Dat de ouderenzorg voor grote uitdagingen staat is evident. Het anders organiseren van de zorg is noodzakelijk om in te spelen op de groeiende en veranderende zorgvraag, de steeds krapper wordende arbeidsmarkt en de capaciteitsvraagstukken die dit tot gevolg heeft. Het beheersen van de zorgvraag is een belangrijk onderwerp in het Integraal Zorg Akkoord om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden nu en in de toekomst. Een belangrijk speerpunt in het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) en het coalitieakkoord is dan ook het (verder) scheiden van wonen en zorg. Dit past bij de wens om ouderen langer zelfstandig thuis te laten wonen.

In de periode tot 2052 beoogt het kabinet met – het op gang brengen van – de transitie naar extramurale leveringsvormen van wonen en zorg een totale structurele besparing op de groei van de zorguitgaven van €1,2 miljard[1] per jaar te realiseren. Een substantiële besparing en een stevige transformatie, die een gezamenlijke aanpak vereist met een visie op de lange termijn. Dit kan lastig zijn in tijden waar het aantal verlieslatende zorgorganisaties in de VVT is toegenomen.

Op dit moment financiert de NHC in de praktijk bij veel zorgorganisaties gedeeltelijk de zorgexploitatie. De figuur hiernaast toont dat het intramurale NZa-tarief voor 12% bestaat uit de NHC/NIC[2], terwijl de kosten[3] waarvoor de NHC/NIC bedoeld is binnen de VVT-sector (intramuraal en thuiszorg tezamen) gemiddeld slechts 5% van de omzet bedragen. Het verschil van circa 7% zorgt in de praktijk voor dekking voor het tekort op de vergoeding voor personeel (circa 3%) en materieel (2%) en levert een beperkte winstmarge op (2%).

De ingezette aanpassing van het NHC-tarief en transitie naar extramurale leveringsvormen is daarmee enerzijds te verklaren. Anderzijds zal het een uitdaging zijn voor de sector om de effecten hiervan te absorberen en vraagt dit om een transformatie en scherp inzicht in de financiële gevolgen.

bar graph picture1

Het scheiden van wonen en zorg leidt ertoe dat de rekening voor een deel verschuift van publieke financieringsvormen naar de ouderen zelf. Hieronder focussen we op de potentiële financiële impact voor VVT-instellingen en de benodigde efficiëntieslagen op vastgoed en personeel die de transitie vereist en de hieraan gerelateerde uitdagingen. 

Scheiding van wonen en zorg vraagt om een zorgvuldige analyse van de financiële gevolgen

De verwachting is dat de intramurale capaciteit in omvang ongeveer gelijk zal blijven (op ongeveer 122.000 intramuraal gefinancierde plekken), waar de groei van het aantal benodigde verpleegzorgplekken via extramurale leveringsvormen tot stand moet komen. Zorgaanbieders zullen hierin strategische keuzes moeten maken ten aanzien van leveringsvorm, profiel en vastgoed. 

Vergaande extramuralisering kan substantiële financiële gevolgen hebben voor VVT-instellingen. Het scheiden van wonen en zorg betekent een toename van de extramurale leveringsvormen zoals een volledig pakket thuis (vpt), waarbij de vergoeding vanuit de NHC grotendeels wegvalt voor zorgorganisaties en onzeker is hoeveel vervangende inkomsten hiervoor terug komen.

Bar graph picture 2

De figuur[4] toont de impact op het dagtarief dat een VVT-instelling ontvangt voor cliënten met een zzp 5-indicatie[5] wanneer wordt gekozen voor vpt als alternatief voor intramurale zorg. In 2022[6] ligt het integrale vpt-tarief voor deze clientgroep 16% lager dan het intramurale tarief. Opvallend is dat de daling niet enkel het gevolg is van het grotendeels wegvallen van de NHC (10%), maar tevens een prikkel kent voor een efficiëntere organisatie van het personeel (4%) en het doorvoeren van besparingen op materiële kosten (2%).

VVT-instellingen moeten zorgen voor kostenbesparingen of vervangende opbrengsten om de tariefdaling te compenseren. De analyses in deze blog gaan uit van een scenario waarbij geen rekening gehouden wordt met vervangende inkomsten die er in de praktijk mogelijk wel deels zullen zijn, bijvoorbeeld uit directe verhuur van wooneenheden aan cliënten.

