De federale regering heeft een voorontwerp van wet goedgekeurd dat een belasting op meerwaarden op financiële activa invoert in overeenstemming met het coalitieakkoord. Het voorontwerp zal nu ter juridische toetsing naar de Raad van State worden gestuurd. Parlementaire goedkeuring wordt op zijn vroegst in september verwacht. De nieuwe regels zullen vanaf 1 januari 2026 van kracht worden.

Volgens het wetsontwerp zal de nieuwe meerwaardebelasting van toepassing zijn op particulieren en op rechtspersonen die onderworpen zijn aan de Belgische rechtspersonenbelasting (met uitzondering van rechtspersonen die erkend zijn om aftrekbare giften te ontvangen), maar niet op vennootschappen.

Het doel van het voorontwerp is om alle overdrachten (onder bezwarende titel) van financiële activa buiten de uitoefening van een beroepswerkzaamheid en binnen het normale beheer van privévermogen te belasten als diverse inkomsten. Er moet worden opgemerkt dat de overdracht van aandelen (maar ook van andere financiële activa) wanneer dit buiten het normale beheer van privévermogen gebeurt, nog steeds belastbaar is tegen 33%.

Het voorontwerp onderscheidt drie categorieën van belastbare meerwaarden:

  1. Interne meerwaarden als gevolg van de overdracht (verkoop) van aandelen en winstbewijzen aan een koper die alleen of samen met zijn familie door de verkoper wordt gecontroleerd.
  2. Meerwaarden op aanmerkelijk belang na de overdracht van aandelen in geval van een deelneming van minstens 20% door de verkoper alleen.
  3. Meerwaarden bij andere overdrachten van financiële activa.

Welk tarief is van toepassing?

1)     Een interne meerwaarde wordt belast tegen 33%.

2)     De overdracht van een aanmerkelijk belang wordt als volgt belast:

Eerste 1 MEUR (over periode van 5 jaar)

Vrijgesteld

Schijf tussen 1 MEUR en 2.5 MEUR

1.25%

Schijf tussen 2.5 MEUR en 5 MEUR

2.5%

Schijf tussen 5 MEUR en 10 MEUR

5%

Schijf boven 10 MEUR

10%

 

In geval van overdracht naar een niet-EER-entiteit, geldt een enkel tarief van 16,5% (met ook de vrijstelling van de eerste 1 miljoen EUR).

3)     Andere overdrachten van financiële activa: 10%, waarbij de eerste 10.000 EUR (onderhevig aan jaarlijkse indexering) vrijgesteld zal zijn. Indien de vrijstelling niet wordt gebruikt, kan een aanvullende vrijstelling van maximaal 1.000 EUR in het volgende jaar voor 5 opeenvolgende jaren worden geclaimd, resulterend in een mogelijke maximale vrijstelling van 15.000 EUR na 5 jaar.

Welke financiële activa vallen binnen het toepassingsgebied?

Volgens het voorontwerp vallen de volgende vier soorten financiële activa binnen het toepassingsgebied:

  • Financiële instrumenten, waaronder effecten zoals aandelen, obligaties en andere schuldinstrumenten, geldmarktinstrumenten en deelnemingsrechten in collectieve beleggingsinstellingen.
  • Spaar- of beleggingsverzekeringscontracten, zoals: tak 21, 22, 23, 26 en buitenlandse contracten.
  • Crypto-activa.
  • Valuta's, waaronder o.a. beleggingsgoud.

Wie is de belastingplichtige?

De belastingplichtige is de (blote) eigenaar of rechthebbende.

Welke meerwaarden zijn vrijgesteld?

De volgende meerwaarden zijn tijdelijk vrijgesteld volgens het voorontwerp:

  • Meerwaarden op aandelen in een beleggingsvennootschap of op rechten van deelneming in een beleggingsfonds als gevolg van een (gelijkgestelde) fusie of splitsing (bijv. reorganisatie van compartimenten).
  • Meerwaarden op rechten van deelneming in een contractueel beleggingsfonds als gevolg van omzetting in een beleggingsvennootschap.

De vrijstelling blijft behouden zolang de ontvangen aandelen worden aangehouden.

In het voorontwerp zijn de volgende meerwaarden permanent vrijgesteld:

  • Bepaalde meerwaarden bij inbreng van aandelen (die niet onder de vrijstelling van art. 95 WIB vallen).
  • Meerwaarden op financiële activa die genieten van een belastingvermindering voor langetermijnsparen (tweede en derde pijler pensioenen).
  • Meerwaarden op financiële activa die al belastbaar zijn als roerende of beroepsinkomsten of onderworpen zijn aan de taks op het langetermijnsparen (bijv. inkomsten die al onderworpen zijn aan de 'Reyndersbelasting').

Wat in geval van emigratie?

Het voorontwerp introduceert ook een exit taks wanneer de eigenaar van financiële activa zijn woonplaats of zetel van fortuin naar het buitenland verplaatst.

