Een onderdeel van de energietransitie is de elektrificatie van warmte. Logisch, als we minder fossiele brandstoffen willen gebruiken, lijkt overstappen op duurzaam geproduceerde elektriciteit de weg vooruit. Als het gaat over warmte zitten daar echter nogal wat haken en ogen aan. Het maakt in ieder geval uit waarvoor die warmte precies wordt gebruikt en of deze bestemd is voor de industrie of voor de consument.

Een beter alternatief voor industriële warmte

Allereerst de industrie. We hebben het hier over twee verschillende toepassingen van warmte: de verwarming van panden en warmte die nodig is voor industriële processen. In het eerste geval geldt hetzelfde als voor consumenten, daarover later meer. Hoewel er mogelijkheden zijn om voor industriële processen over te stappen op elektrificatie van warmte, is dat niet per se effectief. De benodigde hoeveelheid elektriciteit is aanzienlijk en duurzaam opgewekte elektriciteit is niet altijd doorlopend beschikbaar. Wél kan er gekeken worden naar hoe warmte überhaupt gebruikt wordt. Vaak wordt de toevoer nu afgestemd op het onderdeel in het proces dat de hoogste temperatuur gebruikt. Het loskoppelen van de processen en ze bedienen vanuit verschillende warmtebronnen kan een oplossing zijn, maar het is vaak lastig om een bestaand industrieel proces aan te passen. Een veel logischer stap voor de industrie is om over te stappen van fossiele brandstoffen op groene waterstof. We schreven eerder over (groene) waterstof in deze blogpost.

Goede oplossingen bij goed geïsoleerde bouw

Dan de consument (en ook de verwarming van industriële panden). Hoewel er hier meer opties zijn wat betreft elektrificatie van warmte, is er wederom niet één oplossing. Wanneer werkt het wel? Goed geïsoleerde nieuwbouw is een no-brainer. Deze moet sowieso zonder gas worden opgeleverd; bovendien zijn collectieve geëlektrificeerde oplossingen mogelijk. Voor bestaande nieuwbouw die goed geïsoleerd is óf kan worden, zijn een warmtepomp, een hybride ketel en zelfs een airconditioner goed toepasbare opties. Het nadeel: dit zijn vaak individuele opties die vrij duur zijn. En soms niet praktisch; een warmtepomp neemt veel ruimte in beslag en maakt veel geluid. Overigens gaan de ontwikkelingen op dit gebied snel. Warmtepompen worden steeds efficiënter en zullen daarom vaker gebruikt kunnen worden voor het verwarmen van woningen. De overheid speelt hier al een rol in met diverse subsidies voor dit soort oplossingen. 

Betere keuzes bij bestaande bouw

Voor bestaande panden die niet eenvoudig goed geïsoleerd kunnen worden, is elektrificatie van warmte geen goede oplossing. Op dit moment is het rendement van elektrische warmtebronnen niet hoog genoeg om alle bestaande bouw te verwarmen, hiernaast zijn de kosten erg hoog. Een betere optie is om over te stappen op groen gas (daarover schreven we hier eerder) of om gebruik te maken van collectieve warmtenetten, tenminste als er een duurzame bron in de buurt is of als er al een bestaand warmtenet is waarop kan worden aangesloten. Bij collectieve warmtenetten, vooral als deze draaien op restwarmte uit de industrie of datacentra, of als deze hun warmte halen uit een duurzame bron (geothermie of aquathermie), is het overigens mogelijk om elektrische ondersteuning (power to heat) in te zetten als dat nodig is.

De conclusie? Hoewel elektrificatie van warmte zeker een rol speelt in de energietransitie, is het in veel gevallen niet dé oplossing. Maar dat geldt eigenlijk voor de volledige energietransitie. Er is niet één overkoepelend antwoord, het gaat uiteindelijk om de som der delen. In het geval van warmte zal dat een slim samenspel zijn van elektriciteit, restwarmte, collectieve warmtenetten en slim nadenken over processen, groen gas en waterstof. 

Contact

Op de hoogte blijven

Wij houden u op de hoogte per e-mail.
Geef hier uw voorkeuren door.