In een samenwerkingswereld waarin risico’s worden gemeden en regels zich opstapelen, staat vertrouwen onder druk. Terwijl juist vertrouwen de sleutel is tot samenwerking, innovatie en duurzame waardecreatie. Tijdens het Trust First-event bracht KPMG bestuurders en commissarissen samen rond één centrale vraag: hoe maken krijgen we vertrouwen weer terug in ons handelen?
Samenwerken gaat beter wanneer er sprake is van wederzijds vertrouwen. Hoe hoger het vertrouwen, hoe beter de samenwerking functioneert, hoe beter de resultaten zijn en hoe hoger de waardecreatie van organisaties is. Maar hoe krijg je het vertrouwen hoger, wanneer de samenleving en de huidige manier van samenwerken zwaar gereguleerd zijn en er ook een toenemende vraag naar controle is? Een vraag die juist leidt tot meer wantrouwen en incidenten.
No trust, no glory
Er moet vertrouwen zijn om te kunnen groeien. Om samen verder te gaan en om sneller stappen te kunnen zetten. Mensen voelen zich vrijer om te ondernemen, te handelen en stappen te zetten wanneer de eventuele fouten die gemaakt worden, niet direct onder een vergrootglas komen te liggen of leiden tot nóg meer opgelegde regels.
Maar hoe zorg je dat vertrouwen ontstaat, en blijft? Want er gebeurt veel waardoor polarisatie en wantrouwen toenemen: klimaatverandering, geopolitieke veranderingen, economische veranderingen. Redenen om duidelijkere afspraken met elkaar te maken om de verwachtingen te temmen.
Zes principes van vertrouwen
Om een omgeving te creëren waarin vertrouwen bij de dagelijkse gang van zaken hoort en vooruitgang op waardecreatie geboekt wordt, moet gewerkt worden vanuit zes vertrouwensprincipes:
- Risicotrek - vooruitgang vraagt om het nemen van risico’s.
- Foutenacceptatie - fouten moeten niet direct worden veroordeeld. Iedereen verdient een kans op herstel.
- Goede trouw - vertrouwen wordt niet misbruikt.
- Echt luisteren - luisteren doe je om te leren en moet actief leiden tot de beste beslissingen.
- Eerlijk verhaal - gaat er iets mis, dan is het essentieel om het eerlijke verhaal te vertellen.
- Hoger belang - wanneer het nodig is, moet het eigen belang wijken voor het gemeenschappelijk belang.
Controle als reactie op wantrouwen
De roep om vertrouwen klinkt steeds luider, maar wordt in de praktijk vaak beantwoord met meer regels, controle en rapportageverplichtingen. Deze trend ondermijnt juist de basisprincipes van vertrouwen. Meer regels leiden tot meer werkdruk en minder ruimte voor initiatief. De uitdaging is dus niet alleen om het vertrouwen te vergroten, maar ook om kritisch te kijken naar hoe regelgeving tot stand komt. Wanneer dragen regels bij aan het hogere doel, en wanneer blokkeren ze het?
Het Adviescollege Toetsing Regeldruk speelt hierin een belangrijke rol door wetgeving vroegtijdig te toetsen op onnodige complexiteit. Maar ook binnen organisaties zelf moeten we ons afvragen: zijn alle regels echt nodig? Of dienen ze vooral om verantwoordelijkheid af te schuiven?
Van regels naar verantwoordelijkheid
De systeemwereld van regels en procedures drukt steeds vaker de leefwereld van menselijk handelen plat. Terwijl juist het samenspel van beide nodig is voor duurzame waardecreatie. Mensen willen hun werk goed doen, maar voelen zich vaak beperkt door een overdaad aan protocollen.
Een organisatie die werkt op basis van vertrouwen, moet deels zelforganiserend zijn. Het bestuur biedt richting, maar de uitvoering komt vanuit mensen zelf. Regels kunnen daarbij helpen, maar mogen niet verstikken. Want moet een lokale boer aan dezelfde regels voldoen als een zuivelgigant? Of mogen we ongelijkheid erkennen en maatwerk of eigen verantwoordelijkheid toelaten in het belang van effectiviteit én vertrouwen?
Toenemende automatisering en complexiteit vragen om medewerkers die ruimte voelen én nemen om verantwoordelijkheid te dragen. Dat is wennen, zeker als het gaat om zaken die in je voordeel lijken te werken – zoals het opnemen van vakantiedagen zonder limiet. Mensen nemen die ruimte vaak niet vanzelf. Dat vraagt om bewust leiderschap: niet méér controleren, maar slimmer organiseren.