Met de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel, de grootste pensioenhervorming in jaren, zal het risicobeheer de komende periode prominent op de bestuursagenda van menig pensioenfonds blijven staan. KPMG Pensions Advisory voerde recent een benchmarkonderzoek uit naar de volwassenheid van het risicobeheer in de Nederlandse pensioensector1. De sector scoort gemiddeld een 2,9 op een schaal van 5. Dit betekent dat de risicobeheersing binnen de pensioenfondsen gemiddeld genomen bijna als 'voldoende volwassen' mag worden beschouwd. Echter zien we ook diverse onderdelen binnen het risicomanagementraamwerk waar fondsen hun risicomanagement verder kunnen én misschien wel moeten professionaliseren. Afhankelijk van de doelstelling van het fonds kan daar nog aanzienlijke winst worden behaald. Die winst lijkt vooral te behalen op gebied van aantoonbaarheid, de toepassing van het 'three lines' model in de praktijk en het samenspel met de uitbestedingsorganisaties. In dit artikel gaan we nader in op de uitkomsten van het onderzoek en beschrijven we de mogelijkheden die de inzet van tooling kan bieden om op deze vlakken vooruitgang te boeken.
Inzicht in het volwassenheidsniveau door te benchmarken
Om inzicht te geven in het volwassenheidsniveau van het risicobeheer in de pensioensector, heeft KPMG Pensions Advisory een benchmarkstudie uitgevoerd in de Nederlandse pensioensector. De studie is gebaseerd op het door KPMG gehanteerde risicomanagementraamwerk welke is gebaseerd op het COSO ERM 2017 model en de eisen die worden gesteld door De Nederlandse Bank (DNB). Het raamwerk bestaat uit zes elementen die samen een integraal geheel moeten vormen (zie ook Figuur 1).
Ter toelichting:
- De 'Risicostrategie en -bereidheid' hebben betrekking op de wijze waarop risicomanagement wordt gebruikt om strategische en overige doelstellingen te behalen. De risicobereidheid geeft de bandbreedte aan waarbinnen het pensioenfonds bereid is tot het nemen van risico's. Dit kan zowel in kwalitatieve als in kwantitatieve termen, of een combinatie daarvan, zijn geformuleerd.
- Onder 'Governance en organisatie' wordt de structuur verstaan waarbinnen het pensioenfonds zijn risicomanagementactiviteiten stuurt, monitort en hierover rapporteert. Deze organisatiestructuur omvat duidelijk omschreven taken en verantwoordelijkheden, inclusief beslissingsbevoegdheden en rapportagelijnen.
- Het beleid en de bijbehorende processen welke worden gevolgd om een aantoonbare, adequate beheersing van de risico's in relatie tot de doelstellingen van het pensioenfonds te bereiken, worden beoordeeld binnen het element 'Risicobeleid en -proces'.
- 'Risicomonitoring en -rapportage' betreffen de activiteiten om risico's te identificeren, te beoordelen, te prioriteren en erover te rapporteren. Het doel hiervan is inzicht te krijgen in de mate waarin relevante risico's impact hebben op het behalen van de doelen van het pensioenfonds. Daarnaast dienen de rapportages inzicht te geven in de wijze waarop wordt omgegaan met de geïdentificeerde risico's, door deze te vermijden, te accepteren, te delen of beheers-maatregelen te implementeren met als doel de risico's te beheersen en te mitigeren.
- Onder het element 'Data en systemen' is de mate van gebruik van geïntegreerde, pensioen fondsbrede systemen voor risicobeheersing (zo genoemde GRC-tooling, waarop we later in dit artikel ingaan) beoordeeld, ofwel de data en IT infrastructuur die het fonds gebruikt ter onder steuning van haar risicomanagementactiviteiten.
- Ten slotte worden onder het element 'Cultuur en gedrag' de geldende normen en waarden binnen de organisatie die van invloed zijn op risico gerelateerde beslissingen verstaan. Omdat de onderzoeksmethode zich hier niet voor leende zijn op dit onderdeel geen scores toegekend.
