Op 1 januari 2022 is de structuur en zijn de accijnstarieven voor elektriciteit en aardgas ingrijpend gewijzigd. Voortaan zijn elektriciteit en aardgas, naast de bijdrage op de energie, ook aan een bijzondere accijns onderworpen. De wetgever wil hiermee de energiefactuur vereenvoudigen en op termijn verlagen.

Omzetting federaal regeerakkoord

In het federale regeerakkoord engageerde de regering-De Croo zich reeds om het federale aandeel van de elektriciteits- en aardgasfactuur te laten dalen. Dat federale aandeel bestond tot 1 januari 2022 uit de federale bijdrage, de heffing voor de financiering van de offshorewindparken op zee (“offshoretoeslag”) en enkele kleinere openbare dienstverplichtingen zoals de strategische reserve en de aansluiting van de windenergie. 

Elektriciteit: vereenvoudiging factuur, van vijf heffingen naar één bijzondere accijns

Vanaf 1 januari 2022 zijn de verschillende federale heffingen op de elektriciteitsfactuur (federale bijdrage elektriciteit, offshoretoeslag, strategische reserve, aansluiting van windenergie, en de toekomstige toeslag capaciteitsrenumeratiemechanisme (CRM)) geschrapt en vervangen door een bijzondere accijns op elektriciteit. In onderstaande tabel vindt u de bedragen terug per verbruiksschijf voor zakelijk gebruik. Noteer dat het maximumbedrag voor de federale bijdrage en offshoretoeslag in het voordeel van de grootste energieverbruikers niet langer is weerhouden.

 

EUR/MWh

Verbruiksschijf  < 20 MWh per jaar

14,21

Verbruiksschijf  tussen 20 en 50 MWh per jaar

12,09

Verbruiksschijf  tussen 50 en 1000 MWh per jaar

11,39

Verbruiksschijf  tussen 1.000 en 25.000 MWh per jaar

10,69

Verbruiksschijf  tussen 25.000 en 100.000 MWh per jaar

02,73

Verbruiksschijf  > 100.000 MWh per jaar

00,50

 

De nieuwe bijzondere accijns heeft als doel de belastingdruk op elektriciteit te temperen en om snel te schakelen indien de elektriciteitsfactuur sterk zou stijgen zodat de groene taxshift niet in het gedrang komt. Het voordeel van deze bijzondere accijns is dat dit binnen het kader van de accijnsrichtlijn inzake de belasting van energieproducten en elektriciteit valt, wat de bezorgdheden rond onrechtmatige staatsteun wegneemt.

Bedrijven die elektriciteit van het transport- of verdelingsnetwerk afnemen waarvan de nominale spanning gelijk of minder is dan 1 kV, zijn geen bijdrage op de energie verschuldigd op voorwaarde dat ze zich op basis van een accijnsvergunning “eindgebruiker” kunnen beroepen op een wettelijke accijnsvrijstelling. Deze accijnsvrijstelling kan voortaan – naast de bijdrage op energie – ook voor de bijzondere accijns gelden.

Bedrijven die elektriciteit van het transport- of verdelingsnetwerk afnemen waarvan de nominale spanning meer is dan 1 kV, genieten van een nultarief. Dergelijke bedrijven kunnen van een accijnsvrijstelling op de bijzondere accijns genieten op basis van een accijnsvergunning “eindgebruiker” als ze hiervoor in aanmerking komen. Deze bedrijven dienen bijgevolg na te gaan of ze al dan niet van een accijnsvrijstelling kunnen genieten en moeten vervolgens een aanvraag indienen. Volgens de accijnsadministratie kan een dergelijke vergunning niet retroactief vanaf 1 januari 2022  worden verleend.

Vaak zal dergelijke accijnsvrijstelling niet absoluut zijn omdat er meestal sprake is van een gemengd verbruik waarbij een deel van het verbruik van een accijnsvrijstelling kan genieten en een ander deel van het verbruik belastbaar zal zijn. Bij gemengd gebruik en zonder aparte EAN, dient trouwens de vergunningsaanvraag het percentage elektriciteitsverbruik met vrijstelling te vermelden.

Zo zal bijvoorbeeld een cementbedrijf op basis van een accijnsvergunning ‘eindgebruiker’ kunnen genieten van een accijnsvrijstelling voor elektriciteit die voor mineralogische procédés wordt gebruikt maar niet voor de elektriciteit die wordt gebruikt om de airco in de burelen van de cementfabriek te laten draaien.

Wijziging vrijstellingen voor eigen gebruik

Een andere belangrijke wijziging is dat de accijnsvrijstelling voor eigen gebruik voor elektriciteit die afkomstig is van hernieuwbare energiebronnen of opgewekt is uit warmtekrachtkoppeling voortaan geldt zolang de elektriciteit niet van het transmissie- of distributienet wordt afgenomen. Het toepassingsgebied van deze accijnsvrijstellingen is dus gevoelig verruimd. De voorwaarden die aan deze vrijstellingen zijn gekoppeld aan de wettelijke bepalingen inzake het verlenen van groene stroomcertificaten en (milieuvriendelijke) warmtekrachtkoppeling blijven onverminderd gelden.

De levering van elektriciteit die bijvoorbeeld wordt opgewekt door een derde-partij investeerder via zonnepanelen en die vervolgens rechtstreeks (dus niet via het transmissie- of distributienet maar via een directe lijn) geleverd wordt aan de onderneming die haar dak ter beschikking heeft gesteld aan deze derde-partij investeerder-, is voortaan vrijgesteld van accijns. In dit geval dient de producent van de elektriciteit evenwel over de nodige accijnsvergunningen te beschikken, zoals een vergunning ‘eindgebruiker’ en een vergunning ‘distributeur’.

En wat met aardgas dat als verwarmingsbrandstof wordt gebruikt?

Ook hier is vanaf 1 januari 2022 de federale heffing op de aardgasfactuur (federale bijdrage aardgas) geschrapt en vervangen door een bijzondere accijns op aardgas, waarvan u hieronder de bedragen per verbruiksschijf voor zakelijk gebruik kunt terugvinden.

 

EUR/MWh

Verbruiksschijf  < 20 GWh per jaar

0,66

Verbruiksschijf  tussen 20 en 50 GWh per jaar

0,56

Verbruiksschijf  tussen 50 en 250 GWh per jaar

0,54

Verbruiksschijf  tussen 250 en 1.000 MWh per jaar

0,42

Verbruiksschijf  tussen 1.000 en 2.500 MWh per jaar

0,22

Verbruiksschijf  > 2.500 MWh per jaar

0,15

 

Bedrijven zijn geen bijdrage op de energie verschuldigd indien ze, op basis van een accijnsvergunning “eindgebruiker”, kunnen genieten van een wettelijke accijnsvrijstelling. Deze accijnsvrijstelling kan voortaan -naast de bijdrage op energie- ook voor de bijzondere accijns gelden.

 

Auteurs: Diederik Bogaerts, Director Indirect Tax, Emre Albayrak, Tax Adviser & Robbert Rubens, Tax Adviser.