Vandaag woont meer dan 55 % van de wereldbevolking in steden. Dit aantal zal volgens de huidige prognose in 2030 oplopen tot 66 %1 . Stedelijke overheden wereldwijd staan dus voor de grote uitdaging om steden ook in de toekomst aangenaam en leefbaar te houden.

Deze uitdaging is voelbaar zowel op economisch vlak, met voldoende werkgelegenheid en ontwikkelingsmogelijkheden voor bedrijven, als op sociaal vlak door het aanpakken van de sociale ongelijkheid. Daarnaast kampen steden ook met grote uitdagingen op ecologisch vlak en dus moeten duurzaamheid en respect voor het milieu hoog op de agenda staan. Zo nemen steden vandaag slechts 3 % van de totale oppervlakte van onze aardbol in. Dit terwijl toch meer dan 55 % van de wereldbevolking in de stad woont en steden verantwoordelijk zijn voor ongeveer 72 % van de totale broeikasuitstoot en een verbruik van ongeveer 80 % van onze natuurlijke hulpbronnen. Steden hebben dus een belangrijke rol te spelen in de huidige klimaatverandering en zijn tegelijk heel kwetsbaar voor de gevolgen ervan.

Een bijkomende factor die de problematiek van steden verder bemoeilijkt, is de groeiende economische competitie tussen steden of stedelijke regio’s wereldwijd. In deze geglobaliseerde wereld, heerst er een sterke vorm van concurrentie tussen steden om zich te verzekeren van de nodige investeringen, jobs, bedrijven en een ruim aanbod aan talentrijke arbeidskrachten, die de inkomsten van de stad kunnen verhogen. Indien een stad met de naburige steden wil kunnen wedijveren in het aantrekken van een kapitaalkrachtige arbeidsklasse, dient de stad zo goed mogelijk aan de stijgende verwachtingen van de stadsbewoners te voldoen.

Een trend die echter wind in de zeilen voor steden wereldwijd betekent, is de recente 4de industriële revolutie, waarin data, technologie en Artificiële Intelligentie (AI) onze manier van leven en bepaalde facetten van onze samenleving drastisch zullen veranderen. Bovendien gaat deze technologische groei gepaard met een steile daling van de kosten verbonden aan technologieën, zowel voor hard- als software, wat het mogelijk maakt om geschikte technologieën relatief snel en op grote schaal in te zetten ten dienste van de genoemde stedelijke problematieken. Daarnaast bieden recente ontwikkelingen in cloud-technologie nieuwe mogelijkheden voor het verbeteren van de klantgerichtheid van stedelijke dienstverlening, die nu onafhankelijk van plaats en tijd aangeboden kan worden.

De rol van data in een slim beleid

Steden staan momenteel dus aan de (voor)avond van een revolutie. De stad of “Smart City” van morgen zal het potentieel van data en nieuwe technologieën maximaal moeten benutten om nieuwe diensten aan te bieden, bestaande diensten te verbeteren en de infrastructuur te optimaliseren, maar ook om de samenwerking tussen burgers, bedrijven en overheden te bevorderen. Dankzij nieuwe technologieën kunnen we in real-time data verzamelen, delen en analyseren. Deze data vertalen informatie, waarnemingen of metingen naar een digitaal formaat en kunnen heel divers zijn: persoonlijke gegevens, statistieken, openbare gegevens die gepubliceerd worden op websites, foto’s, video’s, gegevens van sensoren die de kwaliteit van de lucht of het omgevingslawaai meten, …

Uit onderzoek blijkt dat de toename in het gebruik van real-time data voor beleids- en bestuursdoeleinden een significant verschil onderstreept tussen de steden die het Smart Cities gedachtengoed wel en niet omarmen. Besluitvorming en bestuur moeten steeds meer gebaseerd zijn op data. Slimme toepassingen, zoals o.a. automatische nummerplaatherkenningscamera’s (ANPR’s) en Artificiële Intelligentie (AI), hebben nood aan een grote hoeveelheid data om tot relevante inzichten te leiden. Anderzijds rijzen er fundamentele vragen betreffende hoe en in welke mate data verzameld dient te worden, hoe deze data veilig doorgegeven of ter beschikking gesteld kan worden, hoe een stad haar databronnen kan exploiteren en last but not least hoe (gevoelige) data beveiligd kunnen worden. Op dit moment zijn het echter enkel de technologische giganten van deze wereld (Facebook, Google, Amazon, ...) die er in slagen hun data te vermarkten en te verkopen. In tegenstelling tot deze ‘tech giants’ worstelt de gemiddelde stad of organisatie met het ten volle benutten en exploiteren van haar data. Zo merken we dat steden vaak eerst interessante databronnen identificeren, om vervolgens pas te onderzoeken welke bijdrage deze data zouden kunnen leveren. De omgekeerde redenering, waarbij lokale overheden vertrekken vanuit bestaande uitdagingen in plaats van vanuit de databron, is een beduidend effectievere manier. Indien lokale overheden niet zelf over de gewenste data beschikken, kan het interessant zijn om potentiële partners op te sporen die nieuwe datasets kunnen aanleveren of bestaande datasets kunnen verrijken voor beleidsdoeleinden – denk bijvoorbeeld aan de verkeersinformatie van Google of locatiegegevens van Proximus. Een belangrijke voorwaarde voor het realiseren van rendabele partnerschappen is dat de verschillende systemen en/of databronnen interoperabel zijn en dus eenzelfde set aan gemeenschappelijke (data)standaarden hanteren. Systemen dienen zodanig ontwikkeld of afgesteld te worden dat de uitwisseling van data, informatie en kennis mogelijk is. In Vlaanderen is wat dit betreft reeds een eerste belangrijke mijlpaal gezet. De 13 centrumsteden die zich verbonden hebben binnen het ondersteuningsprogramma “Smart Flanders” hebben reeds allen het ‘Open Data Charter’ onderschreven.

