Wat te doen met uw Nederlandse pensioen in eigen beheer na 1 januari 2017?

Nederlandse pensioen in eigen beheer na 1 januari 2017?

De Nederlandse directeur-grootaandeelhouder (dga) die zijn pensioen geheel of gedeeltelijk in eigen beheer houdt, mag niet onder dezelfde regels pensioen opbouwen als de ‘gewone werknemer’.

1000

Zo moet het pensioen voldoen aan wat in collectieve regelingen gangbaar is en zijn er tal van waarderingsregels die maken dat de commerciële waarde van het pensioen sterk kan afwijken van de fiscale waarde. Dat geeft in de praktijk vaak problemen bij dividenduitkeringen en terugbetaling van aandelenkapitaal, herstructurering en afsplitsing, echtscheiding, waardeoverdracht en/of zetelverplaatsing. Daarnaast zorgen het feit dat jaarlijks een actuariële berekening moet worden gemaakt en de voortdurend wijzigende wet- en regelgeving voor administratieve lasten en hoge kosten.

De commerciële waarde van de pensioenverplichting is de waarde in het economische verkeer, dat wil zeggen: het bedrag dat aan een onafhankelijke, externe verzekeraar zou moeten worden betaald om het toegezegde pensioen aan te kopen.

De fiscale waarde van de pensioenverplichting is het bedrag op de balans voor de heffing van vennootschapsbelasting. Voor de heffing van loonbelasting wordt uitgegaan van de waarde in het economische verkeer, terwijl voor de vennootschapsbelasting de fiscale (balans)waarde het uitgangspunt is. Bij ‘oneigenlijke handelingen’ met het pensioen (zoals afkoop, tot zekerheid geven, prijsgeven van voor verwezenlijking vatbare rechten) wordt loonbelasting (maximaal 52%) en revisierente (20%) geheven over de commerciële waarde van de aanspraak.

De problemen rond pensioen in eigen beheer zijn al langer bekend. In december 2012 is hiervoor in de Eerste Kamer nog eens expliciet de aandacht gevraagd. Achtereenvolgende staatssecretarissen hebben vervolgens vijf brieven het licht doen zien, waarin werd gezocht naar oplossingsrichtingen. Daarbij werd nogal eens van richting veranderd, of wellicht was sprake van voortschrijdend inzicht. Inmiddels is de kogel door de kerk. Als onderdeel van het Belastingplan 2017 is namelijk het wetsvoorstel Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen op Prinsjesdag gepresenteerd.

 

Belastingplan 2017

Het streven is om pensioen in eigen beheer op termijn helemaal af te schaffen. Met ingang van 2017 is pensioenopbouw in eigen beheer voor de dga niet langer toegestaan. Doteren aan reeds in eigen beheer opgebouwde aanspraken is niet langer meer mogelijk. De reeds opgebouwde pensioenaanspraken blijven in principe staan en worden op de gangbare wijze actuarieel opgerent.

Afhankelijk van de gesloten pensioenovereenkomst kan na 31 december 2016 ook nog wel indexatie plaatsvinden. Overdracht naar eigen beheer van een bij een verzekeringsmaatschappij ondergebracht dga-pensioen dat niet onder de Pensioenwet is gebracht, kan op of na 1 januari 2017 niet meer zonder fiscale sancties plaatsvinden. Met ingang van 1 januari 2017 mag geen kostenegalisatiereserve of voorziening (meer) worden gevormd bij een stellig voornemen tot het toekennen van pensioen. Belangrijk is dat de dga die nog pensioen opbouwt tijdig (dat wil zeggen: voor 1 januari 2017) overeenkomt om de verdere pensioenopbouw te stoppen.

In het wetsvoorstel staan ook versoepelingen. De hogere commerciële waarde van het pensioen mag geruisloos worden afgestempeld naar de lagere fiscale waarde (zonder heffing van loonbelasting, revisierente en vennootschapsbelasting), mits dit gebeurt in combinatie met volledige afkoop ineens in 2017, 2018 of 2019, dan wel in combinatie met fiscaal geruisloze omzetting van het volledige eigenbeheerpensioen in een oudedagsverplichting in 2017, 2018 of 2019.

