Regeerakkoord van de nieuwe Belgische federale regering

De onderhandelende partijen bereikten op 31 januari 2025 een regeerakkoord voor de vorming van een nieuwe Belgische federale regering. De beleidskeuzes en overeengekomen maatregelen van de nieuwe regering worden uiteengezet in het federale regeerakkoord 2025-2029.

Het regeerakkoord voorziet in een belastinghervorming. Deze hervorming is bedoeld om de koopkracht van werkende mensen te versterken en het concurrentievermogen van de economie te vergroten. Ze is gericht op het stimuleren van investeringen die bijdragen aan een klimaattransitie en een duurzame economie. Ook worden de bestaande belastingregelingen voor onderzoek en ontwikkeling behouden.

De belangrijkste belastingmaatregelen van het regeerakkoord worden hieronder samengevat.

• DBI-aftrek (definitief belaste inkomsten)
  • De aftrek voor ontvangen dividenden wordt een vrijstelling.
  • De minimum participatievoorwaarde van 10% blijft bestaan, maar de alternatieve minimum aanschaffingswaarde van 2,5 MEUR wordt verhoogd naar 4 MEUR. De deelneming moet ook de aard van een financieel vast actief hebben. De strengere voorwaarden gelden niet voor KMO's (cfr. art. 2, §1, 4°/1 WIB), maar enkel voor en tussen grote ondernemingen.
  • Voor DBI-Beveks zal een belasting van 5% worden ingevoerd op de meerwaarde bij uitstap. Er zal geen verrekening van roerende voorheffing mogelijk zijn, tenzij een minimum bedrijfsleidersbezoldiging wordt toegekend (zie ook hieronder).

• Stimulansen voor O&O:
  • Versnelde afschrijving: grote ondernemingen zullen 40% kunnen aftrekken in het eerste jaar, terwijl KMO's opnieuw degressieve afschrijvingen kunnen toepassen.
  • De vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing zal worden verduidelijkt en verbeterd.
  • Wat de investeringsaftrek betreft, wordt de gewestelijke attesteringsverplichting afgeschaft.
  • Ondernemingen kunnen een erkenning krijgen als onderzoekscentrum waardoor ze kunnen genieten van een stabiel fiscaal rechtskader.
  • Aftrek voor innovatie-inkomensten: geen melding van wijzigingen
  • Rechtszekerheid zal worden geboden door middel van een overeenkomst tussen Belspo en de fiscus.
     
• Managementvennootschappen/uitkering van reserves
  • De minimum bezoldigingsvoorwaarde voor het verkrijgen van het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting van 20% op de eerste 100.000 EUR aan inkomsten wordt verhoogd van 45.000 EUR naar 50.000 EUR en wordt ook geïndexeerd. Maximaal 20% van de bezoldiging mag bestaan uit voordelen van alle aard.
  • Het regime voor liquidatiereserves wordt geharmoniseerd met het VVPRbis-regime: de wachtperiode wordt teruggebracht van 5 naar 3 jaar, uitkeringen na die periode worden belast tegen 6,5% in plaats van 5% vanaf 1 januari 2026 voor nieuwe liquidatiereserves. Vroegere uitkeringen worden belast tegen 30%.
  • Er komt een ondernemersaftrek waarbij een eerste (nog te bepalen) schijf van de winst kan worden afgetrokken. De aftrek zal verder worden verhoogd vanaf 2029.
     
• Andere maatregelen in de vennootschapsbelasting 
  • Fiscale consolidatie (groepsbijdrageregime) zal niet alleen mogelijk zijn bij rechtstreekse participaties, maar ook bij onrechtstreekse participaties. Nieuwe vennootschappen worden niet langer uitgesloten. De DBI-aftrek kan worden toegepast op de ontvangen groepsbijdrage.
  • Interestaftrekbeperking: geen melding van wijzigingen
  • Exit tax: de zetelverplaatsing wordt fiscaal beschouwd als een fictieve liquidatie.
  • Carried interest: er komt een specifiek, concurrerend belastingregime met een maximumtarief van 30% op roerende inkomsten. Er zal geen impact zijn op bestaande plannen.
  • De investeringsaftrek kan onbeperkt worden overgedragen in de tijd, zonder beperkingen. De thematische aftrek wordt verhoogd van 30% naar 40% voor grote vennootschappen (dit is al het geval voor kleine vennootschappen).
  • Het aftrekverbod op de bijkomende belastinggrondslag na een belastingcontrole zal alleen geldig zijn bij herhaaldelijke overtredingen, op voorwaarde dat een belastingverhoging van minstens 10% effectief wordt toegepast en niet in geval van overtredingen te goeder trouw of administratieve vergetelheid.
  • De bijkomende belastinggrondslag mag worden gecompenseerd met de verliezen van het jaar, niet met vorige verliezen.
  • Autokosten: de aftrekbeperking wordt vereenvoudigd, er komt een ruimere overgangsregeling voor hybrides.

