In België zijn bedrijfswagens nog steeds razend populair. Zowel bij grote bedrijven als bij familiebedrijven zijn bedrijfswagens niet meer weg te denken uit het salarispakket.  Om de elektrificatie van bedrijfswagens te faciliteren voert België verschillende maatregelen en incentives in. KPMG helpt u op weg naar een groener en fiscaal interessanter wagenpark.

De vergroening van het wagenpark uitgelegd

Sinds begin 2023 schiet de vergroening van het Belgische wagenpark echt uit de startblokken. Er treden namelijk heel wat maatregelen in voege om fossiele en hybride wagens te weren en een omschakeling naar elektrische wagens door te voeren.

Een eerste wijziging, specifiek voor hybride wagens, trad al in werking op 1 januari 2023. Voor hybrides die vanaf die datum worden besteld, geldt een beperking op de aftrekbaarheid van de benzine- of dieselkosten tot 50%. Daarbij is vooral de datum bepalend waarop de bestelbon of leaseovereenkomst wordt opgesteld en ondertekend. Als de wagen nog voor 1 januari 2023 werd besteld, maar pas na die datum werd geleverd, is de beperkte aftrekbaarheid van de brandstof niet van toepassing. De overheid wil met deze maatregel het elektrische gebruik van hybride wagens stimuleren en vermijden dat bestuurders al te vaak beroep doen op fossiele brandstoffen. In de praktijk merken we steeds vaker dat werkgevers daarom een tanklimiet zetten op de tankkaart voor hybride modellen.

Hetzelfde principe geldt ook voor de andere maatregelen die vanaf 1 juli 2023 in werking treden. Concreet volgt er vanaf 1 juli 2023 een progressieve schrapping van de fiscale voordelen voor fossiele wagens. Dat houdt in dat de aftrekbaarheid jaar op jaar zal dalen en uiteindelijk in 2028 tot nul wordt herleid.

Stel, een fossiele wagen wordt op 15 juli 2023 besteld en enkele maanden later geleverd. De aftrekbaarheid wordt berekend op 80%. In 2023 en 2024 blijft de aftrekbaarheid van 80% behouden. Vanaf 2025 treden er beperkingen op:

  • Maximale aftrek in 2025: 75%
  • Maximale aftrek in 2026: 50%
  • Maximale aftrek in 2027: 25%
  • Geen aftrek meer vanaf 2028 (0%)

De progressieve schrapping geldt alleen voor fossiele wagens die worden besteld tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025. Voor fossiele wagens die worden aangekocht vanaf 1 januari 2026 geldt onmiddellijk 0% aftrekbaarheid. Ook voor hybride wagens zal er geen aftrekbaarheid van de fossiele brandstofkosten meer mogelijk zijn vanaf 2026, maar tussen 2023 en 2025 blijft de aftrekbaarheid nog 50%.

Een korte samenvatting

Elektrisch: 100% aftrekbaar

Hybride:

  • Wagens besteld tussen 01/01/2023 en 01/07/2023: beperkte aftrekbaarheid van de benzine- en dieselkosten tot maximaal 50% voor de volledige gebruiksduur van de wagen. De overige wagen en laadkosten blijven de gewone aftrekregeling volgen in overeenstemming met de toepasselijke formule.
  • Wagens besteld vanaf 1/07/2023: de fiscale aftrekbaarheid van maximaal 100% (en 50% voor de benzine en diesel) blijft enkel tijdens 2024 en 2025 gelden. Vanaf 2026 zal ook een progressieve daling van het percentage plaatsvinden om eindelijk op 0% uit te komen.

Fossiel:

  • Wagens besteld tussen 01/07/2023 en 31/12/2025: progressieve daling van de aftrekbaarheid t.e.m. 2027 om eindelijk om vanaf 2028 op 0% uit te komen.
  • Wagens besteld vanaf 01/01/2026: geen aftrekbaarheid meer van toepassing (0%).

Interessante incentives voor laadstations, thuis en op het werk

Om deze elektrische omschakeling mee te stimuleren, werkte de overheid enkele incentives uit.

