In de huidige snel veranderende omgeving moeten pensioenbestuurders veel weloverwogen keuzes maken. Ook over het beleggingsbeleid. Dat moet transparant zijn én steeds duurzamer, weten de experts die KMPG Pension Advisory bij elkaar bracht voor een pensioenseminar op 7 maart. Zij gaven de aanwezige bestuurders en toezichthouders handvatten voor de dubbele transitie.
We zien veel veranderingen op pensioenbestuurders afkomen in de huidige tijd. Ook rond het beleggingsbeleid. We noemen dat ook wel een dubbele transitie. Pensioenbestuurders zijn immers niet alleen bezig met de ontwikkelingen rond de transitie van defined benefit (DB) naar defined contribution (DC), ook de verduurzaming van de onderliggende beleggingsportefeuilles roept nog veel vragen op. Bij pensioenbestuurders en bij de - steeds mondiger - deelnemers. Daarom organiseerde KPMG speciaal voor bestuurders en toezichthouders van de grootste 40 pensioenfondsen begin maart een bijeenkomst over de kansen en uitdagingen van de dubbele transitie.
Vocale achterban
Gastspreker Geert-Jan Troost, hoofd Institutional Client Business, BlackRock Nederland ziet dagelijks hoe pensioenfondsen omgaan met de veranderingen in de sector die elkaar in hoog tempo opvolgen. BlackRock Nederland is 37 jaar op de Nederlandse markt actief en beheert meer dan €200 miljard van Nederlandse pensioenfondsen en verzekeraars. Troost ziet dat het bij de transitie van DB naar DC en de overgang naar duurzaamheid draait om ‘waarde en waarden.’ ‘Bestuurders weten maar al te goed dat de achterban vocaal is over de waarde van het pensioen, dus de omvang. Bijvoorbeeld wanneer er waarde is gecreëerd willen zij weten waar de indexatie blijft. Tegelijk is er onder de deelnemers ook steeds meer aandacht voor waarden, dus de onderliggende drijfveren van het beleggingsbeleid. Zo kunnen pensioenfondsen daaraan bijdragen door een duurzamer beleggingsbeleid.’
Ongewilde concentratie
Voor Troost is het belangrijk dat de deelnemer zich herkent in zowel de waarde als waarden van zijn fonds. Zijn advies aan bestuurders, ‘zie ESG niet als een stapje in het proces, maar bekijk het binnen de context van de bedrijfsvoering en het beleggingsbeleid.’ En – ook belangrijk – reken het door. Zo voorkom je dat het beoogde beleggingsbeleid in de praktijk niet haalbaar is. Bijvoorbeeld als duurzame ontwikkelingsdoelen, de United Nations Sustainable Development Goals (SDG’s) te rigide in het beleggingsbeleid worden opgenomen kan het risico bestaan op een onvoldoende gespreide beleggingsportefeuille. Troost: ‘Een ogenschijnlijk goed gediversifieerde portefeuille in opkomende markten krijgt door een focus op SDG’s dan een ongewilde concentratie in slechts een paar sectoren en landen.’ Troost ziet zeker mogelijkheden om de SDG’s te laten doorklinken in de portefeuille. Doelen als innovatie en infrastructuur (SDG9), gezondheidszorg (SDG3) en clean energy (SDG7) bieden veel beleggingsmogelijkheden. En inspiratie om het gesprek met deelnemers aan te gaan. Daarbij kan de focus op SDG’s gecombineerd worden met andere accenten, zoals tilting. ‘Je sluit bedrijven die niet voldoen aan de gekozen SDG’s niet uit, maar brengt de weging er van terug.’
Marktbewegingen
De overgang van DB naar DC waar veel fondsen zich middenin bevinden vraagt ook om heldere communicatie met deelnemers over het beleggingsbeleid, benadrukt Troost. ‘Waar de communicatie met de deelnemer zich eerst richtte op de verplichtingen in de toekomst via de dekkingsgraad, is de koppeling van het eigen pensioen met de marktbewegingen straks veel directer. Daar moeten pensioenfondsen rekening mee houden in de communicatie.’ De nieuwe pensioenwet kan daar extra complexiteit aan toevoegen. Waar in de DB-omgeving het vermogen in één collectieve pot wordt beheerd, moeten de fondsen straks delen van het vermogen toebedelen aan verschillende leeftijd cohorten of zelfs aan individuele vermogens. Door de verdeelregels in het solidaire contract komt het collectief behaalde rendement verschillend terecht bij verschillende deelnemers. Een uitdaging, zegt Troost omdat deelnemers de rendementen die ze zien in de portefeuilles niet kunnen koppelen met wat ze in de markt hebben meegemaakt. Troost: ‘Het is en blijft complex. Als je het beleid niet vooraf heel helder definieert en toelicht, dan is het resultaat moeilijk uitlegbaar.’
Duurzame opdracht
Senior manager KPMG Leonie Jesse wees de aanwezige bestuurders nog eens op de bijzondere rol van hun fondsen. ‘De pensioensector heeft een bijzondere maatschappelijke positie. Het bieden van financiële zekerheid aan een groot deel van de bevolking heeft een enorme impact. Het houdt onze economie op de been en zorgt voor rust.’ Jesse maakt deel uit van het snel gegroeide KPMG Sustainability team dat zich bezighoudt met duurzaamheidsvraagstukken. Het team begeleidt pensioenfondsen, banken, verzekeraars en vermogensbeheerders bij het behalen van hun ambities en doelstellingen. Die ambities liggen steeds vaker op duurzaam vlak. Dat sluit aan bij de nieuwe maatschappelijke rol die de Europese Unie de financiële sector heeft toebedeeld; als aanjager van de duurzame transitie, legt Jesse uit. De potentiële impact is enorm, schetst Jesse. . ‘Wanneer de financiële sector inclusief de pensioenfondsen niet meer investeert in niet-duurzame bedrijven en hen geen financieringen meer verstrekt dan keert de wal het schip. De door u beheerde pot met geld – in totaal bijna € 1.800 miljard – heeft grote invloed op die transitie naar een duurzame economie.’