Grote ggz-organisaties hakken knoop door en stellen zzp-stop in, zo melde Skipr onlangs. Maar ook buiten de ggz zijn zorgorganisaties zijn zich aan het voorbereiden op de handhaving vanaf 1 januari 2025 van de Wet DBA tegen schijnzelfstandigheid. De Wet DBA legt meer verantwoordelijkheid bij de opdrachtgever om te controleren of sprake is van een zelfstandige arbeidsrelatie. In de zorg is in de meeste gevallen sprake van schijnzelfstandigheid. Reden voor veel zorgorganisaties om de contracten met zzp’ers te beëindigen. 

In de maatschappelijke discussie wordt volgens Jeroen Niehuis, director bij KPMG, beperkt aandacht besteed aan de financiële impact van deze handhaving voor zorginstellingen.

11% van het totale aantal zorgverleners is zzp’er

De effecten van deze handhaving zijn groot voor zorginstellingen. Gemiddeld zijn volgens het CBS circa 11% van het totale aantal zorgverleners zzp’ers, maar het aandeel verschilt sterk per sector en/of tussen verschillende zorginstellingen binnen een sector. Deze zzp’ers worden door de zorginstellingen ingehuurd, veelal tegen een hoger tarief dan de huidige kosten van medewerkers, maar vrijgesteld van btw; de zzp’er levert over het algemeen een zorgproduct dat vrijgesteld is van btw.

Zzp’ers willen graag zelfstandig blijven

De meeste zzp’ers willen graag zelfstandig blijven vanwege de flexibiliteit, om zelf te bepalen hoeveel uur ze willen werken en om gebruik te maken van fiscale voordelen. De oproep van zorginstellingen aan zzp’ers om in dienst te treden, vindt vooralsnog beperkt gehoor. De zzp’ers zijn zoekende naar alternatieve oplossingen om schijnzelfstandigheid tegen te gaan, maar de opties zijn beperkt. Zoals Zorgvisie in een recent artikel al aangeeft, heeft de Belastingdienst aangegeven dat het Fiscaal Kompas zzp geen enkele zekerheid biedt. Het gaat om de wijze waarop de werkzaamheden feitelijk worden uitgevoerd.

Een van de opties voor zzp’ers is om in dienst te treden bij een uitzend- of detacheringsbureau. Door de zzp’ers in dienst te nemen, dragen de bureaus de verantwoordelijkheid voor het professionaliseren, waarborgen van de kwaliteit en het handhaven van de cao. De bureaus werven massaal zzp’ers met aantrekkelijk arbeidsvoorwaarden, een flexibiliteitstoeslag en/of een ruimere vergoeding voor woon-werkverkeer en flexibiliteit. De bureaus weten dat in geval van schaarste, beschikbare capaciteit goud waard is. Hoe groot deze ontwikkeling is, toont de voorgenomen overname van Zorgwerk door Randstad aan.

Ingehuurde zorgprofessionals worden 60% tot 100% duurder dan zorgprofessional in loondienst

De uitzend- en detacheringsbureaus hebben een winstoogmerk, eigen overhead en bieden zzp’ers betere arbeidsvoorwaarden, onder andere voor onregelmatigheid en reiskostenvergoeding. Daarnaast dragen de uitzend- en detacheringsbureaus de kosten van de werving & selectie en het opleiden van zorgprofessionals, maar ook voor de niet-productieve uren en het ziekteverzuim. Ten slotte zijn de sociale premies voor uitzend- en detacheringsbureaus hoger in vergelijking met de zorgsector.

Al deze kosten hebben een significant prijsopdrijvend effect. Dit effect wordt volgens Wim van Welsen partner bij Meijburg & Co, vergroot door de btw op de inzet van deze zorgprofessionals: “Doordat de zorgprofessionals worden ingehuurd vanuit een uitzend- en detacheringsbureau zijn hun diensten, anders dan veelal in de huidige situatie, niet vrijgesteld van btw. Dit alleen al levert een kostprijsverhoging van 21% op voor de inlenende zorginstellingen.”

