• Jeroen Gielen, Partner |

De introductie van de nieuwe financiële verslaggevingsstandaarden IFRS 9 en IFRS 17 zal leiden tot een gemiddeld lager eigen vermogen, maar de gevolgen voor de aansturing van ondernemingen zullen beperkt blijven, zo verwachten verzekeraars. KPMG analyseerde de jaarrekeningen over 2022 van zestig grote verzekeraars om de verwachte impact van de nieuwe standaarden in kaart te brengen. Een derde van de onderzoeksgroep kon (nog) geen inschatting geven.

Vanaf dit jaar is de toepassing van de nieuwe verslaggevingsstandaarden IFRS 17 en 9 verplicht voor verzekeraars. In hun jaarrekening over 2022 rapporteren verzekeraars daarom al over de impact die deze stelselwijziging naar hun verwachting zal hebben. IAS 8 (de internationale boekhoudstandaarden) schrijft dit ook voor: als er iets gaat veranderen in de verslaggeving, moeten de stakeholders van de onderneming daarover worden geïnformeerd. KPMG inventariseerde wat zestig grote, internationale verzekeraars nu al melden over de gevolgen van IFRS 17 en 9 voor hun cijfers.

IFRS 17 heeft betrekking op de waardering van verzekeringsverplichtingen en IFRS 9 op de waardering van financiële activa. Grofweg gezegd gaat dus de hele balans op de schop; niet voor niets wordt er al jaren over deze nieuwe regels gediscussieerd. De nieuwe standaarden betekenen dus dat verzekeraars uniform en op geheel nieuwe wijze hun balans en P&L moeten bepalen. IFRS 17 en 9 zullen de financiële prestaties van verzekeraars dus transparanter en onderling beter vergelijkbaar maken. De financiële markten doen daar hun voordeel mee.

Onderlinge vergelijkbaarheid zal echter niet van de ene op de andere dag worden gerealiseerd, zo valt mede af te leiden uit het onderzoek van KPMG naar de jaarrekeningen 2022 van zestig grote verzekeraars. Het feit dat standaarden uniform zijn, wil immers niet zeggen dat er niets meer te kiezen valt, en IFRS 17 en 9 bieden inderdaad meerdere vrijheidsgraden. Uit de mededelingen die verzekeraars hierover hebben gedaan, blijkt dat ze inderdaad van die vrijheidsgraden gebruik (gaan) maken. In ieder geval de eerste jaren. De verwachting is echter dat op den duur de vergelijkbaarheid zal toenemen, bijvoorbeeld als beleggers of vermogensbeheerders daarop gaan aandringen.

De vrijheidsgraden zijn van belang omdat de nieuwe standaarden verschillende gevolgen kunnen hebben voor de verschillende typen verzekeraars. Zo is de verwachting dat het eigen vermogen gemiddeld (licht) zal dalen. Van de 44 verzekeraars die hierover rapporteerden, denken 18 dat de verschillen minimaal zullen zijn, terwijl 23 denken dat ze lager zullen uitkomen. Vijf verzekeraars verwachten zelfs een daling van meer dan 30 procent. Dit betreft vooral verzekeraars met (ook) levensverzekeringen in hun portefeuille. Schadeverzekeraars zien niet zulke grote verschillen ontstaan: van de 11 schadeverzekeraars in deze groep van 44 voorzien er slechts vier een daling en die zal naar verwachting niet meer dan 20 procent bedragen.

Op veel andere fronten is de verwachte impact beperkt, zo geven verzekeraars aan, waarbij ze overigens alle mogelijke vormen van voorbehoud hanteren. Op basis van activiteiten en de ontwikkelingen in de financiële markten in het jaar 2023 kan de impact van de nieuwe standaarden natuurlijk ook weer variëren.

Dat geldt ook voor de verwachting of IFRS 17 en 9 gevolgen zullen hebben voor de bedrijfsvoering van verzekeraars. Uiteraard is de impact op het financiële proces zeer groot: alles moest anders, kort gezegd. Maar hoe ligt dat voor de sturing? Verreweg de meeste partijen geven aan dat het merendeel van de bestaande KPI's onaangetast zal blijven. Alleen levensverzekeraars en zorgverzekeraars zeggen een verandering te verwachten en wel ten aanzien van de nieuwe productie. Deze zal mede gestuurd worden op de 'nieuwe' CSM, de contractual service margin oftewel de onverdiende winst (een deel van de op te nemen voorziening). Dit nieuwe concept geeft inzicht in de winstgevendheid van de producten die de verzekeraar verkoopt.

Deze inventarisatie geeft daarmee de eerste contouren weer van wat de gevolgen van IFRS 17 en 9 zullen zijn voor verzekeraars. Het is in ieder geval werk in uitvoering, zo geven alle onderzochte verzekeraars aan. Dat blijkt ook wel uit de grote verschillen in de detaillering van hun verwachtingen. Waar de ene verzekeraar exacte cijfers geeft voor praktisch elke post (30 procent levert een volledig aangepast off-balance sheet), volstaat een andere met puntschattingen, terwijl een derde alleen bandbreedtes aangeeft. 11 procent van de geanalyseerde verzekeraars verstrekt helemaal geen cijfers en geeft alleen een kwalitatieve beschrijving van de verwachte effecten.

Ook uit dit gegeven blijkt wel dat Keulen en Aken niet op één dag zijn gebouwd. Van echte uniformiteit in verslaggeving is vooralsnog  geen sprake, ook al zetten verzekeraars met IFRS 17 en 9 een flinke stap in de richting van meer transparantie en vergelijkbaarheid.

Wilt u meer weten over de impact van deze nieuwe verslaggevingsstandaarden? Het onderzoek 2022 insurers’ reporting on IFRS 17 and IFRS 9 is hier te downloaden.