• Sander van der Meijs, Director |

Met name door de inflatie gaan zorgpremies in januari flink omhoog. Naar verwachting zullen consumenten in reactie daarop vaker kiezen voor een hoger eigen risico, of voor minder aanvullende verzekeringen. Verzekeraars proberen de stijging te dempen door een beroep te doen op hun reserves. Zijn dit houdbare oplossingen? Wij vrezen van niet.

De voor Nederlandse begrippen torenhoge inflatie (gemiddeld 10 procent dit jaar) is geen goed nieuws voor zorgverzekeraars en voor de betaalbaarheid van de zorg. De premies voor de basisverzekering stijgen volgend jaar 2,4 tot 15,8 procent, zo werd onlangs duidelijk. De verschillen tussen verzekeraars zijn dus groot, voornamelijk omdat een aantal van hen de premiestijgingen dempt door reserves in te zetten.

De premiestijgingen - waaraan overigens ook de vergrijzing weer een bijdrage levert - roepen ook een reactie op bij de verzekerden, de zorgconsumenten. De ervaring van de afgelopen jaren leert dat veranderingen in premiehoogte kunnen leiden tot andere financiële beslissingen. Zo zal een deel van de verzekerden de direct hogere kosten van een hogere premie willen vermijden door te kiezen voor een hoger eigen risico. Die trend is al ingezet. Uit recent onderzoek van vergelijkingssite Independer blijkt dat nu 38,7 procent van de mensen die een nieuwe zorgverzekering afsluiten, kiest voor het hoogste eigen risico. In 2020 was dat 25,7 procent.

Ook zal een deel van de verzekerden beslissen om minder of minder goede aanvullende verzekeringen af te sluiten.

Solidariteit

Dit veranderende consumentengedrag heeft echter op macroschaal mogelijk ongewenste effecten: het kan de solidariteit in het Nederlandse zorgverzekeringsstelsel ondergraven. Het zijn immers overwegend de 'goede risico's' die kunnen kiezen voor een hoger eigen risico, namelijk mensen die ervan uitgaan dat hun zorgconsumptie nihil of zeer beperkt zal zijn. Ook een kritischer blik op de aanvullende verzekeringen - vanuit individueel perspectief alleen maar aan te moedigen - zal dat effect hebben. Per slot van rekening zal een verzekerde alleen aanvullende verzekeringen opzeggen waarvan niet of nauwelijks gebruikgemaakt wordt. 

Wachtlijsten

Zo zet de inflatie de betaalbaarheid van de zorg verder onder druk. Want de totale zorgvraag neemt zeker niet af, die neemt, met name door de vergrijzing, alleen maar toe. Een vicieuze cirkel dreigt dan te ontstaan: oplopende wachtlijsten kunnen leiden tot nog hogere kosten, omdat mensen zich pas later melden bij een arts en dus pas geholpen worden wanneer hun klachten ernstiger zijn geworden. Overigens kan dit effect van langere wachtlijsten (deels) getemperd worden door het verschijnsel dat sommige klachten na verloop van tijd ‘vanzelf’ verdwijnen, wat met name bleek tijdens de Covid-19-pandemie, toen huisartsen aanzienlijk minder konden doorverwijzen. Een deel van die klachten ging vanzelf over: onder normale omstandigheden hadden ze geleid tot onnodige behandelingen.

Beroep op reserves

Meerdere verzekeraars streven ernaar om - met het oog op deze effecten - de premiestijgingen in te dammen. Ze doen daarbij een beroep op hun reserves. Wij vrezen echter dat dit geen houdbare oplossing is. Reserves zijn er immers om onvoorziene tegenvallers op te vangen. Als die reserves krimpen heeft dat ernstige gevolgen voor de risicopositie van zorgverzekeraars: ze hebben dan niet voldoende geld om tegenvallende zorgkosten te financieren. Alle zorgverzekeraars voldoen nu weliswaar aan de kapitaalsvereisten die DNB stelt, maar de reserves boven de kapitaalseis bij zorgverzekeraars zijn bepekt. Ze lijken dan ook niet de financiële mogelijkheid te hebben de reserves ook de komende jaren in te zetten voor lage premies.

Hoe is deze trend te keren?

In feite is dit de vraag naar de toekomst van de Nederlandse zorg. Het zijn natuurlijk niet alleen de zorgverzekeraars die daar verantwoordelijk voor zijn. Bovendien is dit niet bepaald een nieuwe vraag: de afgelopen jaren nam de druk op ons zorgsysteem al aanzienlijk toe, zowel structureel als incidenteel. Met name vergrijzing en meer chronische ziekten drijven de vraag op, terwijl het aanbod door personeelstekorten en te hoge kosten niet langer kan stijgen – en waarschijnlijk zal krimpen. Deze kloof wordt alleen maar breder. De huidige hoge inflatie legt die kwetsbaarheid verder bloot.

Meer samenwerking

Alleen samenwerking kan deze trend stoppen. Over de globale richting van onze ‘zorgtoekomst’ zijn de partijen het veelal eens: meer investeringen in preventie moeten de zorgvraag beperken, terwijl efficiëntere en effectievere zorg (bijvoorbeeld met inzet van technologie en digitalisering) het aanbod op peil moeten houden. Tegelijkertijd is duidelijk dat een goede implementatie van die visie meer samenwerking vraagt dan nu gerealiseerd wordt. Slechts mondjesmaat en alleen op experimentele basis worden nu de (regionale) ecosystemen gevormd die nodig zijn om deze gedeelde visie in de praktijk te brengen. Bestaande (financiële) afspraken, belangen en mechanismes zitten in de weg.

Wij roepen zorgverzekeraars op hierin hun verantwoordelijkheid te nemen en het voortouw te nemen in het vormen van coalities die wél stappen kunnen zetten, bijvoorbeeld op het terrein van preventie of het verminderen van de regeldruk in de zorg. Wie weet, worden de huidige inflatiecijfers dan a blessing in disguise: een impuls voor de broodnodige hervorming van het Nederlandse zorgsysteem.