Amstelveen, Brussel, 26 juni 2023 – Na jaren van onderhandelen hebben Nederland en België op 21 juni 2023 een nieuw belastingverdrag ondertekend. Wat zijn de belangrijkste wijzigingen en wat betekent het nieuwe verdrag voor bijvoorbeeld ondernemingen en particulieren die grensoverschrijdend actief zijn of bezittingen hebben?
Cees Nijman, partner bij KPMG Meijburg & Co en Kizzy Wandelaer, executive director bij KPMG in België, geven de essentie kort weer.
Het nieuwe verdrag bevat diverse vereenvoudigingen voor ondernemen en werken over de grens.
Een belangrijke verbetering is dat het nieuwe verdrag voorziet in een vrijstelling van dividendbelasting wanneer een dochtermaatschappij in het ene land dividend uitkeert aan haar moeder in het andere land, op voorwaarde dat de moeder een aandelenbelang houdt in de dochter van ten minste 10% gedurende een periode van ten minste 365 dagen. Onder het huidige verdrag wordt slechts voorzien in een verlaging van dividendbelasting tot 5%.
Nederland is niet langer bevoegd om onder omstandigheden 10% belasting te heffen over interest die wordt betaald door een debiteur in Nederland aan een crediteur in België.
Voor statutaire bestuurders wordt voortaan een knip gemaakt tussen de werkzaamheden die zij verrichten als statutair bestuurder en de overige werkzaamheden. Dit kan betekenen dat bestuurders voortaan in twee landen belasting moeten betalen, in plaats van alleen in het land waar de vennootschap is gevestigd.
In tegenstelling tot wat de gepensioneerden hoopten, verandert er niets aan het complexe pensioenartikel.
(Hoog)leraren, sporters en artiesten vallen niet langer onder een speciale regeling; zij worden voortaan belast als ‘gewone’ werknemers en ondernemers.
België verleent geen credit voor de Nederlandse dividendbelasting (15%) die wordt geheven op dividenden die worden uitgekeerd vanuit Nederland aan een natuurlijke persoon die inwoner is van België. De belastingdruk op Nederlandse ondernemingswinsten die worden uitgekeerd aan een aandeelhouder in België bedraagt derhalve de optelsom van 25,8% Nederlandse vennootschapsbelasting plus 15% Nederlandse dividendbelasting plus 30% Belgische personenbelasting vermeerderd met Belgische gemeentelijke opcentiemen (totale druk van 57%).
Daarnaast bevat het verdrag een aantal antimisbruikbepalingen waardoor een bedrijf dat is gevestigd in het ene land sneller dan nu het geval is winstbelasting moet betalen in het andere land waar het actief is. Er is tevens voorzien in een algemene antimisbruikbepaling waardoor het verdrag kan worden geweigerd als een constructie of transactie als doel heeft om belasting te vermijden.