• Leonie Jesse, Directeur |

De tijd van praten is voorbij als het gaat om duurzaam financieren. Vermogensbeheerders, banken en institutionele beleggers kunnen niet meer om hun verantwoordelijkheid heen en staan voor de taak een zorgvuldig plan te maken voor de integratie van ESG-factoren in het financiering,- en beleggingsbeleid.

In 2021 kwam het allemaal bij elkaar: wet- en regelgeving, de druk van stakeholders en daarbij gevoegd meerdere, soms heftige confrontaties met milieurisico's en maatschappelijke risico's. Samen leidden deze drie factoren tot een 'perfect storm' rond het thema duurzaamheid, een storm die de financiële sector met de neus op de feiten drukte: organisaties die beleggen en financieren zonder rekening te houden met ESG-factoren gaan hun bestaansrecht verliezen.

De vraag welke ontwikkeling de doorslag heeft gegeven, is volgens mij moeilijk te beantwoorden - misschien wel helemaal niet. Juist het samenvallen van de verschillende trends was in mijn ogen beslissend.  Wat betreft de wet- en regelgeving roerden met name Europese instanties zich, zoals de Europese Commissie, de ECB en andere financiële toezichthouders. Een doorbraak was het opnemen van de zogeheten dubbele materialiteit in richtlijnen en verordeningen: financiële actoren moeten niet alleen zicht hebben op wat de impact is van hun handelen op mens en milieu, ze moeten ook in kaart brengen wat de gevolgen zijn van mens en milieu op hun balans, business model en eigen functioneren.

Met dat soort gevolgen kreeg de samenleving - en dus ook de financiële sector - op grote schaal te maken, afgelopen jaar. Allerlei vormen van extreem weer en natuurlijk de pandemie maakten wereldwijd diepe indruk. Ik denk dat dat ook een effect gehad heeft op de derde factor die al genoemd werd: de druk van stakeholders. Deelnemers van pensioenfondsen bijvoorbeeld trokken het afgelopen jaar geregeld aan de bel, recent nog rond beleggingen van PNO Media in Qatar. Beleggen volgens alleen maar financiële criteria wordt niet meer geaccepteerd.

De verantwoordelijkheid voor beleggen komt zo steeds 'lager' te liggen. De tijd dat burgers dit allemaal overlieten aan overheden of aan grote instellingen, ligt ver achter ons. De teneur is volledig veranderd en dat komt voor een groot deel voor rekening van de stappen die in 2021 zijn gezet.

Hoe nu verder? Verantwoordelijkheid is mooi, maar hoe kunnen financiële instellingen hieraan invulling geven? Zoals al gezegd, de tijd van praten is voorbij. Het is tijd de daad bij het woord te voegen. Dat betekent jammer genoeg wel dat het nu ingewikkeld wordt: het integreren van ESG-factoren is een veelomvattend en complex project want het raakt alle aspecten van uw organisatie. Het resultaat zal echter prachtig zijn: met een in alle opzichten verantwoord beleggingsbeleid creëert, ondersteunt en versterkt u het broodnodige vertrouwen bij uw stakeholders. Maar onderweg naar dat vertrouwen duikt een flink aantal uitdagingen op. Zo zult u zich moeten buigen over de governance van het project, over de benodigde kennis van de medewerkers, over de noodzakelijke data, over de manier waarop u over ESG gaat rapporteren, et cetera.

Daar diep op ingaan voert nu te ver. Maar het is duidelijk dat 2022 het jaar wordt waarin we de mouwen gaan opstropen. Ik kijk daar naar uit, moet ik zeggen! Want we komen van ver. Dit thema is al tientallen jaren relevant voor de financiële wereld, maar die relevantie was soms maar moeilijk voor het voetlicht te krijgen. Soms voelde het als trekken aan een dood paard. Maar zie wat er in 2021 gebeurde: het paard bleek springlevend te zijn...

En laten we vooral de handen ineen slaan en met elkaar de mouwen opstropen. We beseffen inmiddels allemaal welke kant het op moet, maar tegelijkertijd is duidelijk geworden – gezien de complexiteit van dit project – dat niemand dit alleen voor elkaar kan boksen. Samenwerking is de crux als het om duurzaam financieren gaat. Ik vind dat een prachtig perspectief voor 2022.