China zet zinnen op mode
China zet zinnen op mode
Nu hun industrie verschuift van productie naar diensten en retail hebben Chinese klanten de haute couture in de armen gesloten.
"Time is Money, Efficiency is Life": met deze slogan verwelkomden affiches vroeger de bootpassagiers uit Hongkong in Shenzhen, China's productiecentrum, en terecht. Sinds China in 2010 de VS inhaalde, hield het land vast aan zijn status van grootste productiemacht ter wereld, die goedkope televisies, smartphones en kleding maakt, deels te danken aan de lage huurprijzen en de gunstige belastingen.
Toch is het niet langer goedkoop om goedkope producten in China te produceren, vooral door de arbeidskosten die tussen 2008 en 2012 20% per jaar stegen. Premier Li Keqiang had het over dit probleem in zijn werkverslag op het Nationaal Volkscongres in 2014 en zei dat China zijn economisch plan moest herbekijken en "een nieuw evenwicht vinden, van investering en handel naar binnenlands verbruik en dienstverlenende bedrijven". De verschuiving naar de secundaire en tertiaire sector was duidelijk. China verloor terrein in de arbeidsintensieve productie van kleding en speelgoed aan Vietnam, Bangladesh en Sri Lanka, maar het land werd de grootste exporteur van geavanceerde technologische producten in Azië, vooral mechanica en elektronica, en haalde Japan in, met een marktaandeel van 43,7%.
In Shenzhen, het centrum van de productie-industrie in China sinds de jaren 1970, hebben de fabrieken zich gediversifieerd. Rappo Technology Co. maakte vroeger computermuizen en keyboards maar produceert vandaag consumentendrones.
Tertiaire sectoren zoals financiële diensten, verzekeringen, toerisme en entertainment kenden een heropleving omdat de economie van het land zich nu op consumptie richt. In 2015 was de dienstenindustrie goed voor 51% van het BBP, tegenover 44% in 2011.
Door de snel stijgende inkomens en een gewijzigde houding tegenover het tonen van rijkdom beleven de sectoren luxediensten en luxegoederen goede tijden. Dr. Tina Zhou van het onderzoeks- en adviesbureau voor luxe Fortune Character Institute merkt op: "In het verleden zagen de Chinese consumenten luxegoederen als een symbool van rijkdom en status. Nu kopen ze luxegoederen voor hun eigen plezier."
In 2015 bedroegen de uitgaven voor luxe 16,8 miljard dollar, goed voor 20% van de wereldwijde verkoop van luxe. Verwacht wordt dat de verkoop tegen 2020 84 miljard dollar zal bedragen en dat de aankopen door Chinezen in het buitenland zullen oplopen tot 97 miljard dollar.
Terwijl China zijn uitgavengewoonten verandert en afstand doet van laagwaardige productie, verschuift de wereldwijde economie. Veel goederen kunnen niet langer de stempel 'Made in China' of 'Made in Taiwan' krijgen omdat ze 'Made in the World' zijn. Volgens het rapport Capturing Value in Global Networks uit 2011 staat op je iPad van 400 dollar misschien wel 'Made in China', maar slechts 10 dollar daarvan heeft iets te maken met het land.
Jessie Qian, Head of Consumer Markets bij KPMG in China, zegt: "Het beleid van de regering – de waardeketen bevorderen en de consumenteneconomie stimuleren – lijkt verstandig op lange termijn. En het land heeft de middelen om zijn doelen te bereiken: zo zullen er bijvoorbeeld tegen het einde van dit jaar meer robots werken in China dan in Japan."
Consumer Currents: Off the shelf
© 2024 KPMG Central Services, a Belgian general partnership ("VOF/SNC") and a member firm of the KPMG global organization of independent member firms affiliated with KPMG International Limited, a private English company limited by guarantee. All rights reserved.
For more detail about the structure of the KPMG global organization please visit https://kpmg.com/governance.