Het nieuwe pensioenstelsel biedt pensioenfondsen en deelnemers talloze kansen. Maar voor een optimale transitie kan het geen kwaad om eens stil te staan bij wat er allemaal mis kan gaan. Tijd dus voor een crash course ‘doemdenken’ van Theo Kocken, hoogleraar risicomanagement aan de Vrije Universiteit tijdens het tweede exclusieve KPMG Pensioenseminar op 10 februari 2022.
Het online seminar maakt deel uit van een serie van vier over de kansen en uitdagingen van het nieuwe pensioenstelsel. Tijdens de tweede editie gingen bestuurders en raden van toezicht met elkaar in gesprek aan de hand van drie thema’s: Risicomanagement, Actuariaat en Vermogensbeheer die verwerkt zijn in een zogenaamde pre-mortem. Nederland is er een kei in: de post-mortem, vaak in de vorm van lijvige rapporten waarin institutioneel of politiek falen achteraf nauwkeurig wordt ontleed. Veel minder bekend is de pre-mortem, een analyse waarin alle mogelijke valkuilen vóóraf worden doordacht. Een pre-mortem identificeert risico’s, de verbanden ertussen en biedt de mogelijkheid voor tijdige mitigerende maatregelen.
Het tweede online pensioenseminar van KPMG, op donderdag 10 februari 2022, stond daarom in het teken van potentiële gevaren bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Na een introductie van de pre-mortem daagde hoogleraar Theo Kocken de aanwezige bestuurders van pensioenfondsen uit om in breakoutsessies ‘breed te denken’. “In groepen denken mensen veel breder dan alleen, want je hebt meer invalshoeken. Er wordt weleens gezegd dat “een groep van tien amateurs verder komt dan één specialist.”
Totale catastrofe
De hoofdvraag bij een pre-mortem luidt: wat moet er tijdens het traject gebeuren om het te laten uitlopen op een totale catastrofe? Hierbij moet dan ook gedacht worden in extremen, immers ook die kunnen bewaarheid worden. Een negatieve benadering? Integendeel, stelt Kocken. “Een pre-mortem is juist positief, omdat je ook gaat nadenken over mitigerende maatregelen.”
In de breakoutsessies duurde het niet lang voordat het scherm volloopt met transitiegevaren. De KPMG’ ers, allen director Pensions, die de sessie leiden waren Tim Barlage, Veronique de Boer-Achmad, Machiel Koper en Bert Kempen. Zij gaven de genoemde risico’s een plek op het scherm en brachten pijltjes aan om verbanden weer te geven. Dit laatste wordt ‘the escalation of harm’ genoemd, omdat onderlinge samenhang de negatieve effecten van keuzes verder kunnen versterken.
Sociale partners
Een greep uit de genoemde risico’s: het onvoldoende betrekken van sociale partners, rechtzaken vanuit achterbannen, falende uitvoerders, een instortende markt na toegekende indexatie, het vertrek van belangrijke bestuurders door druk van buiten het pensioenfonds, nieuwe wet- en regelgeving, het niet waarmaken van beloftes, hoger dan verwachte uitvoeringskosten, ondermaatse datakwaliteit en cybercriminaliteit.
Over de mitigerende acties ontstond tijdens de plenaire sessie een gesprek. Immers, op sommige gevaren, zoals nieuwe regelgeving, heb je als individueel pensioenfonds niet of nauwelijks invloed. Dat klopt, bevestigde Kocken. “Maar dan nog loont het om met elkaar te bepalen: welke risico’s zijn het meest waarschijnlijk? En welke acties kunnen we nu nemen om daarop te anticiperen?”
Heel andere flow
De groepsgesprekken bevielen de deelnemers goed. Door vanuit allerlei verschillende invalshoeken het nieuwe pensioenstelsel te benaderen, ‘kom je in een heel andere flow’, merkte een aanwezige op. Hoewel het lastig kan zijn om met elkaar te discussiëren over situaties die zich nog niet eens hebben voorgedaan, en over wetgeving waarin sommige zaken nog multi-interpretabel zijn, moedigde Kocken de deelnemers aan de pre-mortem te introduceren bij hun fondsen.
Door alleen te praten over zaken die we kennen of zeker weten, betoogde Kocken, beperken we willens en wetens ons blikveld. Hij haalde ter illustratie een citaat aan van de Britse geleerde Bertrand Russell. Die stelt: ‘Wetenschap gaat over wat we kunnen weten. Maar dat is slechts weinig. Als we vergeten hoeveel we niet kunnen weten, raken we het zicht op veel belangrijke zaken kwijt.’