Reserves afrekenen via bijzondere liquidatiereserve?
Reserves afrekenen via bijzondere liquidatiereserve?
Onder de vorige regering DI RUPO werd het belastingtarief bij winstuitkering naar aanleiding van stopzetting van een vennootschap (de zogenaamde liquidatieboni) verhoogd.
Wat voorafging?
Onder de vorige regering DI RUPO werd het belastingtarief bij winstuitkering naar aanleiding van stopzetting van een vennootschap (de zogenaamde liquidatieboni) verhoogd.
Het belastingtarief werd namelijk opgetrokken van 10% tot 25% en er werd voorzien in een regularisatiemaatregel (de zogenaamde incorporatieregeling) waarbij over de opgebouwde reserves kon worden afgerekend aan 10% voor de boekjaren tot en met 30 september 2012.
Liquidatiereserve
De regering MICHEL was deze verhoging niet genegen en introduceerde eind vorig jaar een alternatief, de zogenaamde liquidatiereserve.
Onder deze liquidatiereserve wordt ‘kleine’ vennootschappen de mogelijkheid geboden om jaarlijks hun gereserveerde winst af te rekenen tegen 10% heffing, terwijl op het moment van de daadwerkelijke uitkering er een bijkomende heffing verschuldigd is van ofwel 0% (uitkeren bij vereffening), 5% (uitkeren na sperperiode van 5 jaar) of 17% (uitkeren binnen de sperperiode van 5 jaar).
Deze liquidatiereserve is van toepassing vanaf het aanslagjaar 2015 (meer bepaald met betrekking tot boekjaren vanaf 31 december 2014).
Bijzondere liquidatiereserve
De liquidatiereserve is slechts van toepassing voor boekjaren vanaf 31 december 2014.
Dit had tot gevolg dat voor de periode tussen het einde van de incorporatieregeling (boekjaren tot en met 30 september 2012) en de startdatum van het liquidatieregime (boekjaren vanaf 31 december 2014) er geen mogelijkheid bestond waarbij reserves nog voordelig konden worden afgerekend.
De Programmawet van 10 augustus 2015 komt deels tegemoet aan deze tekortkoming via de invoering van de bijzondere liquidatiereserve.
Immers, kleine vennootschappen kunnen vandaag een ‘bijzondere liquidatiereserve’ aanleggen voor het bedrag van de winsten die gerealiseerd werden in boekjaren vanaf 31 december 2012 tot en met 30 december 2014. Merk op dat er voorlopig omtrent de boekjaren van 1 november 2012 tot en met 30 december 2012 nog niets werd geregeld.
Op de aangelegde bijzondere reserve dient (door de kleine vennootschap) 10% belasting te worden betaald, waarbij de aangifte en betaling moet plaatsvinden:
- vóór 15 december 2015 voor het bedrag van de winsten verbonden aan het aanslagjaar 2013.
- vóór 1 december 2016 voor het bedrag van de winsten verbonden aan het aanslagjaar 2014.
De aangifte gebeurt via een speciaal formulier (formulier 275 A).
Bij uitkering van de reserves gelden dezelfde tarieven als bij liquidatiereserve.
Aangekondigde wijzigingen vanaf 1 januari 2016
Ondertussen kwamen de regeringspartijen overeen om het tarief van de roerende voorheffing met ingang van 1 januari 2016 te verhogen tot 27%, waarbij het tarief van de heffing bij de uitkering van de liquidatiereserve binnen een periode van vijf jaar eveneens met 2% zou stijgen naar 17%.
Mocht U omtrent de praktische uitwerking van deze bijzondere maatregel vragen hebben, aarzel dan niet om ons te contacteren.
© 2023 KPMG Tax and Legal Advisers, a Belgian civil CVBA/SCRL and a member firm of the KPMG network of independent member firms affiliated with KPMG International Cooperative ("KPMG International"), a Swiss entity. All rights reserved.