• Machiel Koper, Director |
  • Olivier Roodenburg, Senior Manager |

In de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel worden veel berekeningen gemaakt. Correcte rekenmodellen scheppen duidelijkheid voor deelnemers en vergroten het vertrouwen. Aan de andere kant leiden ondoordachte modellen, verkeerde calculaties en onrealistische uitkomsten juist tot meer onzekerheid. Pensioenfondsen kunnen daarom niet zonder gedegen modelvalidatie.

Inleiding

De transitie naar het nieuwe pensioenstelsel bestaat uit meerdere onderdelen. Deze onderdelen staan niet los van elkaar. Ieder element heeft impact op de evenwichtigheid van de gehele transitie. Met de transitie wordt gedoeld op de overstap naar een premieregeling met een leeftijdsonafhankelijke premie, inclusief alle afspraken over invaren, compensatie en een evenwichtige uitkomst.

Wat evenwichtig is, valt niet op voorhand te zeggen. Dit is een open norm die zich richt tot pensioenfondsbestuurders. Zij dienen immers de belangen van de verschillende risicodragers op evenwichtige wijze af te wegen en hierover verantwoording af te leggen. Gelet hierop is het essentieel dat de (aannames voor de) achterliggende berekeningen voor de besluitvorming adequaat en correct zijn.

Pensioenfondsen kunnen zich in dit kader niet veroorloven van modelvalidatie een bijzaak te maken. Of het nu gaat om invaren, de solidariteitsreserve, het toewijzen van rendement in de solidaire premieregeling of het berekenen van netto profijt: rekenmodellen vervullen de komende jaren een hoofdrol in de pensioentransitie. Met modellen kunnen fondsen bijvoorbeeld berekenen of deelnemers beter af zijn in het nieuwe stelsel, en zo nee, welke compensatie daartegenover zou kunnen staan.

Ruis voorkomen

Het gaat om complexe berekeningen die niet altijd goed uitlegbaar zijn. Verkeerde modellen zorgen voor ruis, wat weer gladgestreken moet worden. Het nieuwe pensioenstelsel kent veel voordelen. Het zou jammer zijn als je de verkeerde keuzes maakt, of dat het vertrouwen bij deelnemers ontbreekt, alleen omdat de rekensommen niet kloppen. De berekeningen raken direct iedere individuele deelnemer en welke waarde er na invaren in ieders persoonlijke pensioenpot terecht komt. Modelvalidatie geeft uitsluitsel of de gemaakte aannames juist zijn, het rekenmodel functioneert en of de gehanteerde scenario’s passend zijn voor de situatie van een fonds.

Modelbouw in twee fases

Het creëren van modellen gebeurt in twee fases: een conceptuele fase en een technische fase. De conceptuele fase bestaat onder andere uit het verzamelen van documentatie en data, het kiezen van een methode en het vastleggen van de uitgangspunten.

Na de conceptuele fase kunnen de modelbouwers aan de slag en start de technische fase waarin het model gebouwd wordt. KPMG adviseert beide fases apart te valideren. Fondsen moeten eerst weten dat wetgeving goed is geïnterpreteerd, vóórdat het model wordt gebouwd. Anders kunnen ze bij fouten weer terug naar de tekentafel en dat kost extra tijd.

Gevoeligheden en plausibiliteit

Ook gevoeligheidsanalyses zijn belangrijk en onderdeel van validatie, zodat inzicht gekregen wordt in de impact van veranderingen (bijvoorbeeld in wetgeving en in de financiële markten). Een check op de plausibiliteit van de resultaten is daarbij noodzakelijk: gaan er alarmbellen af bij onrealistische uitkomsten? Dit geeft een beeld bij de gevoeligheid van bijvoorbeeld de compensatielast bij veranderingen in rente en inflatie. Daardoor kan vroegtijdig besproken worden hoe omgegaan wordt met dergelijke veranderingen bij het updaten van berekeningen.

Daarnaast is ook belangrijk om de governance op de modellen goed in te richten. Rollen moeten strak worden gedefinieerd. Maak duidelijk wie de modeleigenaar is, wie de berekeningen maakt, wijzigingen doorvoert en besluiten neemt. Het is belangrijk dat niet ‘Jan en Alleman’ wijzigingen kan doorvoeren in het model, want dan raak je onbewust steeds verder af van het gevalideerde model. Hoe meer handmatige bewerkingen, hoe foutgevoeliger het model wordt. Met een goede governance op het model kan je dit soort situaties voorkomen en houd je grip op het model.

Validatierapport

De traceerbaarheid van wijzigingen (of het gebrek daaraan) is één van de bevindingen die in een validatierapport kunnen belanden. Een validatierapport geeft verder een oordeel over de onderbouwing van de uitgangspunten en het gebruik van data. Het rapport concludeert of het onderzochte model ‘fit for purpose’  is of niet, en geeft aanbevelingen met een termijn waarbinnen bevindingen opgelost moeten worden. Zo helpt modelvalidatie pensioenfondsen aan de juiste cijfers voor een soepele transitie.

Bekijk hier de KPMG-webcast Masterclass Modelvalidatie van 15 december 2022 voor meer informatie over het valideren van modellen in het nieuwe pensioenstelsel.