Elk jaar raakt de wereld steeds meer met elkaar verbonden en neemt de afhankelijkheid van organisaties toe. Ook raken Informatie Technologie (IT)- en Operationele Technologie (OT)-structuren bij veel organisaties steeds meer geïntegreerd. Een (cyber)aanval, storing of en ongeluk in krijgt hierdoor steeds grotere gevolgen. In deze snel veranderende dreigingsomgeving introduceert de Europese Unie de NIS2-richtlijn: aangescherpte wetgeving die organisaties in kritieke sectoren verplicht hun digitale en fysieke beveiliging te versterken. Dit moet bedrijven en kritieke infrastructuren beter beschermen tegen aanvallen en incidenten. De richtlijn is op Europees niveau al van kracht, en wordt momenteel omgezet naar nationale wetgeving . Nederland haalde de deadline van oktober 2024 daarin niet, en brengt naar verwachting in het derde kwartaal van 2025 de Nederlandse “Cyberbeveiligingswet (Cbw)” uit. Deze wet is ook van toepassing op de meeste Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO’s) in Nederland. KPMG organiseerde op 3 februari een NIS2 diner voor de toezichthouders van de ZBO’s. Tijdens het KPMG-event werden de nieuwe richtlijn, de verwachte vereisten, en de rol van toezichthouders uitgebreid besproken.
Met de komst van de Network and Information Security-directive (NIS2) moeten meer sectoren aan strengere eisen voldoen dan bij de voorganger, de NIS. Naast de bekende kritieke sectoren zoals energie, zorg, transport en de overheid, vallen ook ZBOs als onderdeel van de Rijksoverheid onder deze richtlijn. De richtlijn is in het leven geroepen met als doel beveiligingsrisico’s te beheren en daarmee de impact van incidenten op hun diensten én ontvangers te beperken. De regelgeving is complex en er kunnen landelijke interpretatie- en implementatieverschillen optreden. Dit maakt het lastig om een gerichte en passende aanpak te bepalen, en kan leiden tot onduidelijkheid bij organisaties in scope. Daarom is het van belang dat bestuurders en toezichthouders scherp hebben wat er van hen verwacht wordt, waarbij de toezichthouders kunnen ondersteunen met de juiste vragen en een controlefunctie.
Wat vraagt de NIS2?
De NIS2 vereist een integrale benadering van beveiliging, waarin Informatie Technologie (IT)-beveiliging, Operationele Technologie (OT) en fysieke bescherming hand in hand gaan. Het gaat hierbij om bestuurlijk verantwoordelijkheid, zorgplicht en risicobeheer en het naleven van meldplicht bij een incident. En dat stopt niet bij de eigen organisatie: als organisatie – en dus ook als ZBO – draag je met de NIS2 gedeelde verantwoordelijkheid voor de veiligheid en continuïteit van het gehele ketenproces. Des te belangrijker is het voor toezichthouders om te weten wat de richtlijn inhoudt, welke impact deze heeft op de ZBO’s en wat zij kunnen betekenen ter ondersteuning van het bestuur.
Wat betekent het voor organisaties?
Organisaties die aan de NIS2 moeten voldoen staat voor verschillende uitdagingen. Ten eerste is er de vraag over scoping: welke organisaties vallen onder de richtlijn en in hoeverre zijn indirecte partijen betrokken? Dit wordt bepaald op basis van omzet, aantal medewerkers en sector. Het kan ook zijn dat je als organisatie buiten de scoping valt, maar wel met de NIS2 te maken krijgt, doordat je via een leverancier aan richtlijnen moet voldoen. Moet je als organisatie aan de richtlijn voldoen, dan spelen er drie grote uitdagingen:
1. Bestuur- en risicomanagement
Bestuur- en risicomanagement vragen veel aandacht. Het bestuur draagt binnen de NIS2 namelijk de verantwoordelijkheid voor het veilig houden van de essentiële diensten en moet zorgen dat het de omgeving, dienstverlening en de risico’s hierop goed begrijpt. Dit betekent ook dat het bestuur een brede verantwoordelijkheid op het gebied van (cyber)veiligheid draagt, wat verschillende uitdagingen met zich meebrengt. Veel bestuurders hebben onvoldoende kennis van cybersecurity, beveiliging en protocollen, of van de taal die binnen IT- en risicobeheer wordt gesproken. De risico’s die bij verschillende afdelingen liggen, worden daardoor niet altijd als samenhangend gezien. Een oplossing hiervoor is gebruik te maken van het three-lines model, of het opzetten van een Risk Board, waarin verschillende risicomanagementdisciplines, waaronder cybersecurity, samenkomen om integrale besluitvorming mogelijk te maken.
Het management van organisaties wordt ook persoonlijk aansprakelijk gehouden voor de naleving en de rapportageverplichting en kan flinke boetes krijgen wanneer dit niet wordt nageleefd. Voor de kennis en naleving van de richtlijn geldt dat bewustwording en training van bestuur en personeel van groot belang zijn.