Wereldhaven Rotterdam is logistiek en strategisch cruciaal voor Europa. En daardoor ook een ‘target’ voor cyberaanvallen, terrorisme en sabotage. Hoe blijft Rotterdam weerbaar en veilig, in deze tijden van dreiging en geopolitieke spanningen? Tijdens de Rotterdam Summit van KPMG, VNO-NCW en Regio Rotterdam komt aan de orde wat daarvoor nodig is. Meer vertrouwen tussen bedrijfsleven en overheid. Een beter investeringsklimaat. Robuuste supply chains. Energieopslag. Meer zelfredzaamheid. Saamhorigheid. Noodpakket in huis. Of zoals minister Van Weel stelde: “Veiligheid en weerbaarheid zijn een verantwoordelijkheid van ons allemaal: kijk niet alleen naar je eigen stuk in de puzzel, maar ook hoe jouw stukje past in het geheel.”

Weerbaarheid

De datum van de bijeenkomst is 14 mei – een beladen datum. Op die dag rukten Duitse bommen in 1940 het hart uit Rotterdam. Caroline Nagtegaal, Lead Partner KPMG Advisory Rotterdam, staat daar in haar welkomstwoord bij stil. Groot menselijk leed, een infrastructuur die in een oogwenk werd vernietigd. En meer dan ooit, resoneren anno 2025 de onderwerpen weerbaarheid en veiligheid in de samenleving en de boardrooms. Publieke en private partijen én burgers – oftewel een ‘Whole of Society’-aanpak – moeten niet alleen bereid zijn om bij te dragen en samen te werken, maar ook daadwerkelijk in staat worden gesteld om mee te doen. Iets dat Rotterdam als geen andere stad belichaamt.” Ze introduceert de gasten: David van Weel, minister van Justitie en Veiligheid, Boudewijn Siemons, CEO Port of Rotterdam, Trudy Onland, CEO Stedin, en Dave Maasland, CEO ESET Nederland.

Weten wat ons te doen staat

Minister Van Weel trapt af. De wereld is onveiliger geworden; er is hybride dreiging, ook militair, en Rotterdam is als vitaal knooppunt in Europa en Nederland een doelwit. Doorgeknipte zeekabels, stroomuitval, cyberaanvallen – we zijn kwetsbaar. Maar achter de schermen gebeurt nu van alles. “Ik zie hoe u werkt aan weerbaarheid, back-upsystemen, noodmaatregelen en herstelvermogen bij crisis.” We kunnen ook een voorbeeld nemen aan Oekraïne, stelt hij, waar hij zag hoe energiecentrales draaiend worden gehouden. Samen paraat zijn, weten wat ons te doen staat. We moeten ook hier goed doordenken in welke volgorde je zaken aanpakt. De Rotterdamse haven is één brok technisch vernuft en organisatievermogen. Hier kunnen we samen state-of-the-art weerbaarheid creëren, die kwaadwillenden ook afschrikt.

Investeren in veiligheid

Van Weel krijgt een vraag uit de zaal. Weerbaarheid is inderdaad een zaak van ons allemaal, van bedrijven, overheden en burgers. Maar hoe wordt zo’n complexe opgave op verschillende niveaus gecoördineerd? Van Weel: “De overheid kent de dreigingen, maakt kaders, kan reguleren. Bedrijven zullen vooral zelf moeten werken aan veiligheid en investeren daar ook in.” Maar bedrijven moeten al zoveel investeren, zegt iemand in de zaal. Een andere aanwezige vertelt dat het mkb nauwelijks investeringen kan financieren, doordat banken zich terugtrekken. Van Weel beaamt dat. Maar er spelen zóveel factoren, zegt hij, en er is helaas geen aan- en uitknop voor investeringen. Veiligheid moet hoe dan ook vooropstaan, want zonder veiligheid kunnen we niets.

Verdedigen, incasseren, opstaan

Spreker Boudewijn Siemons, CEO van Havenbedrijf Rotterdam, geeft eerst een paar klinkende cijfers: 13% van de energie voor heel Europa komt in Rotterdam binnen en in 25% van alle containers die de haven binnenkomen zit voeding. Alles bij elkaar circa 450 miljoen ton aan goederen per jaar. Cyberdreiging, daar doen we al veel aan, zegt Siemons, en het grootste gevaar is nu sabotage. En wat is weerbaarheid eigenlijk? Siemons vergelijkt dat met een goede bokser: “die houdt zijn verdediging hoog, voorkomt dat hij geraakt wordt. Als hij een klap krijgt, zorgt hij dat hij incasseert en niet meteen omvalt. Als hij ligt, staat hij zo snel mogelijk weer op; dat is de veerkracht die we nodig hebben.” Onze ‘just-in-time’ economie is efficiënt maar ook kwetsbaar, dat heeft de coronacrisis wel duidelijk gemaakt. De goederenstroom op gang houden vraagt om vier dingen. De scheepvaart beschermen, in samenwerking met de marine, dat is één. Ten tweede: een goed investeringsklimaat, want zoals Eisenhouwer zei, een veldslag win je met militairen en een oorlog met een economie. Ten derde: een stevige energie-infrastructuur. Neem netcongestie. Dat is niet te wijten aan het goede werk van Tennet of Stedin, maar onder andere aan het eindeloze vergunningentraject. Tot slot moeten we natuurlijk samenwerken. “Een lekker woord”, zegt hij, “maar ook gevaarlijk. De gedachte kan dan zijn: ‘de ander gaat het wel doen’. Havenbedrijf Rotterdam werkt bijvoorbeeld in een cybersecurityplatform samen met vijf andere Europese zeehavens. We moeten elkaar logistiek helpen, niet beconcurreren.” 

