• Anna van Poucke, Partner |
  • Karin Vernooij, Senior Manager |

De druk op de zorg wordt alsmaar groter. Terwijl de Nederlandse bevolking vergrijst en het aantal chronisch zieken groeit, blijven de kosten stijgen en nemen de personeelstekorten toe. Daarom is een radicale transformatie van de zorgsector nodig. Andere landen hebben hier inmiddels ook ervaring mee. Wat kunnen we van ze leren? In de webcast ‘Healthcare Horizons’ ging Anna van Poucke, Global Head of Healthcare bij KPMG International, daarover in gesprek met Ernst Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De webcast van 23 januari was een vervolg op de publicatie van het gelijknamige rapport ‘Healthcare Horizons’. Daarin schetst KPMG de trends en ontwikkelingen in de wereldwijde zorg en scenario’s voor de toekomst. De webcast stond onder leiding van Karin Vernooij, Director KPMG Health.

De zorg staat er – wereldwijd – niet florissant voor. In Noord-Ierland ligt de wachttijd voor bepaalde interventies op drie jaar. In Zweden moeten mensen tot zes weken geduld hebben voor een bezoek aan de huisarts. En in het Verenigd Koninkrijk is twee uur wachten op een ambulance geen uitzondering. Wat Van Poucke betreft, is het dan ook duidelijk: “Er komt geen crisis aan, we zitten er middenin.”

Drie toekomstscenario's

Het KPMG-rapport schetst drie hoofdscenario’s voor de toekomstige zorgsector. De eerste mogelijkheid is dat de zorg teruggaat naar normaal, met aanhoudende personeelstekorten, een stijgende zorgvraag en langere wachtlijsten. Dit zou leiden tot een verarmd zorgsysteem.

Een andere mogelijkheid is een zorgsector waarin we erop rekenen dat technologie álle problemen oplost, met een tweedeling als reëel risico. Mensen die minder goed met digitalisering overweg kunnen, dreigen dan achterop te raken.

Het meest wenselijke scenario is dat van inclusieve verandering, waarin de driehoek van zorgprofessionals, digitalisering en de gemeenschap (communities) zorgt voor een toekomstbestendige sector.

In het buitenland zijn daarvan genoeg positieve voorbeelden te vinden. Zo levert Finland (binnen een hybride model van digitaal en fysiek) voor 150 aandoeningen zorg op afstand, waardoor de zorg voor iedereen toegankelijk blijft. Uit onderzoek blijkt dat door de automatisering van administratieve taken 40 procent van de tijd bespaard kan worden. In Israël is de oncologie verregaand gedigitaliseerd, waardoor specialisten zich kunnen richten op complexe patiënten.

De zorg van de toekomst is meer gericht op preventie. In New York nam het aantal opnames van mensen met COPD fors af nadat – met behulp van data – kenmerken van de COPD-patiënten werden verzameld. Daaruit bleek dat deze mensen vaak woonden in wijken met oude, vochtige woningen. De installatie van airco’s deed het aantal opnames significant afnemen. 

Zorg niet altijd het antwoord

Minister Kuipers waakt ervoor om te spreken over een nieuwe crisis, omdat de tendensen al jarenlang zichtbaar zijn. COVID-19 was, aldus Kuipers, alleen maar de druppel. Daarnaast zal de klimaatverandering leiden tot meer warmere en drogere zomers en dus meer infectieziektes. De grote impact hiervan zal volgens Kuipers al op relatief korte termijn worden gevoeld.

Kuipers stelt tevens dat niet alle oplossingen van de zorg verwacht moeten worden. Veel mensen komen met hun problemen naar de zorg, terwijl zowel de oorzaak als de oplossing van die problemen niet eens in de zorg gezocht moet worden. Volgens Kuipers valt daar nog veel te winnen.

Daarnaast pleiten zowel Van Poucke als de minister voor veel meer regionale samenwerking in de strijd tegen de versnippering van het zorglandschap. Gelukkig is duidelijk dat zorgprofessionals zich bewust zijn van de uitdagingen en daar graag mee aan de slag willen. Door het hele land zijn hier mooie voorbeelden van te vinden.

Minder pilots, meer regie

Van Poucke vindt wel dat er meer regie mag komen, omdat de veranderkracht van de zorg laag lijkt. Het ministerie zou samen met de NZA en zorgverzekeraars een koers dienen uit te zetten en daarop moeten sturen en ondersteunen. Van Poucke: “Minder pilots, meer structureel nadenken over de veranderingen – waaronder digitale zorg – en hoe deze gefinancierd gaan worden. Ik zie hierin een rol weggelegd voor gemeentes in samenwerking met zorgverzekeraars.”

Tegelijkertijd ligt er ook een rol voor de burger zelf, zegt Van Poucke. “De toekomstbestendige zorg, dat zijn wijzelf. Als burgers moeten we ons bewust zijn van onze eigen verantwoordelijkheid. En accepteren dat, met inachtneming van privacy, data uitwisselbaar wordt.”

Zorg moet leren volgen

De minister denkt dat patiënten daartoe bereid zijn. Bijvoorbeeld in het anoniem delen van hun hersteltraject na een bepaalde ingreep. Volgende patiënten zouden dan zelf hun klachten of beperkingen kunnen vergelijken met een anonieme groep van mensen die dezelfde operatie hebben ondergaan. Zo weten zij meteen of hun klachten binnen de norm vallen of niet.

Aan de andere kant moet bij zorgprofessionals de vrijblijvendheid eraf, aldus Kuipers. De zorgsector moet leren te vertrouwen en te volgen – en niet langer alle initiatieven eerst zelf willen testen. Als iets bij de ene organisatie werkt, mogen we erop rekenen dat het ook zo is bij de andere organisatie.

Volgens Kuipers moeten zorgorganisaties accepteren dat ze de vrijheid krijgen om nieuwe dingen te proberen, maar dat daar óók bij hoort dat anderen successen kunnen kopiëren. Kortom: mínder concurrentie, méér transparantie en samenwerking. Alleen dan wacht er aan de ‘healthcare horizon’ een toekomstbestendige en inclusieve zorgsector.