Wisselwerking binnen raamwerk cruciaal voor goed functionerend risicomanagement
Uit het onderzoek blijkt dat de hiervoor genoemde elementen van een risicomanagementraamwerk door de pensioenfondsen veelal herkend en gehanteerd worden. Pensioenfondsen kunnen zich verder verbeteren in de toepassing van het risicomanagementraamwerk door in praktijk meer aandacht te schenken aan de samenhang tussen de verschillende elementen onderling. De wisselwerking tussen de elementen is cruciaal voor een goed functionerend risicomanagement.
In het onderzoek is een beoordelingskader gebruikt dat is afgeleid van het kader dat DNB hanteert2 en wat op hoofdlijnen is uitgewerkt in Tabel 1.
Gemiddeld pensioenfonds scoort nét geen voldoende
Uit het onderzoek blijkt dat de gemiddelde score op alle elementen van het risicomanagementraamwerk net onder score 3 'gedifferentieerd' ligt, met uitzondering van de score op het element 'Data en systemen'. De spreiding van de scores op dat onderdeel is daarnaast ook het grootst (zie ook Figuur 2).
Of deze scores ook als voldoende gezien mogen worden, is mede afhankelijk van de situatie en ambitie van het pensioenfonds zelf. De vereisten ten aanzien van een integere en beheerste bedrijfsvoering vullen dit niet exact voor het pensioenfonds in. In het algemeen zijn wij echter van mening dat gestreefd zou moeten worden naar een niveau waarop het risicomanagement aantoonbaar, integraal en effectief wordt uitgevoerd, waarbij de kosten opwegen tegen de baten. De vertaling hiervan naar een ambitieniveau verschilt per element en is onder meer afhankelijk van de omvang van het pensioenfonds, de aard en complexiteit van de risico's die gelopen worden en de mate waarin zaken zijn uitbesteed, maar zal in het algemeen tot een gewenste score van minimaal 3 en op onderdelen 4 leiden.
Figuur 1: Elementen van het risicomanagementraamwerk zoals gehanteerd door KPMG
Vertrouwen is goed, controle is het beter
Als we het over risicomanagement binnen financiële instellingen hebben, dan spreken we al snel over het 'three lines' model. Dit model is de meest actuele interpretatie van het 'three lines of defense' model. Hierna een illustratie van het model waarbij we als voorbeeld het bouwen van een huis voor Anne hebben genomen.
Stelt u zich een situatie voor waarbij de 'three lines' gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het bouwen van een huis voor Anne. Anne is de opdrachtgever en uiteindelijke belanghebbende.
De eerste lijn wordt gevormd door de aannemer die samen met zijn bouwvakkers eigenaarschap over het proces en de bijbehorende risico's neemt. Tijdens de bouw moeten het ontwerp en de bouwregels van de architect (tweede lijn) worden gerespecteerd. De aannemer heeft vooraf, samen met de architect, nagedacht over mogelijke risico's in het project en passende maatregelen getroffen. Tijdens de bouw blijft er aandacht voor de eerder geiäentificeerde risico's maar ook voor mogelijke nieuw opkomende risico's. Vaak worden deze door de bouwvakkers op de bouwplaats zelf gesignaleerd. De architect is regelmatig aanwezig op de bouwplaats en kan om advies worden gevraagd maar bouwt zelf niet mee.
Wanneer de woning wordt opgeleverd volgt een opleveringskeuring door een onafhankelijke, gecertificeerde bouwkundige, die daarmee de derde lijn invult. Hierbij wordt steekproefsgewijs gecontroleerd of het huis inderdaad conform het ontwerp en de afgesproken bouwregels is gebouwd en of er geen verborgen gebreken zijn.