Het uitbouwen van een Smart City vereist coherente en betrouwbare antwoorden op al deze vragen, bezorgdheden en uitdagingen in de vorm van een doordacht databeleid. Een dergelijk beleid bestaat uit duidelijke keuzes en richtlijnen omtrent de verschillende databronnen, manieren van dataverzameling en datadeling, het gebruik van beschikbare data, etc. Bij de opmaak van een databeleid, dient er vertrokken te worden vanuit de concrete lokale beleidsvraagstukken en de potentiële meerwaarde die bepaalde databronnen kunnen bieden bij het beheer van de stad of bij het creëren van meerwaarde voor de burgers. Eveneens dient dit databeleid een maximale interoperabiliteit na te streven, over alle relevante stadsdiensten heen, onder meer door de toepassing van gezamenlijke (data)standaarden.

Smart Cities: een holistische benadering

Om het ultieme doel van een Smart City, de verbetering van de levenskwaliteit, te verwezenlijken is het niet voldoende enkel te focussen op het implementeren van zoveel mogelijk technologische en datagedreven oplossingen. Steden dienen een bredere scope te hanteren en zich gelijktijdig te richten op meerdere beleidsdomeinen die cruciaal blijken om de levenskwaliteit voor de inwoners te bevorderen. Naast het bestaan van een verscheidenheid aan Smart City modellen – elk met hun eigen dimensies en focus - blijkt dat de meeste steden het model voorgesteld door Boyd Cohen, Giffinger et al. (2007), Lombardi et al (2012), etc. toepassen. Dit model wordt onder meer gebruikt door steden als Kopenhagen (Copenhaque Smart City) en Brussel (Brussels Smart City) en door BeeSmartCity, de grootste wereldwijde community van Smart City stakeholders. Binnen deze weergavewijze van een Smart City, kunnen zes verschillende beleidsdomeinen geïdentificeerd worden: Smart Environment, Smart Mobility, Smart Government, Smart Economy, Smart People en Smart Living. Dit model is een inhoudelijk goede benadering van de verschillende dimensies waarop een Smart City kan inzetten. In de onderstaande visuele voorstelling van de verschillende dimensies kan u telkens een voorbeeld per domein vinden.

smart city beleidsdomeinen
Naast de focus op de verschillende relevante (beleids)domeinen, dient een stad hoofdzakelijk aandacht te besteden aan wat de ‘building blocks’ (bouwstenen) of facilitators van een Smart City worden genoemd. Een Smart City is namelijk slechts zo slim als haar fundering. Dergelijke ‘building blocks’ zijn o.a.:
  • het aangaan van interactie met en het consulteren van de verschillende burgers, bedrijven en kennisinstellingen (Quadruple Helix),
  • het ontwikkelen van een duidelijke (langetermijn)strategie, -visie en -roadmap,
  • het opzetten van nuttige structurele samenwerkingsakkoorden met bedrijven / universiteiten / burgers die tot volwaardige participatie moet leiden,
  • het transparant, tijdig en op een effectieve manier communiceren over veranderingen en vernieuwingen naar de ruimere bevolking,
  • het uitwerken van een databeleid en een duidelijke visie op de toepassing van technologie,
  • het voorzien van voldoende financiering en het betrekken van alle actoren, inclusief de eindgebruikers, zijnde de burgers.

 

Er moet dus aan verschillende basisvereisten voldaan worden om een toename van projecten en initiatieven in de verschillende domeinen en een verdere opschaling van Smart Cities te stimuleren. Iedere stap is een even belangrijke mijlpaal die men moet bereiken om de Smart City ambities van een stad volwaardig te realiseren. De aandacht voor (en de investering in) deze cruciale bouwstenen/facilitators ligt zowel binnen het Belgische Smart City landschap als wereldwijd nog te laag. Onze reeks van artikelen omtrent het Smart City thema – waarvan dit het eerste artikel is - wil hieraan een bijdrage leveren en er mee voor zorgen dat deze bouwstenen de aandacht krijgen die ze verdienen, om zo op een slimme manier te werken aan onze steden van morgen. Deze artikelen en thema’s zijn tevens een inleiding in het uitermate brede en gedifferentieerde spectrum van Smart City . Mocht één van de artikelen of thema’s u verder interesseren, verwelkomen wij u graag op de nieuwste editie van Café Public, een initiatief van de publieke sector praktijk van KPMG.

Neem contact met ons op