Wijziging regeling “Betalingen aan belastingparadijzen”
Wijziging regeling “Betalingen aan belastingparadijzen”
Sinds 1 januari 2010 dienen Belgische vennootschappen en Belgische inrichtingen van buitenlandse vennootschappen jaarlijks aangifte te doen van alle betalingen die zij rechtstreeks of onrechtstreeks verrichten aan ontvangers woonachtig in belastingparadijzen, indien het totaalbedrag van deze betalingen 100.000 EUR overschrijdt in het belastbare tijdperk. Indien deze aangifteplicht niet wordt voldaan, zal de kost niet als aftrekbaar worden beschouwd. De Programmawet van 1 juli 2016 heeft deze aangifteplicht uitgebreid op enkele vlakken.
Aan wie of waaraan moeten de betalingen gedaan zijn voor de toepassing van dit artikel?
Onder de vorige wetgeving was de aangifteplicht enkel van toepassing op betalingen aan een persoon (natuurlijke persoon of rechtspersoon) gevestigd in een belastingparadijs. De aangifteplicht is nu uitgebreid tot de volgende categorieën van ontvangers van betalingen:
- Vaste inrichtingen gevestigd of gelegen in een belastingparadijs.
- Bankrekeningen die beheerd of aangehouden worden door een persoon of vaste inrichting gevestigd of gelegen in een belastingparadijs.
- Bankrekeningen die worden beheerd door of aangehouden bij kredietinstellingen gevestigd of met een vaste inrichting in een belastingparadijs.
Wat is een belastingparadijs voor de toepassing van dit artikel?
Een eerste categorie van belastingparadijzen zijn de Staten die door de OESO worden aangemerkt als staten die niet effectief of substantieel de standaard op het gebied van uitwisseling van inlichtingen op verzoek toepassen. De aangifteplicht bestond enkel indien de betrokken Staat gedurende het volledige belastbare tijdperk als 'non compliant' werd aangemerkt.
De nieuwe tekst stelt nu dat de aangifteplicht voortaan geldt voor betalingen verricht op het ogenblik dat de staat een negatieve evaluatie heeft, dus ook wanneer de Staat in de loop van een deel van hetzelfde belastbare tijdperk geen negatieve evaluatie had. De minimumgrens van 100.000 EUR wordt evenwel beoordeeld in functie van alle betalingen verricht gedurende het belastbaar tijdperk, dus met inbegrip van de betalingen verricht op het ogenblik dat er geen negatieve evaluatie was voor die staat.
Voorbeeld: De Belgische vennootschap ABC betaalt gedurende het belastbaar tijdperk X de volgende bedragen aan een ontvanger gelegen in een Staat die slechts voor een beperkte periode als belastingparadijs werd aangemerkt:
- 80.000 EUR (periode waarin de Staat nog niet als een belastingparadijs werd aangemerkt)
- 25.000 EUR (periode waarin de Staat wel als een belastingparadijs wordt aangemerkt)
De Belgische vennootschap ABC dient de 25.000 EUR aan te geven, aangezien de minimumgrens van 100.000 EUR werd behaald over het hele belastbaar tijdperk X.
Een tweede categorie van belastingparadijzen zijn de Staten die voorkomen op een bij Koninklijk Besluit (‘KB’) vast te stellen lijst van Staten ‘zonder of met een lage belasting’.
Wijziging definitie ‘Staat’
Een Staat is voor doeleinden van de aangifteplicht voortaan niet alleen een door de meerderheid van de leden van de Verenigde Naties erkende onafhankelijke staat, maar ook "een deel van deze Staat dat op autonome wijze bevoegd is om de grondslag of het tarief van de vennootschapsbelasting, geheel of gedeeltelijk, te bepalen". Zo kan bijvoorbeeld Taiwan voortaan als een ‘Staat’ worden aangemerkt, ook al wordt het door een meerderheid van de Verenigde Naties niet erkend.
Wijziging definitie staat 'zonder of met een lage belasting' (de Belgische ‘black list’)
In de vroegere wetgeving werden Staten 'met lage belasting' omschreven als Staten waarvan het nominaal tarief van de vennootschapsbelasting lager is dan 10%.
In de nieuwe tekst worden aan deze omschrijving nu de volgende Staten toegevoegd, met dien verstande dat Staten die deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte niet als een Staat zonder of met een lage belasting kunnen kwalificeren:
- Staten die geen vennootschapsbelasting heffen "op inkomsten van binnenlandse oorsprong of van buitenlandse oorsprong". Staten met een terri¬toriaal belastingstelsel, bijvoorbeeld Hong Kong, worden voortaan derhalve aangemerkt als belastingparadijzen voor doeleinden van de aangifteplicht.
- Staten waarvan het "tarief van de vennootschapsbelasting dat met de werkelijke belastingdruk op inkomsten van buitenlandse oorsprong overeenstemt lager is dan 15%".
Inwerkingtreding
Vreemd genoeg werd nog niet bepaald vanaf welk aanslagjaar de hierboven vermelde wijzigingen in werking zullen treden. De algemene regel is in dat geval dat de nieuwe regeling in werking treedt op de tiende dag na de bekendmaking van de Programmawet in het Belgisch Staatsblad, namelijk 14 juli 2016 in dit geval. Maar daarmee is niet duidelijk of betalingen vanaf de tiende dag worden bedoeld, dan wel aangiftes ingediend vanaf die datum. In het laatste geval zouden, voor een vennootschap met een boekjaar eindigend op 31 december 2015, ook de betalingen verricht in 2015 reeds onder de nieuwe definitie kunnen vallen.
Wat de uitgebreide definitie van belastingparadijzen betreft, wordt verwacht dat er per KB een nieuwe ‘black list’ zal worden gepubliceerd op basis van de nieuwe criteria. In afwachting daarvan, geldt de black list zoals zij werd gepubliceerd bij het laatste KB (van 11 maart 2016) in ieder geval wel onverminderd door.
© 2023 KPMG Central Services, een Belgisch Economisch Samenwerkingsverband ("ESV/GIE") en lid van de KPMG wereldwijde organisatie van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Limited, een "private English company limited by guarantee". Alle rechten voorbehouden.