  • Betaling wordt echter automatisch uitgesteld in geval van een verhuizing binnen de EER of naar een verdragsland (met clausules voor informatie-uitwisseling en wederzijdse invorderingsbijstand). Het uitstel eindigt in geval van een overdracht van activa of in geval van een verhuizing buiten de EER of een verdragsland.
  • Uitstel van betaling kan gebeuren op verzoek in geval van een verhuizing buiten de EER of een verdragsland, mits voldoende waarborg voor betaling wordt gegeven. Het uitstel van betaling eindigt in geval van een overdracht van activa.
  • De betalingsverplichting eindigt in geval van herimmigratie naar België of in ieder geval na 24 maanden.

Hoe wordt de belastbare meerwaarde bepaald?

  • De meerwaarde is gelijk aan de ontvangen prijs minus de aanschaffingswaarde. Kosten of belastingen worden niet afgetrokken.
  • Kan worden afgetrokken: minderwaarden geleden tijdens hetzelfde belastbaar tijdperk binnen dezelfde categorie (1, 2 of 3) van belastbare meerwaarden.
  • De FIFO-methode (First In, First Out) moet worden gebruikt wanneer activa van vergelijkbare aard op verschillende tijdstippen zijn gekocht.
  • Voor aandelenopties en aandelen met prijsvermindering is de aanschaffingswaarde gelijk aan de waarde van de aandelen op het moment van uitoefening van de optie of op het moment van verwerving van de aandelen of de waarde van de optie op het moment van mogelijke uitoefening.
  • In geval van emigratie is de ontvangen prijs gelijk aan de waarde op het moment van emigratie. In geval van immigratie is de aanschaffingswaarde gelijk aan de waarde op het moment van immigratie.
  • Voor activa in vreemde valuta moet de wisselkoers op het moment van aanschaf en realisatie worden gebruikt.
  • Vrijstelling van historische meerwaarden: indien activa zijn verworven vóór 1/1/26, voorziet het voorontwerp dat de aanschaffingswaarde gelijk is aan de waarde per 31/12/25, tenzij de aanschaffingswaarde hoger is (tot 31 december 2030).
    • De waarde per 31/12/25
      • Voor beursgenoteerde financiële activa is gelijk aan de slotkoers van 2025.
      • Voor levensverzekeringen en kapitalisatieverrichtingen is gelijk aan de hoogste van de inventarisreserve op 31/12/25 of de som van de betaalde premies.
      • Voor niet-beursgenoteerde financiële activa is gelijk aan de hoogste van
        • De waarde toegepast tussen onafhankelijke partijen, bij de oprichting van de vennootschap of de laatste kapitaalverhoging in de loop van 2025.
        • De waarde die het resultaat is van een waarderingsformule in een contract of een contractueel aanbod van verkoopoptie die effectief is per 1/1/26.
        • In geval van aandelen en met aandelen gelijkgestelde instrumenten: eigen vermogen + 4 x EBITDA van de laatste jaarafsluiting vóór 1/1/26. Alternatief kan de belastingplichtige ook een waarde toepassen die is bepaald door een bedrijfsrevisor die niet de commissaris is of een onafhankelijke gecertificeerde accountant uiterlijk op 31/12/26.

Hoe wordt de belasting geïnd?

Met betrekking tot meerwaarden gerealiseerd op overdrachten van financiële activa (categorie 3 - financiële instrumenten en verzekeringscontracten) moet de belasting aan de bron worden ingehouden via een Belgische tussenpersoon. De vrijstelling van de eerste 10.000 EUR, de aftrek van minderwaarden en de eventuele hogere aanschaffingswaarde worden niet in aanmerking genomen bij het inhouden van de belasting. De belastingplichtige kan er ook voor kiezen om de belasting niet te laten inhouden (toe te passen voor alle financiële activa en alle tussenpersonen). Tussenpersonen moeten de belastingautoriteiten informeren over de keuze van de belastingplichtige en over de inkomsten waarop deze betrekking heeft.

Interne meerwaarden (verkoop) (categorie 1) en meerwaarden op aanmerkelijk belang (categorie 2) moeten worden opgenomen in de fiscale aangifte. De vrijstelling van de eerste 10.000 EUR (categorie 3), de aftrek van minderwaarden en de eventuele hogere aanschaffingswaarde moeten worden aangevraagd via de belastingaangifte. Er is een meldingsplicht voor adviseurs die betrokken zijn bij de opzet van de transacties van categorie 1 en 2.

Hoe kan KPMG u helpen?

Mocht u vragen hebben over de nieuwe meerwaardebelasting, aarzel dan niet om contact op te nemen met uw KPMG-adviseur. Het is belangrijk om uw huidige situatie te evalueren en, waar nodig, u voor te bereiden op de invoering van de meerwaardebelasting. De waardering van financiële activa per 31 december 2025, en vooral van niet-beursgenoteerde aandelen, zal cruciaal zijn. De belastingautoriteiten kunnen altijd de waardering betwisten als ze deze te hoog achten en zullen in dit verband geen tijdsbeperking hebben, zelfs als de transactie die resulteert in de meerwaarde pas vele jaren later plaatsvindt. KPMG kan u helpen bij het opstellen van een goed gedocumenteerd waarderingsrapport. Wij houden u op de hoogte van de toekomstige ontwikkelingen.