De coronacrisis heeft grote impact gehad op openbaarvervoerbedrijven. Tijdens de lockdowns nam de bezetting drastisch af. Zo vervoerde NS in de eerste helft van 2021 slechts 35% van de reizigers ten opzichte van voor de pandemie. Een vergelijkbaar beeld is te zien bij regionale vervoerders. Om de acute nood te lenigen, tuigde de overheid een beschikbaarheidsvergoeding op. Daarmee worden vervoersbedrijven gecompenseerd voor het verlies aan reizigersinkomsten. Maar die beschikbaarheidsvergoeding is een tijdelijke maatregel in crisistijd. Inmiddels beginnen de contouren van een nieuwe status quo zich af te tekenen – met voorlopig minder reizigers dan voor de pandemie. Wat betekent dat voor vervoersbedrijven, en welke rol ligt er voor de overheid?

De impact van innovaties en ontwikkelingen

De OV-sector draait om concessies gebaseerd op geprognosticeerde reizigersvolumes. Die volumes werden in het verleden min of meer stabiel en groeiend geacht, de bandbreedte werd als gegeven gezien. De coronacrisis heeft die veronderstelde stabiliteit echter van tafel geveegd. Meer mensen werken vaker thuis. Bovendien zijn het autobezit en -gebruik toegenomen. De verwachting is dat het aantal OV-reizigers de komende jaren structureel lager zal zijn, waarmee de historische groei in OV-gebruik voorlopig een pas op de plaats maakt. Wat op de langere termijn gaat gebeuren is onmogelijk te voorspellen, vanwege de vele factoren die van invloed zijn. Al is als gevolg van bijvoorbeeld de energietransitie, klimaatmaatregelen, toenemende congestie en nieuwe gebiedsontwikkeling dan weer verdere groei te verwachten. Bovendien zijn technologische ontwikkelingen als zelfrijdende auto’s en bussen aan de horizon verschenen; op dit moment is niet te zeggen of, wanneer en in welke vorm dergelijke innovaties een rol van betekenis zullen gaan spelen en wat die rol zal zijn.

Het stellen van nieuwe kaders

Op de middellange termijn blijft openbaar vervoer een onmisbare schakel in het Nederlandse mobiliteitslandschap. In grote steden is het autobezit laag, net als het praktisch nut ervan voor lokale vervoersbewegingen; OV speelt hier een cruciale rol. Afnemende volumes vertalen zich hier vooral in lagere frequentie op bestaande lijnen. De impact voor OV-bedrijven en voor reizigers is relatief beperkt. In landelijke gebieden zonder (frequent) OV is de impact echter veel groter: afnemende volumes kunnen het verschil betekenen tussen een bus die elk uur rijdt en het schrappen van die lijn.

De situatie is nu dus dat OV-bedrijven concessies uitbaten die zijn gebaseerd op reizigersvolumes die de komende jaren bij lange na niet gehaald zullen worden; het lek dat daarmee ontstaat in hun verdienmodel wordt momenteel afgedekt met de pleister van de beschikbaarheidsvergoeding, maar dat is geen duurzame oplossing. De besparingen die OV-bedrijven sinds het begin van de pandemie doorvoeren zijn dat evenmin. De verschuiving in vervoerskeuzes van reizigers als gevolg van de pandemie noopt dus tot structurele aanpassingen in het OV-landschap. Dat begint bij het stellen van nieuwe kaders door de overheid. Ten eerste moet er nagedacht worden over een nieuwe manier van risicoverdeling, gegeven de afname en mogelijke instabiliteit van reizigersvolumes. En ten tweede dient de overheid te bepalen welk niveau van dienstverlening gewenst is binnen concessiegebieden en wat OV mag kosten. 

Transformatie ov-bedrijven

Pas als deze kaders helder zijn, krijgen OV-bedrijven zicht op hoe zij zich moeten organiseren om de komende tien jaar hun werk te doen. In grote steden zal de transformatie geleidelijk kunnen gaan, gezien de aanzienlijke vraag die daar naar verwachting blijft bestaan. In de regio is de impact mogelijk groter, wat abrupt ingrijpen en nieuwe verdienmodellen noodzakelijk kan maken om concurrerend te blijven en hun dienstverlening te kunnen voortzetten. Met de kaders van de overheid kunnen OV-bedrijven invulling geven aan de grote opgave die hun te wachten staat om zich structureel aan te passen aan het nieuwe normaal van na de pandemie, zodat het openbaar vervoer in Nederland op duurzame wijze  op het gewenste niveau kan blijven functioneren en een bijdrage kan leveren aan maatschappelijke opgaven. 

Meer weten over de toekomst van mobiliteit?

Download het visie stuk via het formulier.

Lees meer over de toekomst van mobiliteit en infrastructuur

Op de hoogte blijven

Wij houden u op de hoogte per e-mail.
Geef hier uw voorkeuren door.