Het federale parlement heeft de omzetting van een Europese richtlijn goedgekeurd die de groottecriteria voor (o.m.) kleine vennootschappen aanpast. Deze aanpassing was noodzakelijk na meer dan 10 jaar zonder wijzigingen en vanwege de recente hoge inflatie. De criteria bepalen vaak of vennootschappen in aanmerking komen voor bepaalde fiscale voordelen, waardoor de verhoging ervoor zorgt dat vennootschappen minder snel buiten de boot vallen. De nieuwe groottecriteria zullen van toepassing zijn op boekjaren die aanvangen na 31 december 2023.

Kleine vennootschappen

Kleine vennootschappen zijn vennootschappen die op balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar, niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden:

Omzet

11.250.000 EUR (i.p.v. 9.000.000 EUR)

Balanstotaal

6.000.000 EUR (i.p.v. 4.500.000 EUR)

Werknemers

50

 

Kleine vennootschappen genieten van meerdere fiscale voordelen, zoals een lager tarief in de vennootschapsbelasting, basisinvesteringsaftrek, liquidatiereserve, …

Microvennootschappen

Onder microvennootschappen worden kleine vennootschappen verstaan die geen dochter- of moedervennootschap zijn en die op de balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden.

Omzet

900.000 EUR (i.p.v. 700.000 EUR)

Balanstotaal

450.000 EUR (i.p.v. 350.000 EUR)

Werknemers

10

 

Microvennootschappen worden onder andere in aanmerking genomen voor de verhoogde belastingvermindering voor de verwerving van nieuwe aandelen van startende ondernemingen (art. 145/26 WIB) en de verhoogde vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing (art. 275/10 WIB).

Groepen van beperkte omvang, kleine (I)VZW’s en kleine stichtingen

Ook de drempelwaarden voor groepen van beperkte omvang, kleine (I)VZW’s en kleine stichtingen (i.k.v. vereenvoudigd model van jaarrekening) worden verhoogd.

Ontdek meer