• Hylke Kingma, Partner |

Naar schatting is 30% van het wereldwijde datavolume zorg gerelateerd. De gezondheidszorg is in relatief korte tijd veranderd in een sector waarin een enorme hoeveelheid data wordt verwerkt. Maar het potentieel van deze data wordt nog lang niet effectief benut. Om zorg te verbeteren of uitkomsten meer gericht te voorspellen. Het beter benutten van data kan een grote stap voorwaarts betekenen en digitalisering helpen versnellen. De belofte is groot: verhoging van de kwaliteit tegen lagere kosten. Maar bovenal het verhogen van de effectiviteit en beter gebruiken van beschikbare capaciteit. Want in de zorg geldt: “currency is time”, aldus Hylke Kingma, partner digital health bij KPMG.

Kunstmatige intelligentie (AI) neemt momenteel een enorme vlucht. Op veel plekken wordt geëxperimenteerd met AI-modellen en de toepassing daarvan in de zorg. De komst van ChatGPT heeft net als in andere sectoren, ook in de zorg voor een enorme beweging gezorgd. Hylke Kingma: “De complexiteit en kracht van de technologie groeit zo hard, dat het voor een zelfstandig ziekenhuis bijna onmogelijk is om voldoende gewicht te geven tegenover de leveranciers van deze technologie. Er zijn nieuwe coalities nodig om samen deze technologie goed te laten landen in de zorg. En daarnaast nieuwe vormen van samenwerking tussen zorgorganisaties en technologie leveranciers.”

Joost Huiskens, account executive bij Microsoft, spreekt van de paradox van AI. “Aan de ene kant wil je graag zorgdata beschikbaar maken en AI-inzichten toepasbaar maken, maar aan de andere kant wil je dergelijke technologie inzetten in de meest gereguleerde industrie in de wereld. Dat is een ingewikkelde puzzel. ChatGPT gaat heel snel. Als je kijkt naar de mogelijkheden van de nieuwste vormen van AI zijn ze enorm, maar wat willen we ermee? We kunnen administratieve lasten reduceren, maar wat willen we daarna bereiken? Het is cruciaal om daarover na te denken, want de stappen die je nu neemt, vertellen veel over waar je uiteindelijk naartoe gaat.” 

Niet uitwisselen maar delen

Voorwaarde voor een efficiënt gebruik van AI is de beschikbaarheid van data. Wat dat betreft is er nog een lange weg te gaan. Dat is waarom Cumuluz veel waarde kan bieden. Gezondheidsdata die nu versnipperd wordt vastgelegd in een groot aantal EPD-systemen, wordt door Cumuluz meer centraal beschikbaar gemaakt. Zo ontstaat de mogelijkheid voor iedere patiënt om in Cumuluz één levensloopdossier met daarin alle relevante medische informatie te creëren.

Simon Vermeer, CIO van het Erasmus MC, een van de initiatiefnemers achter Cumuluz, legt uit: “Er mist in Nederland een centrale plaats  van waaruit de gehele medische geschiedenis en alle relevante actuele data van een Nederlandse patiënt ontsloten worden. Er is dus één plek nodig waarin alle patiëntdata beschikbaar zijn en waaraan zowel zorgverleners als patiënten data kunnen toevoegen;  het levensloopdossier. Dit maakt niet alleen regiozorg gemakkelijker, maar maakt het gemakkelijker nieuwe diensten te ontwikkelen op basis van dit dataplatform. Bijvoorbeeld het gebruik van algoritmen in het zorgproces of ten behoeve van preventie.

Cumuluz is een modern dataplatform dat uitgaat van een model waarin niet uitwisseling centraal staat, maar permanent delen. Het laat zich wat dat betreft goed vergelijken met bijvoorbeeld een GoogleDoc. Daarin kunnen allerlei deelnemers wijzigingen aanbrengen, zonder dat een enkel document steeds moet worden rondgemaild. Dat is toch nog de manier waarop veel patiëntdata zijn ontsloten. Er zijn op dit moment naar schatting tussen de acht- tot negenduizend verschillende plekken waar patiëntdata zijn vastgelegd; van huisartsenposten tot ziekenhuizen en GGD’s.

Sneller ontslag uit het ziekenhuis door AI

COVID-19 heeft allerlei uitdagingen in de zorg blootgelegd die al langer speelden. Er zijn grote (en nog steeds groeiende) tekorten in personeel waardoor de werkdruk toeneemt. Bij een toenemende zorgvraag, moet meer zorg door minder mensen worden geleverd. AI kan daarbij verlichting bieden.

Michel van Genderen, intensivist bij het Erasmus MC, schetst een aantal voorwaarden om succesvol AI te implementeren in een zorgorganisatie. Zo is het cruciaal om alle stakeholders bij het proces te betrekken. Zowel artsen als IT’ers en bestuurders moeten in een vroeg stadium worden meegenomen. Daarnaast is het van belang om een uniform proces op te zetten waarin iedereen weet wat hij of zij doet en moet doen. Schrijf dit proces uit en zorg ervoor dat daarvoor externe validatie wordt verkregen. Tot slot moet de kwaliteit van de data waarmee de AI aan de slag gaat uniform en kwalitatief hoogwaardig zijn.

Voldoen aan deze voorwaarden maximaliseert de kans op succes. Een succes dat bijvoorbeeld tot uitdrukking is gekomen door een onderzoek waaraan Van Genderen meewerkte. Een AI-model helpt artsen en verpleegkundigen van het Erasmus MC te voorspellen hoelang een patiënt opgenomen moet blijven na een operatie. En wat blijkt uit het model? Vaak kan de ligduur korter: voor patiënten is dat aangenamer want zij herstellen liever thuis en bovendien ontlast dit de zorg. 

Het belang van samenwerken

De drang om zorg te verbeteren leeft bij zorgprofessionals in heel Nederland en er zijn verschillende initiatieven om dit te bewerkstelligen met behulp van datadelen. mProve is zo’n initiatief: een samenwerkingsverband van zeven topklinische ziekenhuizen. Zij willen door innovatie - onder andere door betere omgang met data en door betere samenwerking, de zorg die zij bieden optimaliseren. Dat gebeurt door zorgverbetertrajecten, passende zorg, datamanagement en digitalisering. “De mProve CIO's bundelden de krachten om samen tot resultaat te komen”, aldus Mark van der Velden, CIO Rijnstate Ziekenhuis.

Michel Hofman, CIO van Isala Zwolle zegt daarover het volgende: “Op een aantal thema’s bundelen we onze krachten om zorg merkbaar beter te maken. Een van de doelen van mProve is dat onze patiëntenzorg in 2025 voor 25% plaatsvindt buiten de muren van het ziekenhuis. Dat verlicht de druk op de zorg enorm. We kijken daarbij voortdurend naar wat we van elkaar kunnen leren, daarom hebben we een dataplatform opgericht om te zien wat we van elkaar kunnen leren. We hebben een doelarchitectuur opgezet. Samenwerken onder architectuur betekent dat er afspraken zijn waarin de samenwerking is afgestemd, waarin tegelijkertijd is bepaald naar welk doel wordt gestreefd en wie welke rol vervult. In de rest van de medische wereld zijn in samenwerkingsverbanden opvallend weinig afspraken van dien aard. Er is juist veel te winnen door dat beter in te kaderen.”