• Een belasting ("solidariteitsbijdrage") van 10% zal worden ingevoerd op de toekomstige gerealiseerde meerwaarde op financiële activa, inclusief crypto-activa, opgebouwd vanaf het moment van invoering van de bijdrage. Historische meerwaarden zijn dus vrijgesteld.
  • Minderwaarden kunnen binnen het jaar worden afgetrokken, zonder overdraagbaarheid.
  • De eerste 10.000 EUR (te indexeren) is vrijgesteld.
  • Bij een aanmerkelijk belang van ten minste 20% is altijd 1 MEUR vrijgesteld.
  • Meerwaarden tussen 1 en 2,5 MEUR worden belast tegen 1,25%.
  • Meerwaarden tussen 2,5 en 5 MEUR worden belast tegen 2,5%.
  • Meerwaarden tussen 5 en 10 MEUR worden belast tegen 5%.
  • Meerwaarde vanaf 10 MEUR wordt belast tegen 10%.
     
• Jaarlijkse taks op effectenrekeningen: de nieuwe regering zal onderzoeken hoe ontwijking kan worden aangepakt, conform de aanbevelingen van het Rekenhof.
• Het expat-regime wordt verbeterd met een belastingvrije vergoeding van 35% (in plaats van 30%), de afschaffing van het plafond van 90.000 EUR en een verlaging van de minimale bruto bezoldiging naar 70.000 EUR (in plaats van 75.000 EUR).
• Aandelenopties en warrants: geen melding van wijzigingen.
• Inkomsten uit auteursrechten: geen discriminatie van digitale beroepen. Werken die beschermd zijn onder boek XI, titel 6, van het Wetboek van Economisch Recht komen in aanmerking voor de regeling.
• Nieuw systeem dat verlagingen van de doorstorting van bedrijfsvoorheffing garandeert voor ploegen- en nachtarbeid na afloop van de tijdelijke regeling.
• Hogere nettolonen vanaf 2027 door een verhoging van de belastingvrije som, een verlaging van de bijzondere bijdrage sociale zekerheid en een versterking van de sociale werkbonus.
• Werkgeversbijdragen sociale zekerheid: invoering van een loonplafond, een vermindering onbeperkt in de tijd voor de eerste werknemer van 2.000 euro per kwartaal en een beperkte vermindering voor de tweede tot vijfde werknemer van 1.000 euro per kwartaal gedurende drie jaar.
• Invoering van een kader voor kosten eigen aan de werkgever.
• Brutoloonruil beperkt tot maximaal 20%.
• Invoering van een wettelijk kader voor flexibele beloning.
• Hervorming van het mobiliteitsbudget: mobiliteitsbudget voor iedereen, ook ter vervanging van bestaande tussenkomsten van de werkgever en een gunstige belastings- en sociale zekerheidsbehandeling.
• Bestaande collectieve bonussystemen (CAO 90, winstpremie) zullen worden vereenvoudigd en het toepassingsgebied ervan geharmoniseerd.

Op het gebied van indirecte belastingen zijn de maatregelen gericht op het beïnvloeden van het klimaat, de consumptie, het vereenvoudigen van formaliteiten en het bestrijden van fraude. De volgende maatregelen zijn overeengekomen: 

• BTW-tarieven: 
  • Tijdelijke verlaging van 21% naar 6% voor de levering en installatie van warmtepompen voor een periode van 5 jaar.
  • Uitbreiding van de sloop- en heropbouwregeling van 6% naar leveringen, met behoud van de huidige sociale voorwaarden. Voor leveringen wordt het oppervlaktecriterium verlaagd van 200 m² naar 175 m².
  • Verhoging van 6% naar 21% voor de levering en installatie van een verbrandingsketel op fossiele brandstoffen in het kader van een renovatie (voor woningen ouder dan 10 jaar).
  • Verhoging van 12% naar 21% voor steenkool.
     
• Verduidelijking van de btw-regels: 
  • Publicatie van een nieuwe circulaire met betrekking tot de forfaitaire aftrek van btw op bedrijfsfietsen die zowel zakelijk als privé worden gebruikt (gemengd gebruik). Deze circulaire zal een oplossing bieden voor de moeilijkheden die ontstaan door een gebrek aan kilometeradministratie voor fietsen.
  • Uitwerking van een duidelijke definitie voor renovatie en vernieuwbouw; Analyse van de mogelijke invoering van duurzaamheidscriteria. 
     
• BTW-naleving en rapporteringsverplichtingen:
  • Invoering van "near real time reporting" vanaf 2028 voor B2B-transacties en transacties met geregistreerde kassa's ("GKS"). Dit betekent dat kassa's en betaal- en facturatiesystemen onmiddellijk en automatisch gegevens doorsturen naar de fiscus. Kleine zelfstandigen en kleine vennootschappen zullen ondersteuning krijgen.
  • Uitbreiding van het verplichte gebruik van de witte kassa naar de hele horecasector (d.w.z. hotels, restaurants, cafés) om een level playing field te garanderen, en naar andere fraudegevoelige sectoren. Kleinschalige activiteiten worden getolereerd. De drempel van 25.000 euro blijft behouden met een aangepaste berekeningsmethode.
  • Vereenvoudiging van verschillende btw-registervereisten en afschaffing van de "nihil"-klanten listing n.a.v. de invoering van e-reporting.
  • Uitbreiding van het toepassingsgebied van de btw-vrijstellingsregeling voor schenkingen van goederen aan erkende organisaties (voorwaarde van commerciële verkooptermijn wordt versoepeld en lijst van uitgesloten goederen wordt herzien).
  • Onderzoek naar internationaal verspreide model van loterij met btw-bonnen, om consumenten te stimuleren de btw-ontvangstbewijzen op te vragen en om btw-fraude te bestrijden. 
     