Bij afkoop wordt een op het eerste gezicht aantrekkelijke korting gegeven op de grondslag waarover belasting moet worden betaald. De grondslag is de fiscale waarde in eigen beheer per ultimo 2015 dan wel de lagere fiscale waarde op afkoopdatum. In 2017 wordt een korting gegeven van 34,5%, in 2018 van 25% en in 2019 van 19,5%. Voor pensioen dat per ultimo 2015 bij een verzekeringsmaatschappij is ondergebracht, wordt dus geen korting gegeven. Revisierente wordt niet geheven.

Een alternatief is afstempelen naar de fiscale waarde en deze omzetten in een oudedagsverplichting. Aan die oudedagsverplichting doteren wordt niet mogelijk. Wel moet verplicht worden opgerent met het U-rendement (een cijfer dat maandelijks bekend wordt gemaakt door het Verbond van Verzekeraars).

Bij het bereiken van de AOW-leeftijd kan worden gekozen voor afstorting in een verzekerde of een bancaire lijfrente. Ook kan de oudedagsverplichting in eigen beheer worden afgewikkeld. De uitkeringsduur is in principe twintig jaar vanaf de AOW-leeftijd. De uitkeringen mogen maximaal vijf jaar eerder ingaan, waarbij de uitkeringsduur dan navenant wordt verlengd. Het is mogelijk om na omzetting in een oudedagsverplichting in 2017, 2018 of 2019 alsnog fiscaal vriendelijk af te kopen.

Beide opties (afstempelen in combinatie met afkoop en afstempelen in combinatie met omzetten in een oudedagsverplichting) staan ook open voor dga’s met een ingegaan pensioen, voor geëmigreerde dga’s en voor dga’s waarvan het pensioen in een buitenlands eigenbeheerlichaam is ondergebracht. In de laatste twee gevallen wordt beoogd een gelijke behandeling met de binnenlandse situatie te regelen via het kwijtschelden van een gedeelte van de conserverende aanslag. Het goede nieuws is dat ook de dga die in België woont of wiens pensioenvennootschap in België is gevestigd, van deze nieuwe mogelijkheden kan profiteren.

In alle gevallen is belangrijk dat de partner en/of de ex-partner moet instemmen en dat deze in beginsel zou moeten worden gecompenseerd voor derving van pensioenrechten. De dga moet de Belastingdienst binnen twee maanden na afstempeling informeren over deze afstempeling, dit op straffe van verlies van de fiscale faciliteiten en hoge heffingen (52% en 20%).

Als niet wordt gekozen voor afstempelen en volledig afkopen of omzetting in een oudedagsverplichting, dan wordt het eigenbeheerpensioen bevroren. In dat geval blijven de fiscale regels die ook nu al gelden van toepassing op het eigenbeheerpensioen.

Wat is wijsheid? Dat hangt helemaal van uw situatie en van de cijfers af en is op een aantal punten nog onduidelijk. Wij verwijzen naar dit memorandum voor enkele cijfervoorbeelden. Wenst u begeleiding bij het maken van een verantwoorde keuze? Wij zijn u graag van dienst.

 

Marlies Kastelein

Ga terug naar de overzichtspagina

© 2024 KPMG Tax and Legal Advisers, a Belgian Civil Cooperative Company with Limited Liability (burg. CVBA/SCRL civile) and a member firm of the KPMG network of independent member firms affiliated with KPMG International Cooperative (“KPMG International”), a Swiss entity. All rights reserved.

KPMG International Cooperative (“KPMG International”) is a Swiss entity.  Member firms of the KPMG network of independent firms are affiliated with KPMG International. KPMG International provides no client services. No member firm has any authority to obligate or bind KPMG International or any other member firm vis-à-vis third parties, nor does KPMG International have any such authority to obligate or bind any member firm.

Neem contact met ons op

Mijn profiel

Blader door artikelen en kies uw interesses.