Op 1 juli 2021 trad de nieuwe btw-regeling voor e-commerce in werking. De regeling bestaat uit drie aspecten: de One Stop Shop of OSS-regeling voor alle B2C-diensten en intracommunautaire afstandsverkopen aan B2C-afnemers; de Import One Stop Shop of IOSS-regeling voor het invoeren van goederen met een waarde lager dan 150 EUR; en de invoering van een commissionairsfictie voor elektronische platformen. Met deze nieuwe regels had de Europese wetgever als doel om de inning van btw op elke online verkoop in de EU te verzekeren en, alsook de uiteenlopende regelingen in de lidstaten te harmoniseren.
De vorige regels voor verkopen op afstand aan particulieren waren gebaseerd op het principe dat de verkoper btw verschuldigd is in de lidstaat waar het transport van de goederen aanvangt. Echter, als de leverancier de jaarlijkse drempel in de lidstaat van aankomst van de goederen overschrijdt, dan zal btw verschuldigd zijn in deze lidstaat. Een voorbeeld: een Belgische leverancier verkoopt elektronica aan Franse particulieren. In 2019 was dit voor een bedrag van 15.000 EUR. Gezien de Belgische leverancier onder de grens van 35.000 EUR blijft in Frankrijk, zal Belgische btw verschuldigd zijn op de verkoop. In 2020 verkoopt hij elektronica aan Franse particulieren voor een totaalbedrag van 55.000 EUR. Vanaf het moment dat de Belgische leverancier de grens van 35.000 EUR overschrijdt, is Franse btw verschuldigd op de verkooptransacties. De Belgische leverancier zal zich dan ook in Frankrijk voor btw-doeleinden moeten registeren om aan zijn Franse btw-verplichtingen te voldoen.
Sinds 1 juli 2021 is die regeling voor verkopen op afstand aan particulieren echter veranderd. De jaarlijkse drempels per lidstaat werden afgeschaft en btw is nu meteen verschuldigd in de lidstaat van aankomst van de goederen. In het voorbeeld betekent dit dat de Belgische leverancier vanaf de eerste verkooptransactie Franse btw verschuldigd is en niet pas na het overschrijden van de grens van 35.000 EUR[1]. Om te vermijden dat een onderneming die verkopen op afstand verricht aan particulieren die gevestigd zijn in verschillende EU-lidstaten zich ook in deze verschillende EU-lidstaten moet registeren voor btw-doeleinden, werd er een “One Stop Shop”-registratie en -aangifte in het leven geroepen. Deze OSS-aangifte dekt alle dienstverleningen en alle intracommunautaire afstandsverkopen aan B2C-afnemers gevestigd in een andere EU-lidstaat dan de lidstaat waarin de leverancier gevestigd is.
In het tweede luik van de nieuwe regeling werd het invoeren van goederen met een intrinsieke waarde lager of gelijk aan 150 EUR aangepakt. De zogenaamde “low value consignment relief”, waarbij het invoeren van pakjes met een waarde lager dan 22 EUR was vrijgesteld van btw, werd afgeschaft. De btw op de verkoop is dus verschuldigd in de lidstaat van vestiging van de particuliere afnemer. Om opnieuw een btw-registratie in verschillende lidstaten te vermijden, kan een belastingplichtige invoerder zich registeren voor IOSS.
Het derde luik van de regeling omvatte de elektronische platformen of interfaces die verkopen op afstand faciliteren. Zulke platformen hadden geen btw-verplichtingen wat betreft de verkopen op afstand aan particulieren gezien zij nooit eigenaar waren van de goederen en louter de verkoop faciliteerden. 1 juli 2021 bracht daar verandering in: er werd een commissionairsfictie ingevoerd waarbij het platform als “gelijkgestelde leverancier” wordt aanzien wanneer een niet-EU-leverancier via het platform goederen levert in de EU, of wanneer goederen met een waarde lager dan 150 EUR worden ingevoerd. Het platform moet sinds 1 juli dan ook voldoen aan de btw-verplichtingen op deze verkooptransacties. Het platform kan opteren voor een OSS- resp. IOSS-registratie om aan de btw-verplichtingen te voldoen.
Auteur: Sofie Vandermarliere, Tax Manager
Laatste update: 9 september 2021
[1] Een uitzondering wordt gemaakt voor micro-ondernemingen. Mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan, kunnen verkopen op afstand van zulke micro-ondernemingen onderworpen zijn aan de btw van de lidstaat van vestiging van de micro-onderneming