Toepassingsmodaliteiten bij de drempelverhoging voor kleine ondernemingen

Toepassingsmodaliteiten bij de drempelverhoging

De minister van Financiën heeft meegedeeld dat de drempel om te kunnen worden gekwalificeerd als kleine ondernemer vanaf 1 april 2014 wordt opgetrokken tot 15.000 EUR. Op 4 maart 2014 zijn eveneens de praktische toepassingsmodaliteiten van deze btw-vrijstellingsregeling verschenen, die echter nog door het parlement moeten worden goedgekeurd.

1000

Hieronder vindt een samenvatting van deze krachtlijnen terug.


Totnogtoe werd men als kleine ondernemer gekwalificeerd indien de jaarlijkse omzet uit leveringen van goederen en/of diensten gedurende het voorgaande kalenderjaar maximaal 5.580 EUR bedroeg. Nu wordt dat bedrag dus opgetrokken tot 15.000 EUR.

De btw-vrijstellingsregeling voor kleine ondernemers ontheft hen voor van heel wat fiscale en administratieve verplichtingen voor btw-plichtigen. Zo moet de kleine ondernemer geen btw aanrekenen aan zijn klanten. Hij moet bijgevolg geen btw doorstorten aan de Schatkist en geen periodieke btw-aangiftes indienen. Tegelijk kan de kleine ondernemer in geen enkel geval de btw die hij aan zijn leveranciers heeft betaald, in aftrek brengen.

Elke onderneming die in de loop van 2013 een omzet van maximaal 15.000 EUR realiseerde, kan vanaf 1 april 2014 genieten van deze vrijstellingsregeling. Opgelet: de keuze voor de vrijstellingsregeling moet uiterlijk voor 21 maart 2014 kenbaar gemaakt worden aan de bevoegde btw-controleur.

Een belangrijk aandachtspunt is dat alle ondernemingen die in de loop van 2013 een omzet realiseerden van maximum 15.000 EUR, vanaf 1 juli 2014 automatisch onderworpen worden aan de btw-vrijstellingsregeling. Indien de belastingplichtige dit niet wenst, moet hij voor 1 juni 2014 de bevoegde btw-controleur uitdrukkelijk op de hoogte brengen dat hij zijn bestaande belastingsregeling wenst te behouden.

Voor kleine ondernemers die hun recht op aftrek van input btw verliezen, betekent de overgang van de normale (of forfaitaire) belastingregeling dat zij de nodige herzieningen moet verrichten voor de bedrijfsmiddelen waarvoor de herzieningstermijn nog niet is verstreken en voor de andere goederen die op het moment van de overschakeling nog niet werden vervreemd. Deze herzieningen moeten gebeuren binnen de maand na de wijziging van de belastingsregeling.

Ondernemingen die werken in onroerende staat verrichten, horecazaken en ondernemingen die oude materialen verkopen, zijn uitgesloten voor deze ‘regeling kleine ondernemers’.

© 2023 KPMG Tax and Legal Advisers, a Belgian civil CVBA/SCRL and a member firm of the KPMG network of independent member firms affiliated with KPMG International Cooperative ("KPMG International"), a Swiss entity. All rights reserved.

Neem contact met ons op

Mijn profiel

Blader door artikelen en kies uw interesses.