• Accijnstarieven:
  • De accijns op elektriciteit voor bedrijven wordt verlaagd tot het Europese minimum.
  • Bij accijnsaanpassingen niet alleen rekening houden met traditionele tabaksproducten, maar ook met nieuwe varianten en alternatieven (bijv. vaping).
  • De accijnsrestituties op commerciële wegdiesel zullen geleidelijk worden verlaagd tot een niveau zodat we competitief blijven met onze buurlanden.
  • Afschaffing van accijnzen op zerodranken, thee en koffie.
  • Onderzoek welke andere accijnzen kunnen worden verlaagd om grensaankopen tegen te gaan.
     
• Energiebelastingen:
  • Belastingverschuiving op energieproducten om klimaatdoelen te halen zonder de kosten voor huishoudens te verhogen.
  • Vereenvoudiging van de inschepingstaks voor vluchten binnen en buiten de EU door het tarief te harmoniseren tot 5 euro per persoon per vlucht.
  • Pleiten voor de invoering van een belasting op kerosine. 
     
• Verpakkingsheffing:
  •  Verlaging van de verpakkingsheffing voor alle producten die aanzienlijk duurder zijn dan in de buurlanden (bijv. verpakkingsheffing op water).
  • Afschaffing van verpakkingsheffing voor herbruikbare verpakkingen op dranken. 
     
• Wetgeving op het gebied van accijnzen en douane:
  • Start van de werkzaamheden aan een nieuw ontwerp voor een algemene wet inzake douane en accijnzen.
  • De accijnswetgeving zal worden gecodificeerd en gemoderniseerd.

Om de belastingzekerheid te verbeteren, omvatten de overeengekomen maatregelen:

• Contact met controleur: Vergemakkelijking van directe toegang tot de controleur bij alle belastingcontroles en geschillen.
• Horizontaal toezicht: Heropleving van de aanpak van horizontaal toezicht, inclusief nieuwe voordelen (bijv. snellere terugbetalingen en rechtszekerheid).
• Accountbeheer: Introductie en implementatie van accountmanagement door FOD Financiën voor grote ondernemingen.
• Rulingdienst: Behoud van de beslissingsautonomie van de Dienst Voorafgaande Beslissingen en hervorming van de benoemingsprocedure voor de collegeleden.
• Fiscale arbitrage: Om het aantal belastinggeschillen te verminderen, omvorming van de fiscale bemiddelingsdienst in een fiscaal arbitragesysteem, dat alleen toegankelijk zal zijn nadat de administratieve procedure is uitgeput.
• Beginsel van goede trouw: Opname van het beginsel van goede trouw in de wetgeving, inclusief verduidelijking dat wanneer een belastingbetaler werd gecontroleerd op een bepaald element van zijn belastingaangifte en dezelfde aanpak toepast in het volgende jaar of de volgende jaren, hij niet zal worden gepenaliseerd bij een latere controle, op voorwaarde dat de wetgeving niet is gewijzigd.

Om belastingfraude te bestrijden, werden verschillende maatregelen overeengekomen, waaronder:

• Sancties: Hervorming van het beleid en de procedures voor de toepassing van boetes. Voor fouten te goeder trouw zal de automatische belastingverhoging van 10% niet langer worden toegepast, maar zal de belastingbetaler alleen een verwittiging ontvangen. Bij proportionele btw-boetes zal rekening worden gehouden met verzachtende omstandigheden, zoals het ontbreken van financiële gevolgen voor de schatkist.
• Uniforme procedures: Acties voor meer uniforme procedures, termijnen en sancties (d.w.z. boetes, belastingverhogingen en interest) voor zowel directe als indirecte belastingen.
• Verjaring: De termijnen voor belastingcontroles en -aanslagen zullen over het algemeen 3 jaar bedragen (4 jaar voor complexe en semi-complexe belastingaangiften) vanaf 1 januari van het aanslagjaar, behalve in het geval van (een vermoeden van) fraude. In het geval van fraude bedraagt de termijn 7 jaar vanaf 1 januari van het aanslagjaar.
• Goede trouw: Belastingplichtigen die te goeder trouw zijn, zullen hun aangifte kunnen corrigeren zonder sancties (d.w.z. boetes, belastingverhogingen en interest).
• Regularisatie: Nieuwe strengere regels voor permanente regularisaties, inclusief een verhoging van het tarief tot 30% voor niet-verjaard kapitaal en tot 45% voor verjaard kapitaal, behalve voor belastingplichtigen die hun goede trouw kunnen bewijzen.