Tabel 1: Beoordelingskader onderzoek op hoofdlijnen
Volwassenheidsniveau | Werkwijze risicomanagement | Taken/verantwoordelijkheden |
---|---|---|
1: 'Initieel' | Processen zijn niet of nauwelijks vastge-legd. Inconsistente en/of onduidelijke werkwijze voor risicomanagement. | Governance vereisten zijn niet of nauwelijks aan- wezig. Uitvoering is afhankelijk van individuen. |
2: 'Reproduceerbaar en informeel' | Gestandaardiseerde werkwijze voor risico- management, maar veelal informeel en slechts beperkte vastlegging. Focus ligt vooral op opzet en bestaan. | Taken en verantwoordelijkheden zijn in grote lij-nen bekend, maar hierover is geen eenduidig beeld binnen de gehele organisatie. In de 1• lijn wordt slechts in beperkte mate eigenaarschap genomen voor risicomanagement. |
3: 'Gedifferentieerd' | Gestandaardiseerde en meer formele werk- wijze voor risicomanagement. Focus ligt naast opzet en bestaan ook op werking en dit kan ook over een langere periode aan- toonbaar worden gemaakt. | Taken en verantwoordelijkheden zijn eenduidig toegewezen en eigenaarschap voor risicoma- nagement is doorleefd binnen de organisatie, specifiek ook in de 1• lijn. |
4. 'Beheerst en meetbaar' | Focus op zowel opzet, bestaan als werking. Aantoonbaarheid middels consistente en volledige vastlegging. Periodieke evaluaties worden tijdig uitgevoerd en op de resultaten wordt geacteerd, waarbij ook aandacht is voor samenhang binnen het raamwerk. | Er is sprake van integraal risicomanagement, waarbij taken, verantwoordelijkheden en eige-naarschap bekend zijn en hierop wordt geacteerd door alle betrokkenen in de organisatie. Bewust- wording van de samenhang tussen verschillen- de elementen uit het raamwerk. |
5: 'Continu verbeteren' | Er wordt continu gezocht naar mogelijkhe- den de risicomanagementactiviteiten te verbeteren. | Risicomanagementactiviteiten volledig ingebed in planning en dagelijkse besluitvorming. Mede- werkers in alle lagen van de organisatie zijn pro-actief betrokken bij het verbeteren van het sys- teem. |
Uit het onderzoek blijkt dat de scheiding tussen de lijnen binnen het 'three lines model', evenals de borging van de onafhankelijkheid van elke lijn, kan worden verbeterd. De rolverdeling en invulling is veelal in beleid verankerd. De uitwerking in de praktijk kan nog verbeterd worden door het versterken van de kennis en ervaring van betrokkenen in alle lijnen ten aanzien van specifieke risico's, zoals IT-risico's.
Figuur 2: Uitkomsten KPMG benchmark onderzoek 'Volwassenheidsniveau risicobeheer' onder pensioenfondsen
Inzet van tooling kan pensioenfondsen veel voordelen opleveren
Data & systemen, het element uit het risicomanagementraamwerk dat zich richt op digitalisering, scoort divers maar gemiddeld laag, zo blijkt uit het onderzoek. Digitalisering is een actueel thema voor de financiële markt als geheel en wordt met de aanstaande transitie ook voor de pensioensector alleen maar urgenter. Ook de toezichthouder heeft in haar visie op het toezicht voor 2021-2024 kenbaar gemaakt dat inspelen op technologische verieuwing één van de drie speerpunten is3. Daarbij richt DNB zich met name op het op orde krijgen van data op het gebied van kwaliteit, beveiliging en gebruik. De toezichthouder geeft daarnaast aan dat goede data essentieel is voor de strategische sturing van financiële instellingen. Het laatste linkt direct aan het belang van het hebben van inzicht in de belangrijkste risico's voor het fonds en het meewegen van de beheersing van die risico's in de strategische besluitvorming. GRC-tooling is een middel dat hiervoor gebruikt kan worden. GRCtooling is tooling waarmee de processen binnen het pensioenfonds gericht op Govemance, Risk en Compliance (GRC) kunnen worden ondersteund, bijvoorbeeld op gebied van risico- en controlmanagement, incident- en actiemanagement, risicorapportages en toegangsbeheer. Door inzet van tooling kunnen de volgende veel voorkomende pijnpunten in het risicomanagementproces worden verminderd of weggenomen:
- Het monitoren van risico's en beheersmaatregelen kost veel tijd en is foutgevoelig.
- Het aantoonbaar in control zijn kost veel moeite.
- De actuele status van risico's is niet inzichtelijk gemaakt.
- Actuele inzichten in de voortgang van processen en beheersmaatregelen ontbreken.
- De samenwerking tussen de 'three lines' kan beter.
