Op de Nationale Feestdag heeft de federale regering een Zomerakkoord bereikt dat een belastinghervorming in de personenbelasting omvat. Eerder keurde het Parlement de Programmawet goed, waarvan de fiscale bepalingen in werking zullen treden op de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad (zie onze eerdere flash voor meer informatie) en bereikte de federale regering een akkoord over een voorontwerp van wet dat een meerwaardebelasting invoert (zie onze flash voor meer informatie).

De fiscale hervorming, die tot doel heeft werk en ondernemerschap aantrekkelijker te maken, zal vanaf 2026 van kracht worden en in 2029 op kruissnelheid komen. De hervorming bevat de volgende fiscale maatregelen (mogelijk nog onderhevig aan wijzigingen).

Werken lonender maken

  • De belastingvrije som stijgt van 10.910 naar 15.300 EUR tegen 2029, met een eerste stap in 2026. De belastingvermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten wordt verminderd met een bedrag gelijk aan het voordeel van de verhoging van de belastingvrije som.
  • Vanaf 2029 zal de bijzondere sociale zekerheidsbijdrage op individuele basis worden berekend, het maximumbedrag wordt gehalveerd, de onderste inkomensgrens wordt verhoogd en het percentage op de eerste inkomensschijf verlaagd.
  • De werkbonus, een vermindering van de persoonlijke sociale bijdragen voor werknemers met een lager loon, zal vanaf 2029 worden verhoogd. Voor mensen met het minimumloon zal het brutoloon dan gelijk zijn aan het nettoloon.
  • De maximum tussenkomst van de werkgever in maaltijdcheques wordt vanaf 2026 met 2 EUR verhoogd van 6,91 naar 8,91 EUR. Enkel in geval van dit maximum van 8,91 EUR wordt de aftrekbaarheid verdubbeld van 2 naar 4 EUR.
  • Het aantal vrijwillige overuren wordt verhoogd tot 360 uur vanaf 2026. Daarvan wordt 240 uur vrijgesteld indien (o.m.) geen overwerktoeslag wordt betaald.
  • Het aantal overuren met overwerktoeslag dat geniet van een gunstig belastingregime (belastingvermindering voor de werknemer en vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing voor de werkgever) wordt permanent verhoogd naar 180 uur vanaf 2026. De sectorspecifieke verhogingen voor de bouwsector, hotelbedrijf en wegenwerken en spoorwegwerken worden verduidelijkt.
  • Het huwelijksquotiënt, een gedeeltelijke overdracht van belastbaar inkomen naar de niet-werkende partner, zal vanaf 2026 worden verminderd. Tegen 2029 zal het voordeel voor actieve mensen worden gehalveerd. Het voordeel voor gepensioneerden zal over een periode van 20 jaar worden afgebouwd.
  • De belastingvermindering voor werkloosheidsuitkeringen zal worden verlaagd vanaf 2026 en opgeheven vanaf 2029.
  • Het leefloon zal vanaf 2026 als belastbaar inkomen worden beschouwd. Het leefloon wordt voor de toepassing van de belastingvermindering voor vervangingsinkomsten als een aparte inkomenscategorie behandeld met een eigen vermindering.
  • De belastingvermindering voor pensioenen daalt vanaf 2026 voor de hoogste pensioenen.
  • Werkende gepensioneerden zullen vanaf 2027 een belasting van 33% betalen op hun beroepsinkomen in plaats van momenteel onderworpen te zijn aan de progressieve tarieven tot 50%.

Maatregelen ten gunste van zelfstandigen

  • Zelfstandigen kunnen vanaf 2027 kunnen genieten van een ondernemersaftrek ten bedrage van 10% van de winsten en baten tot maximum 650 EUR, oplopend tot 900 EUR in 2029. De onlangs goedgekeurde Programmawet heeft eerder het belastingkrediet voor zelfstandigen verdubbeld.
  • De belastingvermeerdering bij onvoldoende voorafbetalingen zal voor zelfstandigen worden afgeschaft vanaf 2026. Er wordt voor zelfstandigen een vijfde periode van voorafbetalingen tussen 21 december en 20 februari met bonificatie ingevoerd vanaf aj. 2027.
  • Als meer dan 20% van de belastbare bezoldigingen aan bedrijfsleiders en werknemers (collectief per categorie te evalueren) bestaat uit forfaitaire voordelen in natura, zal in het geval van bedrijfsleiders het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting niet van toepassing zijn. In het geval van werknemers zal een (niet-aftrekbare) belasting van 7,5% op het overschot door de werkgever verschuldigd zijn. Van toepassing vanaf aanslagjaar 2027.
  • De minimumbezoldiging van bedrijfsleiders die vereist is om te genieten van het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting van 20% op de eerste 100.000 EUR winst zal vanaf aanslagjaar 2027 stijgen van 45.000 naar 50.000 EUR en zal ook jaarlijks worden geïndexeerd. 

Andere fiscale maatregelen

  • Computerprogramma’s zullen opnieuw onder het materiële toepassingsgebied van de regeling voor auteursrechten vallen vanaf 2026.
  • In het kader van art. 90, eerste lid, 1° WIB wordt een «de minimis» regeling ingevoerd: vanaf 2026 geldt een onweerlegbaar vermoeden van normaal beheer van privé-vermogen (en dus vrijstelling) tot 2.000 EUR («Vinted-vrijstelling»).
  • In de toekomst zal voor ieder kind dezelfde toeslag op de belastingvrije som worden toegekend. De toeslag voor 1 of 2 kinderen wordt geleidelijk verhoogd. De toeslag voor het eerste en tweede kind wordt gelijkgeschakeld vanaf 2029. De indexering van de toeslagen wordt tijdelijk bevroren. De toeslag op de belastingvrije som voor alleenstaande ouder enkel nog voor werkelijk alleenstaande ouder gelden vanaf 2029. De belasting op de belastingvrije som wordt opnieuw berekend aan hetzelfde tarief als dat van de basisbelasting.
  • De minimumleeftijd voor het tarief van 16,5% op de eerste schijf van bezoldigingen van jonge sporters wordt verlaagd naar 15 jaar vanaf 2026.