• Jordi Wardenburg, |

Familiebedrijven denken altijd in generaties, duurzaamheid zit in hun genen. Maar deze ondernemingen stellen zich meer dan eens bescheiden op als het gaat om hun prestaties op dit gebied. Dat siert ze wellicht, maar het kan ook een risico vormen. Duurzaamheid van producten en diensten is immers uitgegroeid tot een dominant kwaliteitscriterium en klant en arbeidsmarkt willen nu eenmaal inzicht in de scores op dat criterium.

De aandacht voor het thema duurzaamheid is geëxplodeerd en dat brengt een overvloed aan kansen met zich mee. Familiebedrijven staan over het algemeen goed voorgesorteerd om van die kansen te profiteren, zo toont onder meer recent onderzoek van KPMG aan. A road well-traveled bevat de resultaten van internationaal kwantitatief onderzoek onder bijna 2.500 CEO's van familiebedrijven. In Wij denken in generaties wordt gesproken over de specifieke kenmerken van familiebedrijven met meer dan twintig Nederlandse leiders van dergelijke ondernemingen.

Uit beide onderzoeken komt naar voren dat familiebedrijven zichzelf niet op de borst slaan als het om duurzaamheid gaat. De voornaamste reden daarvoor is de vanzelfsprekendheid waarmee het thema wordt benaderd. Bijna alsof er niets nieuws onder de zon is. “Wij praten niet zo veel over duurzaam ondernemen, wij doen het”, zegt een Nederlandse ondernemer. En ook de CEO van een groot Brits bouwbedrijf houdt het in A road well-traveled eenvoudig: “We have a very simple strategy — to hand off a stronger, more sustainable business to the next generation. It doesn’t mean just being a ‘green’ business — it needs to be economically sustainable, environmentally sustainable — the sort of business that the next generation wants to carry on.”

Duurzaamheid als gewoonste zaak van de wereld dus. Maar toch is het dat niet en daarom kan deze bescheidenheid ook een risico zijn. De overdaad aan aandacht die het thema nu weet te trekken, kan namelijk aan het familiebedrijf voorbijgaan als het zich niet beter weet te profileren in dit opzicht. De onderneming zal dan minder onderscheidend worden voor zowel klanten als (toekomstig) personeel. Start-ups aan de ene kant en grote beursgenoteerde bedrijven in bijvoorbeeld energie en industrie maken veel meer werk van de marketing van hun duurzaamheidsbeleid. Ze maken beter kenbaar wat zij bijdragen aan het welzijn van de volgende generaties. Terwijl dat de 'kernactiviteit' is van familiebedrijven.

In mijn optiek moeten familiebedrijven dit niet laten gebeuren. Daarom mijn oproep: kruip uit uw schulp, toon hoe duurzaam u bent! In een van de gesprekken voor het onderzoek Wij denken in generaties zei een ondernemer tegen mij: “Het past niet bij ons om ruchtbaarheid te geven aan wat wij doen voor onze omgeving en voor ons personeel.” Dat mag zo zijn, bedacht ik mij later, maar het zal toch ook in het belang van het voortbestaan van de onderneming kunnen zijn om dat juist wél te doen. Bovendien kan het meer expliciet maken van de duurzaamheidsbijdrage iets extra's opleveren, namelijk het verder vergroten van de duurzaamheidsbijdrage. het opzetten van dataverzameling en -analyse, het vormgeven van rapportageprocessen, het ontwerpen van communicatiebeleid: het structureel inregelen van dergelijke elementen zal de duurzaamheidsstrategie van de onderneming verder onderbouwen.

In A road well-traveled worden nog meer mogelijkheden voor verbetering van het duurzaamheidsbeleid genoemd. Diversiteit is bijvoorbeeld een opvallende factor, in meerdere opzichten. Zo blijken familieondernemingen met minstens drie vrouwelijke bestuurders beter te scoren op ESG-factoren, zijn bedrijven met minstens 25% aan externe aandeelhouders meer gericht op innovatie en duurzaamheid en is een actieve rol van niet-familieleden (die externe ervaring en inzichten inbrengen) goed voor de prestaties op het gebied van digitalisatie – een belangrijke ‘verduurzamer’.

In combinatie met de zeer sterke ondernemende geest die hun altijd eigen is, geven deze factoren familiebedrijven volop mogelijkheden om beter te laten zien wat hun duurzame prestaties zijn. En intussen die prestaties ook nog te verbeteren. Dus nogmaals: vertel wat voor mooie dingen u doet! Het is zonder meer de moeite waard.