De hervormingsplannen van de erf- en registratiebelasting die de Vlaamse regering heeft opgenomen in het Vlaams regeerakkoord 2024-2029 krijgen heel wat media-aandacht. In de voorliggende ontwerpteksten van het programmadecreet over de begrotingsaanpak voor 2025 vinden we voorlopig echter maar een beperkt aantal van deze maatregelen terug. De grotere geplande hervorming, met onder meer een aanpassing van de tarieven van de erfbelasting en de in het regeerakkoord aangekondigde sluiting van een aantal “onrechtmatige achterpoortjes”, zal dan ook wellicht pas in de loop van 2025 worden uitgewerkt. Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste maatregelen die al vanaf 1 januari 2025 van kracht worden.

Registratiebelasting bij aankoop enige eigen woning: van 3% naar 2%

De registratiebelasting op de aankoop van een eerste eigen woning is in Vlaanderen de afgelopen jaren stapsgewijs verlaagd. In 2018 werd de toenmalige regeling voor de gezinswoning vereenvoudigd en werd het tarief verlaagd naar 7%. Vervolgens daalde het tarief verder naar 6% en daarna naar het huidige niveau van 3%. Om de aankoop van een eerste woning verder te stimuleren, wordt het tarief vanaf 1 januari 2025 opnieuw verminderd, ditmaal tot 2%. De bijkomende korting bij aankoop van een enige eigen ‘bescheiden’ woning, wordt afgestemd op het verlaagde tarief van 2%, en zou 1.867 euro bedragen.

Belangrijk hierbij is dat deze tariefwijziging van toepassing is als de authentieke akte verleden wordt vanaf 1 januari 2025. De ondertekening van de ‘compromis’ of onderhandse overeenkomst mag echter wel plaatsvinden vóór deze datum.

Energetisch renoveren: stopzetting gunsttarieven

Daarnaast is de nieuwe Vlaamse regering van plan de huidige fiscale stimuli voor energiezuinige renovaties terug te schroeven. Vandaag wordt het verkooprecht van 3% op de eerste eigen woning verlaagd naar 1% als men de verbintenis aangaat om deze woning energetisch te renoveren of te verbouwen. Ook bij de schenking van een gebouw, die gepaard gaat met een verbintenis tot energetische renovatie, geldt een gelijkaardige gunstregeling.

Aangezien deze regelingen in de praktijk amper gebruikt worden, en gelet op de verdere verlaging tot 2% van het algemene tarief bij aankoop van een eerste enige woning, verdwijnen deze gunsttarieven vanaf 1 januari 2025.

Erfbelasting: verlenging “verdachte periode” bij niet-geregistreerde roerende schenkingen

De opvallendste wijziging is wellicht het verlengen van de zogenaamde “verdachte periode” in de erfbelasting van drie naar vijf jaar voor schenkingen van roerende goederen die niet geregistreerd zijn. Roerende goederen, zoals geld of een beleggingsportefeuille, kunnen worden geschonken met een bank- of handgift zonder de verplichting om deze schenking te laten registreren bij de fiscus. Op deze niet-geregistreerde schenkingen is dan ook geen schenkbelasting verschuldigd, en evenmin erfbelasting, op voorwaarde dat de schenker vandaag nog drie jaar in leven blijft.

Overlijdt de schenker binnen de drie jaar na de schenking, dan worden de geschonken goederen nog meegeteld voor de berekening van de erfbelasting, en betaalt de begiftigde er dus alsnog belasting op, maar wel aan de successietarieven die in principe hoger zijn dan de tarieven van de schenkbelasting. De onzekerheid gedurende deze driejarige periode kan men vermijden door ervoor te kiezen om de schenking te laten registreren. Daarbij betaalt men 3% voor schenkingen in de rechte lijn (bijvoorbeeld tussen ouder en kind) of tussen partners, en 7% bij schenking aan iemand anders. De Vlaamse regering stelt dat zij “mensen graag het maximum aan rechtszekerheid [wil] bieden, wanneer zij iets geschonken krijgen. Die rechtszekerheid kan het beste worden geboden door een schenking te laten registreren.” Het verlengen van de verdachte periode van drie naar vijf jaar heeft dan ook als doel mensen nog sterker aan te moedigen om hun schenkingen te registreren.

Deze nieuwe termijn zal van toepassing zijn op niet-geregistreerde schenkingen gedaan vanaf 1 januari 2025. Voor schenkingen tot en met 31 december 2024 blijft de verdachte periode drie jaar gelden.

Wat met de overige maatregelen inzake erfbelasting?

Tot slot is het afwachten wanneer de overige maatregelen uit de beleidsnota, waaronder een verlaging van de tarieven van de erfbelasting, zullen worden ingevoerd.

De verwachting is ook dat er zal worden gesleuteld aan het gunstregime in de schenk- en erfbelasting voor aandelen van familiale vennootschappen.

Vandaag worden ondernemers aangemoedigd om hun opvolging en de overdracht van hun vennootschap tijdig en nog tijdens hun leven te organiseren, om de continuïteit en tewerkstelling te waarborgen. De fiscale stimulans daarvoor is een volledige vrijstelling van de schenkbelasting op de schenking van aandelen van het familiebedrijf, mits een aantal voorwaarden worden nageleefd. Verkrijgen de erfgenamen die aandelen pas door het overlijden van de ondernemer, dan betalen zij wel 3% of 7% erfbelasting op die aandelen.

De bestaande gunstregeling wordt op bepaalde punten bekritiseerd omdat de regeling niet volledig uitsluit dat vastgoed, dat eigendom is van de vennootschap maar niet gebruikt wordt voor de bedrijfsactiviteiten, via de overdracht van de aandelen kan worden overgedragen met vrijstelling van schenkbelasting of aan de lage successietarieven van 3% of 7%. Op die manier ontsnapt het aan de veel hogere tarieven in de schenk- en erfbelasting die van toepassing zouden zijn indien het vastgoed geen deel zou uitmaken van de vennootschap.

Dit lijkt een van de “onrechtmatige achterpoortjes” te zijn die de Vlaamse regering wil sluiten. Hoe en wanneer de regeling precies zal worden aangepast, is op dit moment echter nog niet bekend.

 

Auteurs: Tillo Dumont, Executive Director (tdumont@kpmg.com), Lien Minardi, Senior Adviser (lminardi@kpmg.com),  Catho De Vriese, Adviser (cdevriese@kpmg.com)