Nederlandse familiebedrijven houden tijdens de Covid-19-pandemie hun personeelsbestand praktisch op peil, terwijl wereldwijd het aantal werknemers bij familiebedrijven met 8,5 procent daalde. Daarnaast is het omzetverlies bij Nederlandse familiebedrijven beperkter dan gemiddeld in Europa en elders. Waar in Nederland minder dan de helft omzetverlies boekt (44 procent), komt wereldwijd bijna 70 procent van de familiebedrijven uit op een lagere omzet.
Deze voor Nederland gunstige verschillen blijken uit de recent gepubliceerde Covid-19-editie van het Global Family Business Report van KPMG. Het gaat om een onderzoek waaraan wereldwijd ongeveer 2500 familiebedrijven deelnamen. De data hebben betrekking op 2020, het jaar waarin de pandemie op sommige sectoren van de maatschappij een verwoestend effect had. In de economie ging het met name om de horeca, transportondernemingen, de non-food detailhandel, culturele ondernemingen en sommige branches in de maakindustrie. Andere sectoren ondervonden geen negatieve gevolgen of zagen hun omzet zelfs stijgen. Voorbeelden daarvan zijn zorgondernemingen, bezorgdiensten, de food detailhandel, de voedingsindustrie en informatie- en communicatiediensten.
Nederlandse familiebedrijven nemen in dit spectrum een relatief gunstige positie in, zo blijkt uit het onderzoek. Weliswaar zag 44 procent van de deelnemende Nederlandse bedrijven de omzet dalen vorig jaar, maar in Europa moest gemiddeld 64 procent van de ondernemingen een dergelijke tegenvaller slikken. Eveneens 44 procent rapporteerde een gelijkblijvende omzet en ook dat was beter dan in veel andere landen. Wereldwijd ging het zelfs maar om 22 procent. Omzetstijgingen waren er tot slot voor 12 procent van de Nederlandse familiebedrijven en in die categorie waren de verschillen niet zo groot. Wereldwijd boekte 9 procent meer omzet sinds het begin van de pandemie.
Lange termijn
Familiebedrijven vervullen een speciale functie in de economie. Vooral door hun bijzondere aandeelhoudersstructuur leggen zij in strategie en operatie vaak meer de nadruk op de lange termijn. Men streeft daarnaast naar geleidelijke groei en voor doldwaze (buitenlandse) avonturen is geen plaats. Ook hebben familiebedrijven vaker een sterker profiel wat betreft de omgang met mens en milieu.
Het resultaat is verantwoord ondernemen en dat betaalde zich in 2020 vooral uit op het vlak van personeelsbeleid. Nederlandse familiebedrijven hebben namelijk nauwelijks medewerkers ontslagen. Oktober 2020 hadden de deelnemers aan dit onderzoek gemiddeld slechts 0,17 procent minder werknemers dan een half jaar daarvoor. Op Europese schaal was dat 4 procent minder, wereldwijd 8,5 procent. Ter vergelijking: het medewerkersbestand van niet-familiebedrijven daalde in die periode wereldwijd met meer dan 10 procent.
Overheidsprogramma’s
In Nederland zal ook de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) hieraan hebben bijgedragen, maar die maatregel verklaart niet alles. Want in veel andere landen hebben bedrijven een beroep kunnen doen op overheidsprogramma's in de vorm van subsidies, leningen of belastingkortingen. Van de familiebedrijven die aan het KPMG-onderzoek deelnamen heeft zelfs 76 procent gebruikgemaakt van een of meer van dergelijke regelingen.
Nederlandse familiebedrijven laten dus tijdens de Covid-19-crisis zien (wellicht ten overvloede) dat ze beschikken over de veerkracht en wendbaarheid die zo belangrijk is om snel te kunnen reageren op onverwachte gebeurtenissen. In veel gevallen, zo geeft dit onderzoek aan, leidde de pandemie tot meer betrokkenheid van de familie bij de onderneming. Ook dat bevorderde de daadkracht en de snelheid waarmee maatregelen konden worden genomen, zoals het doorvoeren van kostenbesparingen, het heronderhandelen van contracten en het verschuiven van investeringen.
Missie en doelstellingen
Daarnaast leidde de crisis tot nieuwe strategische vragen en ook in dat opzicht was het wenselijk en noodzakelijk om daar familieleden als aandeelhouders nauw(er) bij te betrekken. De pandemie heeft bij veel familiebedrijven geleid tot een herbezinning op missie en doelstellingen. Waarom ondernemen wij? Wat is echt belangrijk? In menig bestuurskamer zijn hierover de discussies (weer) gevoerd. KPMG ziet als resultaat daarvan dat familiebedrijven een nog sterkere focus zijn gaan aanbrengen op de verantwoordelijkheid die zij hebben voor mens en milieu. Waarmee men een van de meest sprekende kenmerken van familiebedrijven verstevigt. Mede daarom neemt deze categorie ondernemingen in de Nederlandse economie zo'n belangrijke en bijzondere plaats in.