• Muel Kaptein, Partner |
  • Sander Klous, Partner |

Om waarde te creëren moet je risico’s durven nemen. In een tijd waarin fouten en incidenten onder een maatschappelijk vergrootglas liggen is dat niet eenvoudig. KPMG onderzocht in een serie interviews en round tables hoe leiders met die zero-tolerancecultuur kunnen omgaan. Op 9 mei was er een levendige uitwisseling van ideeën tijdens een diner.

Risk appetite. De Engelse term heeft iets actiefs en iets positiefs in zich. De term benadrukt dat het goed is om actief de risico’s op te zoeken. Doordacht en onderbouwd. In het Nederlands moeten we het doen met de term risicobereidheid en dat klinkt een stuk minder opgewekt. Feit is dat risico’s nemen cruciaal is voor het creëren van waarde.

Feit is ook dat dat niet altijd even goed gaat, mede als gevolg van wet- en regelgeving. Er bestaat soms zelfs weerstand onder bestuurders en managers tegen het nemen van risico’s, gevoed door angst voor de negatieve gevolgen als er zaken fout gaan. En er ontstaan verkrampte verhoudingen met toezichthouders.

Voor KPMG was dit aanleiding voor het programma De glazen leider, met een serie interviews, round tables en een whitepaper over het thema. Op 9 mei werd het voortgezet met een dinerbijeenkomst vanuit het KPMG RAAD Board Program die nogal wat food for thought opleverde.

Een CEO vertelde open over hoe je met moeilijk uitlegbare dilemma’s – bijvoorbeeld over zakendoen in Rusland – omgaat en daarbij de druk van de soms wat kortzichtige publieke opinie moet weerstaan.

Een commissaris daagde de zaal uit zich af te vragen wanneer je je niet aan de wet hoeft te houden, bijvoorbeeld als dat overduidelijk indruist tegen de achterliggende bedoeling. En hoe dat zich verhoudt tot je positie als commissaris.

En een hoge ambtenaar zette de geschiedenis van de publieke sector – van bureaucratie naar doelmatigheid naar publieke waarden – in een paar minuten haarscherp neer en liet de zaal ook nog kritisch naar zichzelf kijken. Dit gebeurde met een analyse van wat er nu eigenlijk aan de hand was met de uit de hand gelopen drukte op Schiphol.

Dat waren de smakelijke hoofdingrediënten van de bijeenkomst. Aan de tafels waren er zoals verwacht geen panklare antwoorden, wel veel food for thought. Vragen die opkwamen: Moeten we corporate communications opheffen en vooral met veel meer lef en eigenheid het verhaal vertellen over dilemma’s en fouten? Moeten we het veel geroemde poldermodel ten grave dragen omdat dit niet langer werkt in een maatschappij vol wantrouwen? Moeten we ons dwingen bij moeilijke afwegingen even een adempauze in te lassen om al te hijgerig gedrag te voorkomen? Moeten we wellicht afscheid nemen van de communicatiewijsheid dat je niet moet wrijven in een vlek, aangezien er in de huidige tijd van sociale media toch al sprake is van radicale transparantie? En onderschatten we de maatschappij niet en zijn mensen misschien veel begripvoller dan we denken als er wat misgaat?

De discussie over deze en andere vragen wordt zeker vervolgd. Want dit thema mag niet van tafel vallen. Daar is het te belangrijk voor.