Recent heeft het Hof van Cassatie meer helderheid gebracht over de reikwijdte van de zogenaamde fiscale visitatie. Met het arrest van 16 juni 2023 stelt het Hof van Cassatie dat de toestemming van de belastingplichtige cruciaal is wanneer de administratie zich toegang wil verschaffen tot een particuliere woning of bewoonde lokalen. Enkele maanden later bevestigt Hof van Cassatie in het arrest van 6 oktober 2023 dan wel dat de administratie tijdens dergelijke fiscale visitatie over een “actief zoekrecht” beschikt, wat betekent dat ze boeken en documenten kunnen onderzoeken zonder voorafgaandelijke toestemming van de belastingplichtige. Evenwel geldt dit actief zoekrecht volgens het Hof van Cassatie alleen zolang de belastingplichtige zich hiertegen niet verzet.

Voorafgaande toestemming van de belastingplichtige

In het arrest van 16 juni 2023 behandelt het Hof van Cassatie een zaak waarin een autohandelaar onaangekondigd onderworpen wordt aan een fiscale visitatie op zijn privéadres.

Voorafgaand had de administratie een machtiging tot toegang van particuliere woningen bekomen van de politierechter. In het proces-verbaal, dat naar aanleiding van de visitatie was opgesteld, verklaart de administratie dat de betrokken handelaar aanvankelijk zijn toestemming had gegeven, maar gedurende de visitatie kenbaar maakte dat hij geen toestemming had verleend.

Het Hof van Beroep te Gent concludeert hieruit dat de handelaar tijdens de visitatie zijn eerdere toestemming had ingetrokken. Volgens het Hof is het intrekken van de toestemming, of het gebrek aan toestemming om de woning of de bewoonde lokalen te betreden, evenwel niet relevant omdat er een machtiging door de politierechter was verleend.

Het Hof van Cassatie oordeelt echter anders. Volgens het Hof van Cassatie mogen ambtenaren die belast zijn met het controleren van de toepassing van de btw zich niet zonder voorafgaande toestemming van de belastingplichtige toegang verschaffen tot particuliere woningen of bewoonde lokalen. De machtiging van de politierechter geeft de controlerende ambtenaren enkel de toelating om tot de visitatie van particuliere woningen of bewoonde lokalen over te gaan, maar betekent niet automatisch dat de ambtenaren deze locaties ook zonder voorafgaande toestemming van de belastingplichtige mogen betreden. Het Hof van Cassatie benadrukt dat de toestemming van de belastingplichtige blijvend aanwezig moet zijn.

Hiermee is het Hof van Cassatie het oneens met het Hof van Beroep te Gent, dat oordeelde dat de intrekking van de toestemming door de belastingplichtige geen beletsel vormde om de visitatie verder te zetten en vernietigde zodoende het arrest van het Hof van Beroep.

“Actief zoekrecht” en de mogelijkheid om de toestemming in te trekken

De volgende vraag die aan bod kwam, betreft welke handelingen de administratie mag ondernemen eens zij toestemming heeft verkregen om de betreffende lokalen te betreden.

In het recente arrest van 6 oktober 2023 heeft het Hof van Cassatie zich hierover uitgesproken. Zodra de toegang is verkregen, stelt het Hof van Cassatie dat de administratie beschikt over een “actief zoekrecht”, waardoor zij boeken en documenten mag onderzoeken zelfs als deze in gesloten kasten of vuilniszakken in het bedrijfslokaal bevinden.

Het Hof benadrukt hierbij wel dat de belastingplichtige steeds zijn veto kan stellen, waardoor de (impliciete) toestemming van de belastingplichtige noodzakelijk blijft. Met andere woorden, de ambtenaren mogen in geen geval het onderzoek eigenmachtig afdwingen.

Conclusie

Met deze twee arresten bevestigt het Hof van Cassatie dat de toestemming van de belastingplichtige bij een fiscale visitatie cruciaal is. Hoewel de belastingplichtige zich (weliswaar verbaal) kan verzetten hiertegen, brengt dit mogelijks sancties met zich mee als dit onrechtmatig is, doch hij heeft alvast de keuze.

We merken in de praktijk een toename in het aantal fiscale controles. Een uitgebreide bespreking kunt u lezen in de volgende editie van de btw-brief. Wenst u hieromtrent meer toelichting of heeft u hierover vragen? Aarzel niet om ons te contacteren.
 

Auteurs: Filip Soetaert, Sr. Counsel KPMG Law, Charlotte Vandepitte, Counsel KPMG Law & Julien Decin, Associate KPMG Law