Versoepeling voorwaarden toekenning bijkomende Belgische belastingvermindering geldt niet voor inkomsten uit Nederland
Versoepeling voorwaarden toekenning bijkomende Belgisch
Wanneer een rijksinwoner van België inkomsten geniet die in België krachtens een dubbelbelastingverdrag met progressievoorbehoud worden vrijgesteld, gaat een proportioneel deel van de persoons- en gezinsgebonden voordelen verloren.
Wanneer een rijksinwoner van België inkomsten geniet die in België krachtens een dubbelbelastingverdrag met progressievoorbehoud worden vrijgesteld, gaat een proportioneel deel van de persoons- en gezinsgebonden voordelen verloren.
Vrijstelling met progressievoorbehoud houdt in dat de bij verdrag vrijgestelde inkomsten niet als dusdanig in België worden belast, maar dat deze inkomsten wel in rekening worden genomen om het belastingtarief te bepalen dat van toepassing is op de in België belastbare inkomsten.
In de berekening van de belasting worden de persoons- en gezinsgebonden voordelen verhoudingsgewijs (belasting die verschuldigd zou zijn geweest over de bij verdrag vrijgestelde inkomsten/totale belasting) aangerekend op de bij verdrag vrijgestelde inkomsten, waardoor een gedeelte van de persoons- en gezinsgebonden voordelen verloren gaat.
Deze berekeningswijze is op basis van jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie in strijd met de Europese vrijheden indien de bronstaat geen vergelijkbare persoons- en gezinsgebonden voordelen toekent.
Om tegemoet te komen aan deze problematiek kent de Belgische belastingadministratie een bijkomende belastingvermindering toe wanneer de belastingplichtige kan aantonen dat hij in een of meer lidstaten van de EER inkomsten – van welke aard ook – verkregen heeft die in de bronstaat belast werden zonder dat de persoonlijke toestand en de gezinstoestand in aanmerking werden genomen bij de berekening van de belasting in de bronstaat.
De bijkomende belastingvermindering wordt enkel toegekend indien de in België verschuldigde belasting, verhoogd met de in het buitenland verschuldigde belasting op de vrijgestelde inkomsten, hoger is dan de belasting die zou zijn verschuldigd indien de inkomsten uitsluitend uit Belgische bronnen afkomstig waren en de hierop betrekking hebbende belastingen in België verschuldigd waren.
Tot voor kort werd de bijkomende belastingvermindering niet toegekend indien “(...) de belastingplichtige in de bronstaat de mogelijkheid had om te kiezen voor een stelstel dat hem recht gaf op dezelfde tegemoetkomingen als die welke worden toegekend aan de inwoners van de bronstaat, maar hij gekozen heeft voor een stelsel dat de toekenning van de bedoelde tegemoetkomingen niet inhield. Hierbij was het zonder belang of het stelsel waarvoor hij gekozen heeft al dan niet voordeliger is.”
Naar aanleiding van een ‘met redenen omkleed advies’ van de Europese Commissie heeft de Belgische belastingadministratie besloten deze uitsluitingsgrond per onmiddellijk op te heffen. Het loutere feit dat de belastingplichtige in de bronstaat kan opteren om dezelfde persoons- en gezinsverbonden voordelen te kunnen genieten als een inwoner van die staat betekent niet langer automatisch dat de toepassing van de bijkomende belastingvermindering is uitgesloten.
Voor inwoners van België die bij verdrag vrijgestelde inkomsten uit Nederlandse bron verwerven, is deze versoepeling voorlopig echter zonder gevolg.
De circulaire voorziet namelijk in een tweede uitsluitingsgrond die bepaalt dat de bijkomende belastingvermindering niet kan worden toegekend “(...) wanneer de tegemoetkomingen die verband houden met de persoonlijke toestand van de belastingplichtige proportioneel worden toegekend naar rato van de in de bronstaat verkregen inkomsten ten opzichte van het wereldinkomen.”
Deze pro-rataregel is opgenomen in het dubbelbelastingverdrag afgesloten tussen België en Nederland. Rijksinwoners van België die inkomsten verkrijgen die in Nederland belastbaar zijn, zullen, op basis van het Belgisch-Nederlands dubbelbelastingverdrag, in Nederland recht hebben op tegemoetkomingen die verband houden met hun persoonlijke toestand naar rato van de in Nederland verkregen inkomsten ten opzichte van het wereldinkomen.
Met betrekking tot grensoverschrijdende situaties met Nederland bevestigde de Belgische belastingadministratie in 2014 dan ook dat “(...) zodra een belastingplichtige inkomsten verkrijgt die in Nederland belastbaar zijn, de bijkomende vermindering niet van toepassing is ongeacht of in Nederland daadwerkelijk geen enkel voordeel verbonden aan de persoonlijke toestand en de gezinstoestand werd verleend, omdat hij er geen aanspraak op heeft gemaakt of omdat de voorwaarden voor de toekenning van die voordelen niet vervuld waren.”
In haar aanpassing van 11 september 2005 aan de Circulaire van 12 maart 2008 maakt de Belgische belastingadministratie geen gewag dit standpunt te zullen wijzigen.
Carolien van Echelpoel
Ga naar de overzichtspagina
© 2024 KPMG Central Services, a Belgian general partnership ("VOF/SNC") and a member firm of the KPMG global organization of independent member firms affiliated with KPMG International Limited, a private English company limited by guarantee. All rights reserved.
For more detail about the structure of the KPMG global organization please visit https://kpmg.com/governance.