Onderstaande fictieve casus beschrijft de potentiële impact op de exploitatie van een zorginstelling in een scenario waarin wordt gekozen om de intramurale plekken grotendeels af te bouwen ten faveure van cliënten met een vpt:

Table picture article

Afschalen of aanpassen van vastgoed is niet eenvoudig

Circa 50% van het vastgoed van VVT-instellingen is gehuurd met vaak langjarige contracten. Daarnaast is veel bestaand vastgoed in eigendom nog lang niet volledig afgeschreven (in 2019 kende circa 30% van het vastgoed van VVT-instellingen een bouwjaar na 2000[7]). Dit maakt dat het afschalen van de vastgoedkosten (gerelateerd aan intramuraal vastgoed) op de korte tot middellange termijn gemakkelijker gezegd dan gedaan is.

Daarnaast is de investeringsruimte binnen de VVT-sector beperkt. Zeker wanneer het effect van een mogelijke omzetdaling wordt meegenomen, zal er geen ruimte voor aanvullende transitie-investeringen zijn binnen de VVT-sector.

Besparen op personeelskosten is een uitdaging in een markt met krapte en hoog verzuim

De daling van de looncomponent impliceert dat het personeel binnen het vpt efficiënter georganiseerd kan worden. In de praktijk zien we deze verwachte efficiëntie op het gebied van loonkosten niet terug.

Om de tariefdaling en het verlies van subsidiering door de NHC bij volledige transitie naar vpt te compenseren is, bij gelijkblijvende gemiddelde kosten per medewerker, een besparing van 35.000 tot 60.000 arbeidskrachten op een huidig totaal van circa 350.000 werknemers nodig. Dat is niet mogelijk in een markt waar de werkdruk nu al als hoog ervaren wordt. Aanvullende uitdaging hierbij is het hoge, en nog steeds stijgende, ziekteverzuim van meer dan 10%. Dit betekent dat extramurale leveringsvormen, zoals beoogd wordt, moeten leiden tot een efficiëntere inzet van personeel. 

Het anders organiseren van zorg en ondersteuning voor ouderen is een maatschappelijke opgave die een gezamenlijke aanpak vereist

Het realiseren van de transitie is een maatschappelijke opgave die een gezamenlijke aanpak van alle stakeholders vraagt. VWS, gemeentes en de zorgkantoren zijn daarbij aan zet om passende transitiemiddelen beschikbaar te stellen en zorgaanbieders te ondersteunen bij het proces van scheiden van wonen en zorg. Hiervoor is reeds een bedrag van € 1 miljard aan transitiemiddelen beschikbaar gesteld door het kabinet, dat in overleg met de veldpartijen zal worden aangewend. 

Uit recente gesprekken met de sector volgt dat alle stakeholders de noodzaak van de transitie naar extramurale leveringsvormen onderschrijven. We zien hiervan ook al de mooie voorbeelden ontstaan. De sector loopt hierbij tegen verschillende knelpunten aan, waarbij het financieel rond krijgen ervan eerder door Actiz al als één van de grootste problemen werd genoemd[8]. Dit wordt bevestigd in onze recente analyse met betrekking tot de meerkosten van geclusterde extramurale woonzorgplekken. In deze analyse hebben we met betrokken partijen ook mitigerende maatregelen geïnventariseerd.

In elk geval is het voor aanbieders verstandig om de strategische keuzes en financiële gevolgen in kaart te brengen, inclusief een plan van aanpak om te komen tot de nodige efficiëntieslagen. Daarnaast is een gesprek nodig met de partners in de regio, zoals een woningbouwcorporatie, welzijn en gemeenten over welke rol zij voor zichzelf zien in het realiseren van de transitie van wonen en zorg.

[1] Bron: Coalitieakkoord, prijspeil 2021

[2] Bron: NZA – tarief 2022 – ZZP 5vv incl. behandeling en dagbesteding; uitgangspunt is 100% van het NZa-tarief

[3] Bron: CBS – kosten van VVT-instellingen (omzet >€700k) in 2020

[4] Bron: NZA – tarief 2022 – ZZP 5vv incl. behandeling en dagbesteding (v

[5] Circa 48% van de totale cliëntenpopulatie en een groep die relatief veel gebruik maakt van vpt en groeit.

[6] Als gevolg van een neerwaartse herziening van de vermogenskostenvoet daalt de NHC/NIC component per 1 januari 2024 gemiddeld met 8% (NHC) en 2,5% (NIC) , waardoor het verschil tussen het vpt-tarief en tarief voor zorg met verblijf kleiner wordt.

[7] TNO – routekaart verduurzaming van het vastgoed in de langdurige zorg – 2019

[8] Financiering blijft knelpunt bij woonvormen met zorg thuis - ook met nieuwe plannen scheiden wonen en zorg | ActiZ, 28 augustus 2022

Contactpersonen

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Wij houden je op de hoogte per e-mail. Geef hier je voorkeuren door.