De weerbaarheid van Nederland moet groter
‘70.000 militairen kunnen niet alle 18 miljoen Nederlanders beschermen. Behalve dat we militair paraat moeten staan, moet de samenleving dus ook weerbaarder worden.’ Dat zei Commandant der Strijdkrachten Onno Eichelsheim tijdens een bijeenkomst op 19 juni op landgoed Zwaluwenberg. De bijeenkomst was georganiseerd door Dutch Transformation Forum en KPMG Raad en werd bijgewoond door 45 beslissers uit bedrijfsleven, overheid, kennisinstituten en ngo’s.
Het thema was veiligheid, met een focus op de whole of society-benadering: het vermogen van de samenleving om een gewapend conflict het hoofd te bieden. Volgens Eichelsheim zijn we inmiddels van een naoorlogse in een vooroorlogse situatie beland. ‘We zitten qua veiligheid in de oranje zone. Dat besef is er nog onvoldoende. Dit kabinet zou het eerste oorlogskabinet na de Tweede Wereldoorlog kunnen zijn.’ Nederland weerbaar maken vergt offers, zei hij, zowel financiële als ruimtelijke. Zo zijn er extra kazernes en munitieopslagplaatsen nodig. ‘De grootste uitdaging is om de samenleving mee te krijgen.’ Burgers en bedrijven moeten zelf ook voorbereid zijn op agressie, aldus de Commandant der Strijdkrachten. ‘Die weerbaarheid moet blijvend zijn. De valkuil is dat het weer wegzakt als er vrede komt.’ Eichelsheim noemde militaire afschrikking de beste manier om oorlog te voorkomen. Maar daarnaast blijven politieke en diplomatieke middelen nodig. ‘Ik ben het dan ook eens met de protesten tegen de voorgenomen bezuinigingen op Buitenlandse Zaken.’ Een suggestie vanuit de zaal was om (oud-)militairen voor de klas te zetten om ook de kinderen bewuster te maken van de dreiging. Daarnaast klonken er pleidooien om de defensie-industrie veel meer Europees te laten samenwerken.