Zoals u kon lezen in een vorig artikel “De installatie van laadpalen fiscaal stimuleren” voerde de regering onlangs verschillende fiscale voordelen in die zowel ondernemingen als particulieren moeten aanzetten om te investeren in elektrische laadpalen. Deze stimuli maken het voorwerp uit van de Wet van 25 november 2021 houdende fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit. Deze wet voorziet onder meer in een verhoogde kostenaftrek voor ondernemingen. De vraag rees of die verhoogde kostenaftrek gecombineerd kan worden met de reeds bestaande ‘gewone’ éénmalige investeringsaftrek. Een antwoord van de Minister van Financiën, Vincent Van Peteghem op een parlementaire vraag heeft daar nu duidelijkheid over gebracht.
Verhoogde kostenaftrek voor ondernemingen
Ondernemingen die in de periode van 1 september 2021 tot en met 31 augustus 2024 investeren in laadstations, hebben recht op een verhoogd afschrijvingspercentage. Voor investeringen gedaan tussen 1 september 2021 en 31 december 2022 bedraagt het aftrekpercentage 200% (vb. bij een installatiekost van 3.000 EUR zal de onderneming 6.000 EUR kunnen afschrijven). Tussen 1 januari 2023 en 31 augustus 2024 bedraagt het aftrekpercentage 150%.
Om de verhoogde kostenaftrek te kunnen toepassen, moeten een aantal voorwaarden voldaan zijn. De twee belangrijkste voorwaarden zijn de volgende; het laadstation moet over minstens vijf belastbare tijdperken worden afgeschreven en het laadstation moet publiek toegankelijk zijn. Voor een bredere uitzetting van de verschillende voorwaarden verwijzen wij u graag naar een eerder artikel.
De ‘gewone’ éénmalige investeringsaftrek
Zelfstandige ondernemers en vennootschappen die kwalificeren als een kleine vennootschap, in de zin van artikel 1:24 WVV, kunnen daarnaast genieten van de gewone éénmalige investeringsaftrek met betrekking tot investeringen in (im)materiële vaste activa, die in nieuwe staat werden verkregen of tot stand gebracht. Die investeringsaftrek bedraagt in principe 8% van de aanschaffings- of beleggingswaarde van het (im)materiele vast actief. Aangedreven door de coronacrisis, werd dat percentage tijdelijk opgetrokken tot 25% voor investeringen verkregen of tot stand gebracht in de periode van 12 maart 2020 tot 31 december 2022. Ook de overdracht van niet aangewende investeringsaftrek is voor die periode opgetrokken van één naar twee opeenvolgende belastbare tijdperken.
Belangrijk om daarbij op te merken is dat een onderneming geen gebruik kan maken van deze investeringsaftrek indien het gebruik van het actief wordt overgedragen aan derden (door bv. verhuur of leasing) en/of indien het actief niet uitsluitend beroepsmatig wordt gebruikt.
De combinatie is in principe mogelijk
Omdat laadstations meestal kwalificeren als nieuwe materiële vaste activa, rees de logische vraag of ondernemingen bij dergelijke investeringen de bestaande ‘gewone’ éénmalige investeringsaftrek in combinatie met de nieuwe verhoogde kostenaftrek mogen toepassen.
Eén van de voorwaarden om gebruik te kunnen maken van de verhoogde kostenaftrek is dat het laadstation publiek toegankelijk moet zijn. De vraag rijst of er in dit geval nog voldaan kan zijn aan de toepassingsvoorwaarden van de gewone éénmalige investeringsaftrek. Zoals hierboven reeds vermeld kan die immers niet toegepast worden indien men het gebruik van het actief aan een derde overdraagt.
Desalniettemin heeft de Minister deze vraag positief beantwoord met als reden dat de huidige wetgeving niet voorziet in een restrictie voor het gecombineerd aanwenden van beide fiscale voordelen. Het toevallig gebruik door een derde van een publiek toegankelijk laadstation zou geen overdracht van een gebruiksrecht (voor een zekere duur) vormen. Het is louter een gevolg van het publiek toegankelijk maken van het laadstation.
Over de vraag of de investeringsaftrek kan worden geweigerd omdat het laadstation niet uitsluitend beroepsmatig wordt gebruikt, werd geen uitspraak gedaan. Ook wordt niet ingegaan op de combinatie van de verhoogde kostenaftrek met andere varianten van de investeringsaftrek, zoals deze voor O&O of energiebesparende investeringen.
Zeker is wel dat de verhoogde kostenaftrek niet kan worden gecombineerd met de gloednieuwe investeringsaftrek voor laadinfrastructuur voor elektrische vrachtwagens. Dat werd wettelijk zo voorzien.
Conclusie
De fiscale stimuli voor investeringen in laadstations zijn nu officieel uit de startblokken geschoten. Traditiegetrouw gaan wetswijzigingen gepaard met vele vragen. De mogelijk combinatie van de ‘gewone’ éénmalige investeringsaftrek met de verhoogde kostenaftrek was er daar één van. De Minister heeft die vraag nu positief beantwoord, toch bestaat er geen absolute zekerheid. Het is niet ondenkbaar dat de fiscale administratie een combinatie zal weigeren omdat het laadstation ook voor privégebruik aangewend wordt.
Uiteraard kan u ons steeds contacteren bij vragen en/of concrete plannen.
Auteurs: Nicholas Derycke, Tax adviser en Tom Ieven, Sr. Tax adviser