik goed gereguleerd is. Daarbij vraagt 85% expliciet om wetten en actie tegen AI-gegenereerde desinformatie.
AI-gebruik op werk
In werksituaties groeit het gebruik van AI. 53% van de werkende Nederlanders gebruikt AI op het werk en 61% zegt dat hun organisatie AI inzet. Toch ontbreekt het vaak aan duidelijke richtlijnen: 69% geeft aan dat hun werkgever geen beleid heeft voor het gebruik van generatieve AI. Slechts 24% heeft een training gehad op dit gebied.
Het blijft mensenwerk
Nederlanders willen dat mensen altijd eindverantwoordelijk blijven. 77% vindt dat AI een ondersteunende rol mag hebben in managementbesluiten, maar benadrukt dat de uiteindelijke controle bij de mens moet blijven. Dit onderstreept het belang van menselijke controle, ethische kaders en duidelijke richtlijnen bij de inzet van AI.
Algoritme Vertrouwensmonitor 2024
KPMG voerde in het vierde kwartaal van 2024 al een onderzoek uit naar de bekendheid van algoritmen bij de gemiddelde Nederlandse burger, en het vertrouwen dat zij hierin stellen te hebben. Het onderzoek is in samenwerking met Ipsos tot stand gekomen en uitgevoerd in de periode 9 december 2024 t/m 13 december 2024 onder 1.006 Nederlanders. Dit is de zesde keer dat de bekendheid van en het vertrouwen in algoritmen onderzocht werd en de positieve trend in de houding van Nederlanders is daardoor heel duidelijk zichtbaar.
Toe- en afnames van het vertrouwen in algoritmes per jaar
Bekendheid neemt toe
Bekendheid rondom algoritmen en Artificial Intelligence is ten opzichte van 2023 toegenomen. Daarnaast zijn er meer mensen bekend met het begrip AI (89%) dan met de term algoritme (84%). Opvallend is dat zowel opleidingsniveau als leeftijd steeds minder invloed heeft op het bekend zijn met - en begrip hebben van - algoritmen.
Vertrouwen blijft laag
Het percentage Nederlanders dat aangeeft een toegenomen vertrouwen te hebben in algoritmes is toegenomen is gestegen van 7% vorig jaar en 17% dit jaar. Ondanks deze stijging blijft het vertrouwen laag, met een gemiddelde score van 5,3 op een schaal van 1-10. Meer begrip van de kansen en risico’s van algoritmes en AI leidt tot meer vertrouwen, wat benadrukt dat educatie belangrijk kan zijn.
Benieuwd naar de onderzoeksresultaten van vorig jaar? Download de Algoritme Vertrouwensmonitor 2023.