• Tom van der Heijden, Partner |

Het bedrijfsleven en de politiek moeten de krachten bundelen wil Europa een rol van betekenis blijven spelen in de nieuwe wereldeconomie. Dat concludeerden politiek experts en commissarissen tijdens een KPMG RAAD evenement over geopolitiek. “Stap uit de silo’s.”

De wereld bestaat niet langer uit één wereldmacht. En dat is wennen. Vooral voor Europa, dat de afgelopen decennia ‘verslaafd is geraakt’ aan Amerikaans leiderschap. Met die woorden zette oud-NAVO-voorzitter Jaap de Hoop Scheffer de toon op het eerste KPMG RAAD-event op locatie sinds het uitbreken van de pandemie. Plaats van handeling: het hoofdkantoor van KPMG in Amstelveen. Onder het genot van een driegangendiner luisterden commissarissen naar keynotes en paneldiscussies van industry leaders, China-experts en ambassadeurs over geopolitiek in de 21ste eeuw.

Dat gesprek was hoognodig, omdat Europa zich ongemakkelijk voelt in een wereld van ‘great power politics’ waarin de bilaterale relatie tussen de Verenigde Staten en China centraal staat. Een China dat zich bovendien steeds assertiever – en soms zelfs agressiever – opstelt. Europa voelt daarbij toenemende druk van de aloude trans-Atlantische bondgenoot, vertelde oud-VS-ambassadeur Henne Schuwer. “De VS hekelt de voorzichtige middenweg van Europa.”

China eist plek op

Het was aan Bert Hofman, professor aan de Lee Kuan Yew School of Public Policy, om de opkomst van China in een ander daglicht te zetten. Nadat Hofman kort inging op de geschiedenis van de Chinese economie, wees hij erop dat het niet meer dan redelijk is dat China op het wereldtoneel zijn plek opeist. “China wil gehoord worden, en beter dan in het verleden.”

Tegelijkertijd hoeft het Westen niet meteen in een kramp te schieten, want ook China kampt met uitdagingen. Zo is het land een relatief kleine speler op het gebied van research & development en krimpt de Chinese arbeidsbevolking. Bovendien is de verwachting dat de Chinese bevolking aan het einde van deze eeuw niet langer 1,3 miljard, maar nog slechts 700 miljoen mensen telt.

Europese naïviteit

Toch moet Europa kiezen. En niet kiezen is óók kiezen, benadrukte Frank Heemskerk, thans secretaris-generaal van de European Round Table for Industry. Het bedrijfsleven speelt daarin een belangrijke rol. Heemskerk herhaalde de oproep die vaak klinkt om ‘niet naïef te zijn’ over China, maar voegde daaraan toe dat het juist ‘ongelofelijk naïef’ is ‘om te denken dat we de concurrentiestrijd kunnen winnen als we in Europa zo weinig investeren in R&D’. Zijn keuze zou daarom zijn om prioriteit te geven aan ‘het opknappen van ons eigen huis en tuin’.

Huibert Vigeveno, Downstream Director bij Shell, daagde tijdens de paneldiscussie het bedrijfsleven uit om zich meer te verdiepen in China. Nederlandse multinationals zouden te veel kijken naar wat ze kunnen halen in China, in plaats van wat ze 1,3 miljard Chinezen kunnen brengen. Hij hield een spiegel voor: “Iedere Chinees heeft een Engelse naam. Hoeveel van u heeft een Chinese naam?”

Naast het bedrijfsleven zouden ook ‘gewone mensen’ betrokken moeten worden bij geopolitieke vraagstukken, zei Yvonne Zonderop, journalist en bestuurslid bij Clingendael. “Mensen maken zich zorgen over de opkomst van China, maar geen enkele politieke partij geeft daar invulling aan. We doen niet genoeg om gewone mensen te bereiken.”

Versterk de trans-Atlantische band

In de keynote was het woord aan Marja Verloop, Chargé d'Affaires van de U.S. Missie in Nederland. Ook zij beklemtoonde dat de overheid het niet alleen kan doen. Ze moedigde bedrijven uit om hun expertises te bundelen en met hun investeringen richting te geven in de nieuwe economie. “Nederland en business leaders spelen een grote rol in discussies over samenwerking in de post-COVID-economie, innovatie, data en tech”, aldus Verloop. Ze sprak de hoop uit dat Nederlandse bedrijven zich blijven inzetten voor het ‘behouden en versterken’ van de trans-Atlantische band, volgens Verloop ‘s werelds meest duurzame multilaterale relatie.


Stap uit de silo’s, vatte dagvoorzitter Jaap de Hoop Scheffer de avond samen. Zelf gaf hij alvast het goede voorbeeld door zijn ‘zondagavondtelefoontheorie’ met het publiek te delen. Zondagavond pakt hij vaak zijn telefoon om zijn oor te luister te leggen bij verschillende domeinen en sectoren. Hij adviseerde de aanwezigen dan ook om 06-nummers te verzamelen. “En de volgende keer”, besloot de oud-minister met een knipoog, “zitten we hier met private én publieke sector.”