Renovatie- en herstellingswerken aan oudere woningen kunnen onder bepaalde voorwaarden onderworpen worden aan een verlaagd btw-tarief van 6%. De aannemer die dergelijke werken verricht moest tot voor kort verplicht een btw-attest bekomen van zijn afnemer waarop deze laatste bevestigt dat de voorwaarden voor de toepassing van het verlaagd btw-tarief vervuld zijn. Een ondertekend btw-attest betekent dat de aannemer niet aansprakelijk kan worden gesteld indien het verlaagd btw-tarief onterecht werd toegepast. Met de wet van 27 december 2021 houdende diverse bepalingen inzake btw werd voorzien in de vervanging van dit btw-attest door een gedetailleerde verklaring op de verkoopfactuur van de aannemer.
Het verlaagd btw-tarief van 6% voor renovatie- of herstellingswerken kan in principe enkel worden toegepast voor werken verricht aan woningen die minstens 10 jaar oud zijn en uitsluitend of hoofdzakelijk gebruikt worden voor privédoeleinden. Om dit verlaagd tarief te kunnen toepassen moet de aannemer echter wel een verplicht btw-attest krijgen van zijn afnemer. De wetswijziging van 27 december 2021 heeft dit systeem aangepast. Vanaf 1 januari 2022 kan de aannemer, voor de toepassing van het verlaagd btw-tarief van 6%, zijn aansprakelijkheid verleggen naar de afnemer door de volgende gedetailleerde verklaring op te nemen op zijn verkoopfactuur aan de afnemer:
“Btw-tarief: Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand vanaf de ontvangst van de factuur, wordt de klant geacht te erkennen dat (1) de werken worden verricht aan een woning waarvan de eerste ingebruikneming heeft plaatsgevonden in een kalenderjaar dat ten minste tien/vijftien jaar voorafgaat aan de datum van de eerste factuur met betrekking tot die werken, (2) de woning, na uitvoering van die werken, uitsluitend of hoofdzakelijk als privéwoning wordt gebruikt en (3) de werken worden verstrekt en gefactureerd aan een eindverbruiker. Wanneer minstens één van die voorwaarden niet is voldaan, zal het normale btw-tarief van 21% van toepassing zijn en is de afnemer ten aanzien van die voorwaarden aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.”
De afnemer heeft één maand de tijd om de factuur te betwisten indien niet voldaan is aan de gestelde voorwaarden voor de toepassing van het verlaagd btw-tarief van 6%. In voorkomend geval dient de aannemer zijn factuur te corrigeren en 21% btw aan te rekenen. Bij gebrek aan een schriftelijke betwisting binnen de maand ligt de aansprakelijkheid voor de toepassing van het verlaagde btw-tarief bij de afnemer.
De btw-attesten die vereist zijn voor de toepassing van het verlaagd tarief op de bouw en renovatie van woningen en woningcomplexen voor gehandicapten zullen vervangen worden door een gelijkaardige verklaring op de verkoopfactuur van de aannemer.
Zoals blijkt uit de bewoordingen van de gedetailleerde verklaring wijzigt verder ook de berekeningsbasis voor de termijn van 10 jaar. Het verlaagd tarief van 6% is enkel van toepassing op werken aan woningen waarvan de eerste bewoning plaatsvond in een kalenderjaar dat ten minste 10 jaar voorafgaat aan de datum van de eerste factuur van de werken.
Om aannemers de mogelijkheid te geven zich aan te passen aan deze wijziging, zullen zij het ‘oude’ btw-attest bij wijze van overgangsregeling nog kunnen gebruiken tot en met 30 juni 2022. Vanaf 1 juli 2022 wordt het gebruik van het btw-attest afgeschaft en dient de aannemer bij toepassing van het verlaagd btw-tarief van 6% de voornoemde verklaring te vermelden op de verkoopfactuur.
Tot eind 2021 zagen wij in de praktijk vaak dat een aannemer het btw-attest niet had bezorgd aan zijn afnemer of dat de afnemer het attest niet ondertekend terugbezorgde. In het kader van een btw-controle verwierpen btw-controleurs de toepassing van het verlaagd btw-tarief van 6%. In die gevallen stond de aannemer dan zelf in voor de voldoening van het bij te betalen btw-bedrag, de intresten en geldboeten. In die zin is de gedetailleerde verklaring op de verkoopfactuur een administratieve vereenvoudiging voor de aannemer. De verantwoordelijkheid voor de toepassing van het juiste btw-tarief ligt in dit geval immers bij de afnemer. Deze heeft één maand de tijd om de toepassing van het verlaagd btw-tarief te betwisten.
Auteur: Gladys Cristiaensen, Executive Manager Tax & Chiara Saenen, Tax adviser