Heldere audit trail door goed workflow management
Veel pensioenfondsen onderschrijven de potentiële voordelen van het digitaliseren van processen. Toch blijkt uit de resultaten van het benchmarkonderzoek dat data & systemen het element van het raamwerk is waar over de breedte van de markt het laagst wordt gescoord. Natuurlijk is dit voor veel pensioenfondsen, zeker de kleinere, een bewuste keuze. Zij geven aan geen toegevoegde waarde te zien in de inzet van tooling, omdat hierbij vaak aan grote IT-implementatietrajecten wordt gedacht waarbij de kosten niet opwegen tegen de baten. Er zijn echter ook mogelijkheden om in kleinere stappen al veel winst te behalen op technologisch vlak, waarmee het risicomanagement direct kan worden versterkt. Denk aan het creëren van een heldere geautomatiseerde workflow, waardoor de uitvoering van de 'three lines' in de praktijk kan worden geborgd. De tijden kostenbesparing die dit oplevert én de automatische creatie van een audit trail vormen daarvan een grote plus.
Een aantal pensioenfondsen heeft dan ook al de stap richting digitalisering van het risicomanagement gezet. In de benchmark was sprake van een uitschieter op het gebied van GRC-tooling. Dit pensioenfonds heeft bewust gekozen voor de inzet van tooling om daarmee meer grip te houden op de belangrijkste risico's voor het fonds. Dit fonds geeft aan dat de inzet van tooling een duidelijke capaciteitswinst oplevert: processen vergen minder handmatige handelingen en automatische signalen volgen zodra grenswaarden worden overschreden. Zij zijn hiermee aantoonbaar beter in control en in staat om sneller te reageren op risico's die zich materialiseren. Daarnaast wordt door de processen te automatiseren en te verankeren in tooling ook het inzicht in de status van de uitvoering van beheersmaatregelen vergroot. Hierdoor is minder capaciteit nodig om de externe accountant te overtuigen van de werking van beheersmaatregelen.
Oproep: start met het opstellen van een visie op de inzet van GRC-tooling
Uit onderzoek blijkt dat het gemiddeld pensioenfonds nét geen voldoende scoort op het risicomanagement. Om een niveau te bereiken waarop het risicomanagement aantoonbaar, integraal en effectief wordt uitgevoerd en de kosten opwegen tegen de baten zien wij de volgende belangrijke ontwikkelpunten:
- De scheiding tussen de lijnen binnen het 'three lines model' en de borging van de onafhankelijkheid van elke lijn kan worden verbeterd;
- De kennis en ervaring van betrokkenen in alle lijnen ten aanzien van specifieke risico's, zoals IT-risico's, dient te worden verstevigd;
- De balans tussen zelf in control blijven over de eigen uitbestedingsrisico's en niet op de stoel van de uitbestedingspartner gaan zitten blijkt in de praktijk een uitdaging.
Toch blijkt uit de resultaten van het benchmarkonderzoek dat data & systemen het element van het raamwerk is waar over de breedte van de markt het laagst wordt gescoord.
Tooling kan helpen deze punten te adresseren. Wij raden fondsen aan te starten met het opstellen van een visie op GRC-tooling en daarbij onder meer een kosten-batenanalyse uit te voeren. Ook met de keuze voor de inzet van tooling in een deel van het risicomanagementproces kan al een grote efficiëntieslag worden behaald. Er is vandaag de dag een divers aanbod aan tooling beschikbaar dat modulair is opgebouwd en waarmee een platform kan worden gecreëerd dat bij de omvang en ambitie van het pensioenfonds past. Hiermee kunnen de kosten voor implementatie laag worden gehouden door alleen die modules te selecteren die waarde toevoegen voor het fonds. Daarnaast zijn systemen beschikbaar die gekoppeld kunnen worden aan de systemen van de uitbestedingspartijen. Door deze systemen op elkaar te laten aansluiten wordt voorkomen dat zaken moeten worden 'overgetikt', wat naast tijdsintensief ook foutgevoelig is. Hierdoor blijft een fonds aantoonbaar beter 'in control'.
1. "Volwassenheidsniveau risicobeheer", KPMG Advisory NV, juni 2021 https://home.kpmg/nl/nl/home/insights/2021/06/volwassenheidsniveau-risicobeheer.html
2. DNB, Good Practice Informatiebeveiliging 2019/2020
3 https:/ /www.dnb.nl/media/43cnkobx/visie_op_ toezicht_2021_2024.pdf.
Dit artikel is onlangs ook verschenen in Pensioen Magazine (editie november 2021)