Nieuwe jaarlijkse taks op effectenrekeningen. Tweede keer, goede keer?

Nieuwe jaarlijkse taks op effectenrekeningen

Voor welke effectenrekeningen?

Tweede keer, goede keer?

Stock market display trader

Met een wetsontwerp voor een nieuwe ‘jaarlijkse taks op de effectenrekeningen’ (5 januari 2021) schrijft de Belgische regering een nieuw hoofdstuk in haar moeizame queeste naar een extra bijdrage van de ‘grotere vermogens’.[1] Van zodra de nieuwe wet in werking treedt, zal voor iedere effectenrekening met een gemiddelde waarde van meer dan 1 000 000 EUR jaarlijks een taks verschuldigd zijn van 0,15% op de gehele waarde van de rekening, ongeacht wie de rekeninghouder is (dus zowel voor natuurlijke personen, vennootschappen als verenigingen). De regering tracht daarbij om de valkuilen die voor de ‘oude effectentaks’ fataal waren, te vermijden, al valt af te wachten of de nieuwe taks een toetsing door het Grondwettelijk deze keer wel zal doorstaan.[2] In dit artikel vindt u alvast een beknopt en provisoir overzicht; de wet moet nog worden goedgekeurd in het Parlement.

Voor welke effectenrekeningen?

De taks viseert in principe alle effectenrekeningen met een gemiddelde waarde hoger dan 1 000 000 EUR, gemeten gedurende de referentieperiode (het belastbaar tijdperk).

Voor Belgisch fiscaal inwoners - zijnde natuurlijke personen onderworpen aan de Belgische personenbelasting en rechtspersonen onderworpen aan de Belgische vennootschapsbelasting of rechtspersonenbelasting - is de taks van toepassing op zowel Belgische als buitenlandse effectenrekeningen. Voor niet-inwoners daarentegen treft de taks enkel effectenrekeningen aangehouden bij een Belgisch tussenpersoon. België kan buitenlandse effectenrekeningen van niet-inwoners omwille van het internationaal territorialiteitsbeginsel immers niet belasten.

Belangrijk is dat voor niet-inwoners ook rekening moet worden gehouden met verdragen ter voorkoming van dubbele belasting (dubbelbelastingverdragen). Sommige van de door België gesloten verdragen voorzien namelijk dat België geen belastingen mag heffen op vermogen van niet-inwoners (dat niet toebehoort tot een vaste inrichting of vaste basis in België).

Voorbeeld: fiscaal inwoners van Nederland met een effectenrekening bij een Belgische tussenpersoon (bv. een Belgische bank) moeten niet wakker liggen van de nieuwe taks. Zij kunnen namelijk terugvallen op artikel 22, 4° van het Belgisch-Nederlandse dubbelbelastingverdrag, dat bepaalt dat vermogensbestanddelen (zoals effecten op effectenrekeningen) van Nederlandse inwoners uitsluitend in Nederland mogen worden belast. In principe zal de Belgische bank dus geen taks inhouden.

Voor natuurlijke personen, vennootschappen, verenigingen en oprichters Kaaimantaksconstructie

Zoals gezegd, worden in regel alle effectenrekeningen geviseerd, ongeacht of de rekeninghouder een natuurlijk persoon, rechtspersoon of vereniging is. Ook het aantal rekeninghouders speelt geen rol. Een rekening van meer dan 1 000 000 EUR is dus in principe altijd belastbaar, ook al zijn er bijvoorbeeld drie rekeninghouders. Bij de ‘oude effectentaks’ was er in dat geval mogelijks geen belasting als men per rekeninghouder onder de drempel bleef. Dit kadert in de nieuwe aanpak van de regering: niet de rekeninghouder maar de rekening zelf wordt geviseerd.

Dat betekent ook dat – in tegenstelling tot de ‘oude effectentaks’ – ook effectenrekeningen van vennootschappen (inclusief maatschappen) en (feitelijke) verenigingen geviseerd worden.

Ook effectenrekeningen die worden aangehouden door een natuurlijke persoon via een zogenaamde ‘Kaaimantaksconstructie’ zijn belastbaar, i.e. welbepaalde laag belaste buitenlandse constructies waaronder potentieel ook een Nederlandse stichting administratiekantoor. Er wordt momenteel, kort gesteld, enkel een vrijstelling voorzien voor effectenrekeningen die worden aangehouden voor eigen rekening door welbepaalde financiële ondernemingen. 

Belastbare basis en tarief

Om de gemiddelde waarde van de effectenrekening te bepalen, moet rekening worden gehouden met alle financiële instrumenten die op de effectenrekening staan en de geldmiddelen (een geldsaldo).

Tijdens de referentieperiode (het belastbaar tijdperk), die in normale omstandigheden twaalf maanden duurt en loopt van 1 oktober 20XX tot en met 30 september 20XX+1, moet de waarde van de effectenrekening worden bepaald op vier referentietijdstippen: 31 december 20XX, 31 maart 20XX+1, 30 juni 20XX+1 en 30 september 20XX+1.

