In het kader van de fiscale vergroening van de mobiliteit (Wet van 25 november 2021 houdende fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit) moedigde de overheid het gebruik van elektrische wagens aan door fiscale voordelen te verlenen aan vennootschappen die (wensen te) investeren in elektrische laadpalen. Zo kunnen KMO’s die overgaan tot installatie van laadstations, een verhoogde eenmalige investeringsaftrek genieten van 25% (voor investeringen tot en met 31 december 2022).

In dit kader bestond er onduidelijkheid onder welke voorwaarden en in welke situaties een vennootschap deze investeringsaftrek kan genieten. Recent werden deze vragen beantwoord door Minister van Financiën naar aanleiding van twee parlementaire vragen (dd. 8 oktober 2021 en 21 maart 2022).

Ter herinnering: de algemene principes

Zelfstandige ondernemers en vennootschappen die kwalificeren als een kleine vennootschap in de zin van artikel 1:24 WVV, kunnen tot 31 december 2022 genieten van een verhoogde gewone éénmalige investeringsaftrek (ten belope van 25% i.p.v. 8%) met betrekking tot investeringen in (im)materiële vaste activa, die in nieuwe staat werden verkregen of tot stand gebracht en wordt aangewend voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid.

Als algemene regel geldt dat een onderneming geen gebruik kan maken van de investeringsaftrek wanneer het actief niet uitsluitend gebruikt wordt voor de beroepswerkzaamheid (bv. gemengd gebruik) en/of wanneer het gebruik wordt overgedragen aan een andere belastingplichtige, die zelf niet in aanmerking komt voor de investeringsaftrek (derden).

Parlementaire vragen

De Minister van Financiën geeft in zijn reactie op twee recente parlementaire vragen meer duiding over het toepassingsgebied van deze (verhoogde) gewone eenmalige investeringsaftrek voor elektrische laadpalen. Specifiek, behandelt hij drie concrete situaties: 

1. Installatie van de laadpaal in of aan het bedrijfsgebouw.

Een laadpaal wordt geïnstalleerd in het bedrijfsgebouw van de vennootschap voor het opladen van:

  • de bedrijfswagens van de werknemers en de bedrijfsleiders waarmee zowel zuivere beroepsverplaatsingen als privéverplaatsingen worden gedaan;
  • de elektrische wagens die eigendom zijn van de werknemers/ bedrijfsleiders;
  • de elektrische wagens van klanten of bezoekers van de vennootschap die hier gratis gebruik mogen van tijdens de periode van het bezoek aan de onderneming.

De Minister stelt dat “indien aan alle wettelijke voorwaarden ter zake is voldaan” de laadpaal in aanmerking kan worden genomen voor de gewone eenmalige investeringsaftrek van 25 %.  Bij deze woordkeuze van de Minister kunnen twijfels rijzen of hier wel voldaan is aan de toepassingsvoorwaarden. Zoals hierboven reeds vermeld kan de investeringsaftrek immers niet worden toegepast indien men het gebruik van het actief aan een derde overdraagt en wanneer het actief niet uitsluitend wordt gebruikt voor beroepswerkzaamheden.

De rechtsleer vergelijkt dit echter met het gebruik van een afvalcontainer. De investeringsaftrek wordt in dit geval toegestaan omdat derden die gebruik maken van de container, niet daadwerkelijk het genot hebben. Het blijft de vennootschap die in essentie beschikt over de container. Het toevallige gebruik vormt in dit geval dus géén overdracht van een gebruiksrecht.
Verder staat de fiscus de investeringsaftrek eveneens toe indien de overdracht van het gebruik een onderdeel vormt van een breder dienstenpakket, denk hierbij bijvoorbeeld aan het gebruik van roerende goederen in een hotelkamer.

Het antwoord van de Minister biedt echter geen absolute zekerheid. Het is niet ondenkbaar dat de fiscale administratie de aftrek zal weigeren omdat de laadpaal ook voor privégebruik wordt aangewend of het recht van gebruik wordt overgedragen. Aan te raden valt dan ook om er steeds voor te zorgen dat u voldoende toelichting voor handen hebt om de investeringsaftrek te verantwoorden. 

2. Installatie van de laadpaal op de maatschappelijke zetel van de vennootschap, die gevestigd is op hetzelfde adres als het privéadres van de bedrijfsleider/aandeelhouder.

Een laadpaal wordt geïnstalleerd:

  • in de privéwoning van de bedrijfsleider;
  • aan de buitengevel van de eigendom waar de bedrijfsleider woont én waar de bedrijfskantoren zich bevinden.

De Minister is van mening dat in deze gevallen de (installatie van) een laadpaal niet in aanmerking komt voor de investeringsaftrek omdat de gebruiksrechten worden overgedragen aan een derde. De Minister verduidelijkt dat de omstandigheid dat ook personeelsleden of klanten van de vennootschap hun elektrische wagen aan deze laadpaal kunnen opladen, daar geen afbreuk aan doet.

De grens tussen situatie -1 (externe locatie) - en -2 (interne locatie) - is onduidelijk. Een fysiek onderscheid tussen de vennootschap en de privéwoning lijkt echter noodzakelijk. De vraag kan gesteld worden of de investeringsaftrek alsnog mogelijk zou kunnen zijn mits een voldoende onderbouwde toelichting voorhanden is, zoals aparte KI’s voor het bedrijfsgebouw en de privéwoning of een duidelijke scheiding tussen beroeps- en privégebruik? Toch biedt ook dit geen absolute zekerheid en maakt dit eerder een risico uit gezien het standpunt van de Minister.

3. Managementvennootschap

Een managementvennootschap (zonder personeel) stelt een elektrische wagen ter beschikking van haar bedrijfsleider en laat een laadpaal plaatsen in/aan de privéwoning van de bedrijfsleider (waar hij/zij tevens een kantoor er beschikking heeft).

De Minister van Financiën stelt ook hier dat er geen investeringsaftrek kan worden toegepast aangezien de gebruiksrechten van dit bedrijfsactief worden overgedragen aan een derde en de laadpaal niet louter voor de beroepswerkzaamheid wordt aangewend. 

Conclusie

De fiscale stimulans van een gewone eenmalige investeringsaftrek voor het plaatsen van laadstations lijkt erg mooi, maar verdient toch enige aandacht. Het standpunt van de Minister van Financiën is bovendien weinig verhelderend. Het is voorlopig afwachten of de fiscale administratie haar standpunt verder zal verduidelijken in een administratieve omzendbrief.

Indien u wenst gebruik te maken van de verhoogde investeringsaftrek dient u uiterlijk per 31/12/2022 te investeren. Vanaf 1/1/2023 bedraagt het tarief terug 8%.

Na 31/12/2022 kan u daarentegen (onder bepaalde voorwaarden) wel nog gebruik maken van de verhoogde kostenaftrek ten belope van 200% (zie ook ons artikel over het fiscaal stimuleren van de installatie van laadpalen) of de verhoogde investeringsaftrek voor energiebesparende investeringen van 13,5% (eveneens onder bepaalde voorwaarden). Een cumul van de verhoogde kostenaftrek en de (verhoogde)investeringsaftrek is echter niet mogelijk!

Indien u twijfelt of u de (verhoogde) investeringsaftrek (rechtmatig) kan toepassen of wenst u meer informatie omtrent de verhoogde kostenaftrek voor laadpalen aarzel dan niet onze KPMG-experten te contacteren.

Auteurs: Ann-Sophie Smets, Sr. Tax Adviser, Dorien Christiaen, Tax Adviser & Julie Boon, Tax Manager.