Hoogste versnelling

 “Zonder energie staat alles stil”, aldus Trudy Onland, CEO van netbeheerder Stedin. Hoe kwetsbaar we zijn zonder elektriciteit zagen we onlangs in Spanje en Portugal. De stroomstoring daar bracht het openbare leven tot stilstand. De wereld verandert en wij veranderen hierin mee. We bewegen naar een nieuw energiesysteem dat flexibel, robuust en toekomstbestendig is. Waarin we optimaal gebruikmaken van de beschikbare energiebronnen, zoals zon en wind. Daarbij hoort dat we nadenken over hoe en wannéér we energie gebruiken, zodat ons stroomgebruik in de piekuren (tussen 16:00 en 21:00 uur) omlaag gaat. Daarnaast moet er meer energieopslag komen. “Energie is er genoeg. Het is een kwestie van de juiste plaats en juiste tijd. De initiatieven die er zijn voor opslag moeten naar een volgend stadium, zodat we minder afhankelijk worden van landen waar we niet meer afhankelijk van willen zijn.” Bovendien moet er zo snel mogelijk ‘grid’-ruimte bij. “Onze investeringen zijn de afgelopen vijf jaar verdubbeld. We leggen volop nieuwe kabels en stations aan, maar het moet nóg sneller om te zorgen dat we congestie oplossen.” De energievoorziening robuust en weerbaar maken; een groot deel daarvan ligt bij de netbeheerder, besluit Onland. “Maar een groot deel hebben we ook met elkaar te doen.” 

Meer verbeeldingskracht

 

Bij de paneldiscussie met minister Van Weel, Siemons en Onland schuift ook Dave Maasland aan, CEO van ESET Security. Hij krijgt de vraag hoe volgens hem de routekaart naar weerbaarheid en veiligheid eruitziet. Maasland: “We moeten ons collectieve verbeeldingsvermogen vergroten, bedenken wat er allemaal zou kúnnen gebeuren. Dat is veel meer dan je denkt. Ook moet je kijken naar wat je zélf in de hand hebt, als bedrijven, gemeenten en overheid. En dan moet je gaan nadenken over: wat kan ik zelf teruggeven in de keten?”

De andere sprekers wordt gevraagd of dit naar hun idee al op orde is in de haven.  “Nog niet”, zegt Siemons. “We moeten de beweging maken van ‘just-in-time’ naar ‘just-in-case’ om de supply-continuïteit te kunnen waarborgen. De productie- en goederenketens moeten met elkaar aan tafel over zaken als voldoende voorraden, stroomuitval en andere risico’s.” Van Weel vult aan: “De opgave is enorm. Het stroomnet, de fysieke infrastructuur, de back-upsystemen voor de zorg: dat gaat tientallen miljarden kosten en dat geld is er nu niet. Eerst wil ik de regionale aanpak op orde hebben, de noodpakketten, de steunpunten, mensen op de been houden, anders ligt bij een crisis alles stil.”

Vertrouwen is essentieel

De moderator wil weten welke cultuuromslag er nodig is om weerbaarder en veiliger te zijn. Maasland reageert: “Agressieve actoren, zoals Rusland, bedreigen ons continu met ‘digitale handgranaten’. Daar kunnen we ons beter tegen wapenen als bedrijven de inlichtingendiensten meer zouden vertrouwen en beter met ze zouden samenwerken. Zoals in Oekraïne. Neem de handreiking van de NCTV aan alsjeblieft, er moet meer vertrouwen komen tussen bedrijfsleven en overheid. En héél belangrijk: laten we als Europa innovatieve tech-startups de ruimte geven.” Van Weel vult aan dat de Wet cyberveiligheid hier echt een verschil gaat maken, er zijn al 8.000 bedrijven aangesloten op het National Cyber Security Center. Sluit je aan en deel relevante informatie, spoort hij de aanwezigen aan, want alleen in vertrouwen kunnen we effectief zijn. “En laten we niet alleen naar bedrijven en overheden kijken”, vervolgt Siemons. “Ook burgers zullen zelfredzamer moeten worden, wat dat betreft kunnen we zeker een voorbeeld nemen aan de VS.” 

Polarisatie verzwakt

Dat laatste lokt een reactie uit van een Rotterdamse wethouder Tim Versnel. “Zelfredzaamheid, zeker! Maar ook saamhorigheid. Want dan kun je bij een crisis samen best flinke tikken incasseren. Zwakke wijken kunnen niet veel hebben, dat kan voor splijting zorgen. De polarisatie moet echt stoppen, anders lukt het gewoon niet om noodsituaties het hoofd te bieden.” Maasland haakt in: “Polarisatie en desinformatie zijn een directe bedreiging voor onze weerbaarheid en veiligheid.” Het debat moet beslist minder zwart-wit worden, beaamt Van Weel, dat versterkt de weerbaarheid in het algemeen. 

Paraatheid zonder paniek

Ook een vertegenwoordiger van Sport Support Rotterdam, met 350 aangesloten verenigingen, wil reageren: “Leiders en rolmodellen in de wijk vind je via ons. En je moet mensen in staat van paraatheid krijgen zonder paniek te veroorzaken.” Kortom, hoe geef je voldoende informatie, maak je het niet te beangstigend, krijg je mensen op de been? De Scandinavische landen zijn hier vaak een voorbeeld. Zij lijken de ‘silver bullet’ te hebben gevonden wat betreft coördinatie en de juiste toon. Finland heeft een 1.300 kilometer lange grens met Rusland, en men is er zelfredzamer dan wij. Daar kunnen we zeker van leren. Publieke en private partijen en burgers moeten mee willen doen en mee kúnnen doen. Alleen dan kunnen we als Nederland, als Europa, maximale veiligheid en weerbaarheid bereiken. En Rotterdam is hierin van enorm strategisch belang.