Björn Kuipers is voormalig voetbalscheidsrechter en floot in 2021, als eerste Nederlandse scheidsrechter, de finale van een Europees Kampioenschap. In een gesprek over het omgaan met risico’s geeft hij onder meer een inkijkje in de dialoog tussen scheidsrechters en clubs/spelers over de interpretatie van regels.

Je kunt maar beter open zijn over (inschattings)fouten

Elke scheidsrechter maakt inschattingsfouten en daar moet je niet voor weglopen. Kuipers herinnert zich nog goed dat hij tijdens een Champions League wedstrijd al na een half uur een rode kaart gaf aan Zlatan Ibrahimovic. Hij realiseerde zich al gauw dat de Zweedse vedette eigenlijk niet meer dan geel had moeten krijgen en maakte hem in de rust van de wedstrijd al zijn excuses. Na de wedstrijd vertelde Kuipers in de media dat het zijn slechtste optreden ooit was.

De les: je kunt maar beter open zijn over (inschattings)fouten. Het is een les die breed bruikbaar is. Voor ondernemers, voor bestuurders en ook voor toezichthouders. In het gesprek met Kuipers komen meerdere perspectieven van het scheidsrechtersvak aan de orde die interessant zijn voor (het verbeteren van) maatschappelijk toezicht.

Een scheidsrechter is immers in zekere zin ook een toezichthouder, al is er wel minstens één belangrijk verschil. Een maatschappelijk toezichthouder hoeft niet in the heat of the moment te handelen maar heeft het relatieve voordeel om in alle rust tot een afweging te komen. “In het betaald voetbal hebben we daarvoor natuurlijk sinds enkele jaren de VAR (Video Assistent Referee). Deze kan in bepaalde gevallen de scheidsrechter vragen het spel stil te leggen en op basis van videobeelden een beslissing te heroverwegen. Een van de belangrijkste voorwaarden is dan dat er in de ogen van de VAR sprake moet zijn van clear and obvious mistakes. De VAR levert in de media nog steeds de nodige discussie op maar heeft in mijn ogen zeker een positieve bijdrage. Maar natuurlijk is er ook met een VAR nog steeds sprake van interpretaties.”

Hoe wij aankijken tegen de interpretatie van regels

Precies op dat punt is er een belangrijke overeenkomst met maatschappelijke toezichthouders en hun relatie met onder toezicht gestelden. Wet- en regelgeving levert immers ook in bijvoorbeeld het toezicht op de financiële sector altijd een grijs gebied op waar partijen dan zoeken naar interpretatie over hoe te handelen. Hoe werkt dat voor een scheidsrechter in het betaald voetbal?

“Die interpretatie is voor scheidsrechters een heel belangrijk thema, en vooral de dialoog erover. Precies daarom bezoeken we bij het begin van het seizoen alle clubs in het betaalde voetbal. In een bijeenkomst met spelers en staf bespreken we dan niet alleen wat er dat seizoen aan regels is veranderd maar vooral ook hoe wij aankijken tegen de interpretatie van regels. De regel over buitenspel is bijvoorbeeld glashelder, maar vergt wel duidelijkheid over wanneer er precies sprake is van hinderlijk buitenspel. Ook tussentijds hebben we meetings met de clubs over dergelijke thema’s, de zogeheten maatwerkbijeenkomsten. Zo’n dialoog is echt heel nuttig, heb ik ook gemerkt toen we in de aanloop naar het Europees kampioenschap de deelnemende landen bezochten. Je kunt dan bijvoorbeeld op voorhand al heel duidelijk maken dat duikelingen in het strafschopgebied echt geen enkele zin hebben. Mijn ervaring is dat als je jezelf als scheidsrechter in die dialoog open stelt, dat je dan een heel goed gesprek krijgt.”

De dialoog is ook tussen scheidsrechters onderling belangrijk, bijvoorbeeld als het gaat over mobbing the referee, oftewel spelers die de scheidsrechter belagen omdat ze het niet eens zijn met diens beslissing. “We bespreken onderling wat we wel en niet acceptabel vinden. En we bespreken verschillende stijlen die scheidsrechters in het veld hanteren en het effect van die stijlen. Scheidsrechters leren daar veel van.” Dat leereffect is ook het belangrijkste doel van een in de scheidsrechterswereld bestaand beoordelingssysteem. In zijn huidige rol beoordeelt Kuipers vanaf de tribune het optreden van nieuw scheidsrechterstalent en daar ligt een goed doordacht raamwerk aan ten grondslag. “Ze kunnen een score krijgen van tussen de 7.2 en 8.7, gebaseerd op behoorlijk wat criteria. Iedereen wil natuurlijk een hoge score, maar ook hier geldt dat niet zozeer het cijfer van belang is maar wel hoe je ervan leert in de gesprekken naderhand.”

Een bruikbare boodschap voor toezichthouders

Kuipers wijst erop dat je als scheidsrechter geen al te ‘digitale’ houding in moet nemen en het hoofddoel altijd voor ogen moet houden: “Als je net drie gele kaarten hebt gegeven aan een team en een vierde is eigenlijk nodig, dan moet je jezelf afvragen wat de beste optie is. Ook al is die vierde kaart dan volgens de regels mogelijk, met een stevig gesprek bereik je waarschijnlijk meer.”

Ook die boodschap lijkt bruikbaar voor toezichthouders. En dan is er nog iets volgens Kuipers: een goede voorbereiding is ook voor hem het halve werk. “Voordat ik een wedstrijd fluit heb ik samen met mijn team mezelf uitgebreid verdiept in de teams en de spelers. Wat kunnen we leren van eerdere ervaringen, waar moeten we specifiek op letten. We hebben daar onder meer WYscout voor, een systeem boordevol statistieken.”

Ondanks al die goede voorbereiding en de open dialoog kan het niettemin goed mis gaan. We kennen allemaal de beelden van de boze trainer die zijn gram haalt en commentatoren die scheidsrechters op kniehoogte afzagen. “Ook bij ons geldt dat hoge bomen veel wind vangen. Mijn eigen strategie is dat ik me daarvan afsluit, bijvoorbeeld door de volgende dag lekker bezig te zijn met mijn supermarkt. Al moet ik wel zeggen dat het eigenlijk nog maar vrij weinig gebeurt dat trainers publiekelijk de scheidsrechter de schuld geven. Dat zijn echt uitzonderingen. Het algemene motto dat ik scheidsrechters meegeef is dat je beter kunt betalen met je fluit dan met je mond. Dat betekent dat je als scheidsrechter maar beter een low profile kunt aanhouden en niet te veel in de media je verhaal moet doen. Het betekent ook dat je niet direct vanuit emotie moet reageren. Eerst douchen en dan reageren. Niet andersom.”

Bent u geïnspireerd geraakt door dit interview?

Bent u na het lezen van bovenstaand interview geïnspireerd geraakt? In de publicatie 'De glazen leider' gaan we onder andere in op:

  • de volwassenheid van risk management in de afgelopen decennia;
  • de inzichten die de interviews hebben opgeleverd met betrekking tot communicatie over bijvoorbeeld incidenten en fouten;
  • hoe de communicatie veel minder sterk is ontwikkeld;
  • én hoe voorkomen we angst voor risico’s in tijden van zero tolerance.
De glazen leider

De glazen leider

KPMG heeft een serie interviews afgenomen om risicobereidheid onder bestuurders te onderzoeken én hoe daarin verbetering kan worden aangebracht. Hoe voorkomen we angst voor risico’s?


Download de publicatie ⤓