  • Er is 100% fiscale aftrekbaarheid voor de elektrische wagens t.e.m. 2026. Vanaf 2027 zal de aftrekbaarheid van de elektrische wagens hier ook stelselmatig dalen tot maximaal 67,5% vanaf 2031.
  • Er zijn fiscale incentives om laadstations te plaatsen, thuis en op het werk.
  • Er is een regeling van het federaal mobiliteitsbudget waarbij de keuze voor (groene) alternatieve mobiliteit aanzienlijke nettovoordelen kan opleveren voor werknemers.

Net zoals het aantal elektrische auto's, kent ook het aantal laadpalen een exponentiële groei. Een wagen kan thuis, op het werk of via een publieke laadpaal worden opgeladen. Zowel voor werkgevers als voor werknemers is het interessant om een laadpaal te installeren.

Werkgevers kunnen namelijk genieten van een verhoogde kostenaftrek voor investeringen in nieuwe intelligente laadstations die publiek toegankelijk zijn. Die publieke toegankelijk impliceert dat ook derden hun wagen moeten kunnen laden, bijvoorbeeld aan een parking die toegankelijk is voor het brede publiek om hun wagen op te laden. Voldoet u aan die voorwaarden? Dan kan u genieten van een verhoogde aftrek voor de afschrijvingen voor de investeringen in de laadpalen zelf, maar ook in de expertise vooraf, zoals vervoers-, plaatsings-, en bekabelingskosten.

Concreet ziet de kostenaftrek er zo uit:

  • 200% voor ingebruiknames van 1 september 2021 tot en met 31 maart 2023
  • 150% voor ingebruiknames van 1 april 2023 tot en met 31 augustus 2024.

Daarnaast kan u als werkgever de laadpaal bij de werknemer thuis financieren. De werkgever kan in dat geval de investering in principe voor 100% afschrijven. Als de thuislaadpaal gratis ter beschikking wordt gesteld aan de werknemer kan de vennootschap de btw op de kosten daarvan recupereren voor het beroepsmatig gebruik van de bedrijfswagen. Best maakt u goede policy op om uit te leggen wat er gebeurt bij uitdiensttreding of verhuis van de werknemer en welke installatiekosten al dan niet zijn opgenomen.

Als de laadkosten bij slimme laadpalen dan ook worden terugbetaald aan de werknemer, worden deze kosten geacht mee inbegrepen te zijn in het voordeel alle aard van de wagen en zijn er dus geen bijkomende werkgeverskosten of bijkomende belastingen voor de werknemer verschuldigd. In de car policy staat dan best dat de terugbetaling van de elektriciteit en de terugbetaling alleen mag gaan over de kosten gemaakt om de wagen van de werknemer op te laden. 

Ook voor werknemers (particulieren) is er een belastingvoordeel als ze zelf privé zouden investeren in een laadpaal thuis. De voorwaarden daarvoor is wel dat er groene stroom wordt gebruikt en een erkende installateur de laadpaal plaatst. Hier gaat het om een éénmalige belastingvermindering voor de installatie van een laadpaal. Voor 2023 bedraagt het belastingvoordeel 30%, in 2024 is dit nog 15%. Dit belastingvoordeel wordt berekend op maximaal 1.750 EUR per laadstation en per belastingplichtige.

Nieuw is dat dit bedrag vanaf 1 januari 2023 wordt verhoogd tot 8.000 EUR bij de plaatsing van een bidirectioneel laadstation. Dat type laadstation laat toe om de overtollige elektriciteit van de wagen terug te sturen naar de laadpaal om te gebruiken voor andere doeleinden in huis.

Tot slot kan voor werknemers ook interessant zijn om een laadpaal te kiezen via een cafetariaplan. Cafetariaplannen zijn intussen ook meer en meer bij familiebedrijven ingeburgerd. De werknemers kunnen op die manier een stuk van hun bestaand loonpakket inruilen voor de financiering van andere voordelen, zoals een laadpaal bij hun bedrijfswagen.  De financiering van de laadpaal wordt in dat geval niet afzonderlijk belast aangezien het inbegrepen zit in het forfaitair voordeel alle aard van de bedrijfswagen. Daarnaast zijn er geen sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd. Voor de werkgever is het cafetariaplan dan weer budgetneutraal: een win-win voor beide partijen dus.
 

Auteurs: Kathleen Veugelen, Executive Tax  Manager &  Hanna Sunaert, Tax Adviser