Merk op: de referentieperiode kan ook korter zijn als de enige titularis van de (Belgische) effectenrekening bijvoorbeeld verhuist van België naar Nederland. Daardoor verliest België immers haar heffingsbevoegdheid (zie bovenstaand) en zal er een ‘eindafrekening’ plaatsvinden.

De verschuldigde taks bedraagt dan 0,15% van de gemiddelde waarde.

In principe bevrijdende inhouding door Belgische bank of tussenpersoon

Belgische tussenpersonen moeten verplicht de taks (automatisch) inhouden, aangeven en doorstorten aan de schatkist als de gemiddelde waarde van een belastbare effectenrekening de minimumdrempel van 1 000 000 EUR overschrijdt. Dus voor Belgische effectenrekeningen hoeft de Belgische of buitenlandse rekeninghouder in principe zelf niets te doen. 

Wanneer zelf aangifte en betaling?

Buitenlandse tussenpersonen zijn, in tegenstelling tot Belgische tussenpersonen, niet verplicht om de taks in te houden en aan te geven (de Belgische wetgever kan dat niet afdwingen). Dus als de (buitenlandse) tussenpersoon de taks zelf niet aangeeft en betaalt voor haar klanten - ze zou dat evenwel ‘vrijwillig’ kunnen doen op vraag van de klant of als onderdeel van haar commerciële dienstverlening - moet de belegger (de rekeninghouder) de verschuldigde taks in principe zelf aangeven en betalen. De aangifte zal dan in regel elektronisch moeten worden ingediend via MyMinfin (het betreft een afzonderlijke aangifte), uiterlijk binnen dezelfde termijn als voor een aangifte in de personenbelasting. In voorkomend geval zou de taks steeds moeten worden betaald uiterlijk op 31 augustus van het jaar volgend op het einde van de referentieperiode; voor een normale referentieperiode eindigend op 30 september 2021, is dat bijvoorbeeld uiterlijk op 31 augustus 2022.

Ontsnappingsroutes en (algemene) antimisbruikbepaling

Er zijn een aantal evidente ontsnappingsroutes. Aandelen op naam, die niet op een effectenrekening staan, zijn bijvoorbeeld niet belastbaar (ze tellen niet mee voor de gemiddelde waarde). Ook zou men de effecten op een belastbare effectenrekening van meer dan 1 000 000 EUR kunnen spreiden over twee effectenrekeningen of zou een niet-inwoner zijn Belgische effectenrekening kunnen overbrengen naar het buitenland enz. De nieuwe taks gaat echter gepaard met een verregaande (algemene) antimisbruikbepaling om verrichtingen die gericht zijn op het ontwijken van de taks tegen te gaan. Aan de taks ontkomen zal dus niet evident zijn.

Grondwettig?

De eerdere poging om een taks op effectenrekeningen in te voeren strandde bij het Grondwettelijk Hof. In het licht van de doelstelling van de voormalige wetgeving - grote vermogens meer doen bijdragen - leidde de taks om verscheidene redenen tot een ongelijke behandeling. Een van die redenen was bijvoorbeeld de zeer selectieve afbakening van het begrip belastbare financiële instrumenten, waardoor onder andere gestructureerde producten zonder kapitaalgarantie en derivaten zoals opties, futures en swaps aan de taks ontsnapten.[3] De grondwettelijke tekortkomingen van de vorige variant van de effectentaks worden bij de nieuwe zo goed als mogelijk weggewerkt.

Toch heeft de Raad van State in haar advies van 9 december 2020 omtrent het voorontwerp van wet een aantal bezorgdheden geuit, onder andere omdat het toepassingsgebied van de nieuwe antimisbruikbepaling, die ondanks menig voorbeeld in de Memorie van Toelichting, troebel lijkt. Ook al probeert de wetgever een oplossing te vinden voor die bezorgdheden, valt het af te wachten of de nieuwe jaarlijkse taks op de effectenrekeningen een toets door het Grondwettelijk Hof zal doorstaan.

Wordt ongetwijfeld vervolgd…

 

Auteurs: Kevin Hellinckx, Tax manager, Tom Ieven, Tax Adviser & Dries Leurs, Tax Adviser.

[1] Wetontwerp houdende de invoering van een jaarlijkse taks op de effectenrekeningen, Parl. St. 1708/001. Merk op dat dit artikel dus onder enig voorbehoud moet worden gelezen totdat de definitieve wettekst in het parlement goedgekeurd werd.

[2] Zie ook voorgaande berichten over de ‘oude effectentaks’: https://home.kpmg/be/nl/home/insights/2018/04/de-nieuwe-belgische-taks-op-effectenrekeningen.htmlhttps://meijburg.nl/nieuws/belgium-holland-desk-newsletter-november-2019#8

[3] Zie ook: https://meijburg.nl/nieuws/belgium-holland-desk-newsletter-november-2019#8

Neem contact met ons op