Op 25 april 2025 heeft het Hof van Cassatie zich uitgesproken over de veelbesproken techniek waarbij een echtgenoot een eigen onroerend goed inbrengt in de huwgemeenschap, gevolgd door een gezamenlijke schenking van dat goed door beide echtgenoten. Deze constructie werd jarenlang gebruikt om de progressiviteit van de schenkbelasting op onroerende goederen te beperken, maar staat sinds 2015 op de ‘zwarte lijst’ van de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) als fiscaal misbruik.
De techniek in de praktijk
De werkwijze bestaat uit twee stappen. Eerst brengt één echtgenoot een eigen goed in de huwgemeenschap in, tegen het algemeen vast recht van € 50. Daarna schenken beide echtgenoten het goed samen aan hun kinderen. Hierdoor wordt de schenking belast alsof elk de helft schenkt, waardoor de progressieve tarieven minder zwaar doorwegen. In concrete gevallen kan dit tienduizenden euro’s aan schenkbelasting besparen.
Het standpunt van Vlabel
Vlabel beschouwt deze combinatie van rechtshandelingen in principe als fiscaal misbruik (art. 3.17.0.0.2 VCF), tenzij de belastingplichtige kan aantonen dat de inbreng andere, niet-fiscale motieven had. In de praktijk worden dergelijke motieven zelden aanvaard, waardoor in veel gevallen de schenkbelasting wordt berekend alsof de inbreng nooit heeft plaatsgevonden.
Het Cassatie-arrest
In de zaak van 25 april 2025 ging het om een vader die in juni 2018 vier onroerende goederen inbracht in het toegevoegd intern gemeenschappelijk vermogen (TIGV) met zijn echtgenote. Negen maanden later schonken zij de blote eigendom van die goederen aan hun twee dochters. Vlabel paste de antimisbruikbepaling toe, waardoor de aanslag steeg van € 54.000 naar € 126.000.
Cassatie bevestigt dat het voor de vereiste ‘eenheid van bedoeling’ niet nodig is dat de begiftigde (in dit geval de kinderen) aan alle rechtshandelingen heeft meegewerkt. Het volstaat dat de rechtshandelingen samen één verrichting vormen. De kinderen konden dus geconfronteerd worden met fiscaal misbruik, ook al hadden zij geen inspraak in de wijziging van het huwelijkscontract. Verder oordeelt Cassatie dat de doelstelling van progressieve tarieven duidelijk blijkt uit de tarieftabellen van art. 2.8.4.1.1 VCF.
En voor uw estate planning?
Historische inbrengen van vóór 1 juni 2012 vallen buiten het toepassingsgebied van de antimisbruikbepaling, ongeacht wanneer de schenking plaatsvindt.
Voor nieuwe inbrengen in de huwgemeenschap, gevolgd door een schenking, geldt dat niet-fiscale motieven concreet, objectief en goed gedocumenteerd moeten zijn om enige kans te maken bij Vlabel. In de praktijk wordt een termijn van minstens drie jaar tussen inbreng en schenking aanbevolen om het misbruikrisico te beperken. Een voorafgaande ruling kan rechtszekerheid bieden, maar de slaagkans is beperkt, zeker bij korte tussenperiodes of onvoldoende overtuigende motieven.
Ontdek meer
Neem contact met ons op
- Zoek kantoorlocaties kpmg.findOfficeLocations
- kpmg.emailUs
- Sociale media @ KPMG kpmg.socialMedia