De verwachting is dat de prijs voor een zorgprofessional vanuit een uitzend- of detacheringsbureau 40% tot 70% hoger zal liggen dan de prijs voor dezelfde zorgprofessional als zzp’er. In vergelijking met een zorgprofessional in loondienst is de verwachting dat de zorgprofessional vanuit een uitzend-en detacheringsbureau 60% tot 100% duurder wordt. Jeroen Niehuis: “Deze tarieven kan de zorg op basis van de huidige financiering niet opbrengen.”

Zorginstellingen zitten door de Wet DBA in een spagaat

Ongewijzigd blijven contracteren met zzp’ers is geen optie door het risico op achterstallig loonheffingen, naheffingen op premies werknemersverzekeringen en boetes die kunnen oplopen tot 100%. Inhuren van zorgprofessionals van uitzend- en/of detacheringsbureaus leidt anderzijds tot significante kostenstijgingen. En indien een zzp’ers een loondienstverband wordt aangeboden, dan dienen de zorginstellingen veelal de bureaus financieel te compenseren. Deze compensatie dient ineens te worden voldaan, met mogelijk een grote impact op de liquiditeitspositie. Ten slotte leidt het niet-contracteren van zorgprofessionals mogelijk tot het niet-realiseren van de begrote productie en omzet, waardoor dit een negatieve impact kan hebben op het resultaat. 

Jeroen Niehuis: “De zorginstellingen zitten in een spagaat. Ongeacht de keuze die ze maken, is de impact op het resultaat en de vermogenspositie van zorginstellingen groot. Het risico bestaat dat de financiële gezondheid van zorginstellingen verder verslechtert en de continuïteit in gevaar komt.”

Regionale samenwerking als mogelijke oplossingsrichting

In verschillende regio’s zien Jeroen en Wim meerdere ontwikkelingen om de benodigde flexibiliteit gezamenlijk te organiseren. Gezamenlijk wordt een regionale flexibele schil opgezet waarin de  zorgprofessionals (deels) in loondienst komen. Vanuit deze regionale flexibele schil kunnen ze bij zorginstellingen worden ingezet. Daarbij wordt aan de zorgprofessionals optimale (keuze)vrijheid en flexibiliteit geboden en kan de kwaliteit van de zorgprofessionals regionaal worden geborgd. De zorgprofessionals kunnen naast het loondienstverband ook een loondienstverband bij een andere zorginstelling hebben, ongeacht of dit een van de deelnemende zorginstellingen is. Zo heeft de zorgprofessional maximale flexibiliteit.

Jeroen Niehuis: “De behoefte aan externe flexibiliteit zal niet verdwijnen. Het is beter om te kijken naar een strategische oplossing voor externe flexibiliteit. Het mooie aan deze regionale flexibele schil is, dat deze in lijn ligt met het Integraal Zorgakkoord (IZA). Door intensieve regionale samenwerking kan de zorg en de capaciteit van zorg regionaal nóg beter op elkaar worden afgestemd.”

Regionale zorgprofessionals 20% tot 30% duurder dan zorgprofessional in loondienst

Wim van Welsem: “In deze samenwerkingsvorm kan, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, de dienstverlening door deze regionale flexibele schil vrijgesteld zijn van btw. Daarnaast zullen de kosten lager zijn dan via de bureaus door het ontbreken van het winstoogmerk en omdat gebruik wordt gemaakt van dezelfde cao. Wij schatten in dat de kosten van regionale zorgprofessionals circa 20% tot 30% duurder zijn dan een zorgprofessional in loondienst.’ 

Door vergaande integratie van de regionale flexibele schil in het HR-beleid en HR-processen kunnen deze kosten nog lager uitvallen en/of kunnen zorginstellingen HR-taken uitbesteden aan de regionale flexibele schil. Daarnaast zijn de deelnemende zorginstellingen niet verplicht de bureaus te compenseren voor het in dienst nemen van de zzp’ers, omdat deze in loondienst komen van de regionale flexibele schil. Jeroen Niehuis: “In vergelijking met de uitzend- en detacheringsbureaus heeft de regionale flexibele schil het minste impact op het resultaat en op de vermogenspositie van de zorginstelling, waarbij tegelijkertijd dezelfde flexibiliteit wordt geboden aan de zorgprofessionals.’ 

Wil je de hele publicatie lezen?

Contact