Nederlanders zeggen hun privacy steeds belangrijker te vinden. Echter, ondertussen staan ze vrijwillig persoonsgegevens af als dit hun (financieel) voordeel of gemak oplevert. Volgens Koos Wolters, Partner en Head of Cyber Security & Data Privacy bij KPMG Nederland, moet het besef groeien dat privacy letterlijk geld waard is. In zijn opinie kan dit bevorderd worden door duidelijker onderscheid te maken tussen belangrijke en minder belangrijke persoonsgegevens.
Al sinds de invoering van de AVG in 2018 ziet KPMG in zijn onderzoeken dat Nederlanders hun privacy steeds belangrijker zeggen te vinden. De coronacrisis lijkt Nederlanders nóg meer bewust te hebben gemaakt van hun privacy. In het meest recente onderzoek dat in 2021 werd uitgevoerd, geeft 86% van de ondervraagden aan dat het beschermen van persoonsgegevens voor hen hoge prioriteit heeft. In 2018 was dit lager: 69%. Nederlanders maken zich ook druk om datalekken, zoals recent bij de GGD waarbij persoonlijke gegevens rondom coronatesten op straat belandden. Twee op de drie respondenten baart dit zorgen.
Voordeel of gemak
Tegelijk valt een discrepantie op: in wóórd wordt aan privacy gehecht, maar in dáád blijkt dit veel minder. Want een kwart van de Nederlanders blijkt persoonlijke gegevens moeiteloos af te staan wanneer dit financieel voordeel of gemak oplevert. Bij jongeren is dit zelfs 45%. Zij menen bovendien, meer dan de overige onderzochte groepen, precies te weten welke gegevens er van hen door bedrijven en organisaties worden verzameld.
De vraag is of hier sprake is van zelfoverschatting. Zo blijkt uit het KPMG-onderzoek dat men zich nauwelijks zorgen maakt over de populariteit van videobellen. Men realiseert zich niet dat grote techbedrijven als Google en Microsoft hiermee beschikking krijgen over enorme hoeveelheden data. Hoeveel medewerkers hebben bijvoorbeeld bij hun werkgever gevraagd wat het privacybeleid is richting deze grote technologiebedrijven? Wat mogen zij doen met de videogesprekken die op hun servers staan?
De miljoenen videogesprekken die tijdens de coronacrisis zijn gevoerd, zijn enorm waardevol voor deze bedrijven. Zij werken onder meer aan software waarmee gezichtsuitdrukkingen en andere vormen van non-verbale communicatie geanalyseerd kunnen worden. Hoeveel Nederlanders beseffen dat het een koud kunstje is om op basis van gezichtsuitdrukkingen in kaart te brengen hoe iemand zich voelt en of een medewerker wel lekker in zijn vel zit?
Vaccinatiebewijzen en privacy
Zoals we inmiddels weten, zijn vaccinatiebewijzen belangrijk om uit de coronacrisis te raken en het normale leven min of meer weer op te kunnen pakken. Het is zeker niet ondenkbaar dat reizen met een vaccinatiebewijs straks eenvoudiger en goedkoper wordt, bijvoorbeeld omdat een dure PCR-test niet nodig is. Op basis van het KPMG-onderzoek valt te voorspellen dat Nederlanders bereid zullen zijn om hun medische gegevens te delen met (reis)organisaties en andere instellingen, als zij hierdoor gemakkelijker op vakantie kunnen gaan. Nederlanders moeten echter beseffen dat zij hierdoor kwetsbaarder worden voor datalekken, aangezien hun (medische) gegevens op meerdere plekken worden bewaard.
Privacy is letterlijk een kostbaar bezit. Maar Nederlanders, en met name jongeren, zijn zich daar onvoldoende van bewust. Persoonsgegevens worden veelal gratis gedeeld of aan bedrijven cadeau gedaan. Het is goed dat Nederlanders zich meer bewust worden van het belang van hun privacy. De volgende stap is dat zij ook beseffen dat er aan hun persoonsgegevens een prijskaartje hangt: privacy heeft economische waarde. Pas dan zullen zij niet alleen in woord maar ook in daad het belang van gegevensbescherming voorop gaan stellen.
Echt relevante persoonsgegevens
Daarbij dient onderscheid gemaakt te worden tussen persoonsgegevens die écht belangrijk zijn en gegevens die minder belangrijk zijn. Volgens de AVG betreft een persoonsgegeven alle informatie die ofwel direct over iemand gaat, ofwel naar deze persoon te herleiden is. Naast voor de hand liggende gegevens als iemands naam, adres en woonplaats zijn er bijzondere persoonsgegevens. Deze gaan over iemands ras, godsdienst of gezondheid. Deze gevoelige persoonsgegevens zijn door de wetgever extra beschermd. Bij niet-bijzondere persoonsgegevens kun je je echter afvragen hoe belangrijk die zijn. Een telefoonnummer valt bijvoorbeeld in die categorie, maar vroeger stond iedereen in het telefoonboek. Uit het KPMG-onderzoek in 2018 bleek dat veel Nederlanders de implicaties van de AVG veel te ver vonden gaan. Zij begrepen bijvoorbeeld niet waarom het niet is toegestaan om naar het adres van een zieke collega te vragen als het team hem of haar een bloemetje wil sturen. Of waarom voor elke foto die een school op de website wil zetten, toestemming aan ouders moet worden gevraagd.
Dit onbegrip komt voort uit het feit dat heel veel mensen dergelijke persoonlijke informatie al jaren vrijwillig delen op social media. En adressen en telefoonnummers staan zoals gezegd al in het (digitale) telefoonboek. Kortom, door onbegrip over de privacybescherming die de AVG oplegt wordt de discussie over het beschermen van persoonsgegevens vertroebeld. Wat ons betreft moet deze gaan over wie iets doet met welke gegevens en niet alleen over de gegevens zelf. Als het alleen over de gegevens gaat, zonder de context, worden discussies over gebruik van die gegevens al snel theoretisch en is het pragmatisme ver te zoeken.
Dit opiniestuk maakt deel uit van een groter thema met betrekking tot data privacy. Hoewel de de waarde van je privacy in dit opiniestuk wordt belicht, wordt binnen het thema een grotere nadruk gelegd op de zorg van consumenten over privacy. Meer informatie vindt u vindt u hier.
Whitepaper - Meer zorgen over privacy
Een kwart van de Nederlanders koestert een behoorlijk wantrouwen jegens de overheid. Dit uit zich in een groeiende bezorgdheid over de eigen privacy. Desondanks zijn veel Nederlanders bereid persoonlijke gegevens te delen als dit (financieel) voordeel oplevert.
Met ons onderzoek wilden wij ook peilen of de landelijke discussie over de veiligheid van de CoronaMelder-app invloed heeft gehad op de mate van belang dat Nederlanders hechten aan bescherming van hun persoonsgegevens.
- Vertrouwt u de overheid als het gaat om hun privacy – mede in het licht van de ‘toeslagenaffaire’?
- En hoe zit het met het vertrouwen als het aankomt op grote technologiebedrijven
- Voelen mensen zich digitaal gecontroleerd door hun werkgever, nu zij al meer dan een jaar thuiswerken?
Al dit soort vragen en het resultaat van ons privacy onderzoek onder consumenten leest u in onze whitepaper "Meer zorgen over privacy".